Volgens Europarlementariër Erik Meijer van de SP schiet de Nederlandse burger niets op met het Handvest van de grondrechten voor de Europese Unie (Volkskrant, 4 december). Tegelijkertijd vormt de Tweede-Kamerfractie van de SP een gelegenheidscoalitie met klein-rechts, het CDA (dat zich steeds meer profileert als de Nederlandse anti-Europa partij) en de VVD, waar kamerlid Patijn eerst actief meewerkte aan het Handvest om vervolgens te worden teruggefloten door fractiegenoot Weisglas. Gezamenlijk willen deze partijen premier Kok dwingen namens Nederland de verklaring van Europese grondrechten te blokkeren

Het torpederen van het Grondrechtenhandvest zou een beschamende manier zijn voor Nederland om zich te laten gelden op de Eurotop in Nice. Bovenal miskennen de parlementariers het belang van het Handvest voor de relatie tussen de Europese Unie en haar burgers.

Het Handvest is in de eerste plaats noodzakelijk om de grondrechten van Europese burgers te beschermen tegen rechtstreekse inbreuk door Europese organen. In de huidige situatie ontbreekt iedere rechtsbescherming als Europol een loopje neemt met de mensenrechten of als de Europese regulering van de postmarkt ten koste gaat van de vrijheid van meningsuiting. Zolang de Europese Unie zich als internationale organisatie niet kan aansluiten bij het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), moet zij zelf regels stellen.
Het Handvest omvat echter meer dan alleen de universele mensenrechten. In wezen vormt het Handvest een verklaring van de Europese Unie aan de burgers: dit zijn de belangen die de EU voor jullie moet dienen en die jullie ook mogen opeisen als rechten. Daarmee laat de EU een ander gezicht zien dan dat van een vergadercircuit voor politici en een lobbycircus voor bedrijven. Het Handvest formuleert rechten die burgers toegang bieden tot het Europese politieke proces, zoals stemrechten, informatierechten, een 'recht op behoorlijk bestuur'. Bovendien garandeert het Handvest de sociale rechten die deel uitmaken van de Europese traditie van de welvaartsstaat.
Erik Meijer klaagt dat een aantal grondrechten zo algemeen is dat er geen enkele verplichting meer van ze uitgaat. Inderdaad hadden bepaalde grondrechten - met name sociale grondrechten - scherper geformuleerd kunnen worden. De opstellers van het Handvest hebben eerder ook wel ambitieuzere teksten bediscussieerd maar een deel daarvan is - mede ook onder druk van de Nederlandse regering - weer afgezwakt in de onderhandelingen. Hoeveel je er echter ook aan schaaft, grondrechtsverklaringen houden altijd een algemeen karakter. Grondrechten leggen beginselen neer die verder moeten worden uitgewerkt in wetgeving. Als Meijer vindt dat de Unie meer moet doen aan consumentenbescherming dan kan hij het Handvest gebruiken om de Europese politici hiertoe aan te zetten. Het Handvest vervult zo eenzelfde rol voor de Europese politiek als de Nederlandse grondwet vervult voor de Nederlandse politiek.

In belangrijke opzichten is het Handvest zelfs actueler dan de Nederlandse grondwet. Het bevat rechten die in deze tijd van toenemend belang zijn, zoals de bescherming van de persoonlijke data en de bescherming van de menselijke integriteit tegen eugenetische manipulatie, klonen en organenhandel. Daarbij hebben de opstellers van het Handvest deze grondrechten vervat in heldere en bondige taal die ook voor niet-juristen meteen duidelijk maakt welke waarborgen worden geboden.

De tegenstanders van het Handvest rechtvaardigen hun destructieve strategie met het argument dat het Handvest ten koste kan gaan van de bescherming door het EVRM en de nationale constituties. Dit argument miskent dat rechtspraak altijd draait om het komen tot een consistente interpretatie op basis van uiteenlopende regels. Net zo goed als rechters een lijn weten te trekken tussen nationale wetten, de grondwet en het EVRM, zo kunnen zij ook het Handvest integreren in de rechtspraak. De opstellers van het Handvest hebben er bovendien alles aan gedaan om de EU-grondrechten te laten aansluiten bij het EVRM.
De voorgestelde tekst biedt ook geen enkele aanleiding te denken dat het Handvest inbreuk maakt op Nederlandse grondrechten. Eerder zal zij - tot ongenoegen van het paarse kabinet - grondrechten versterken, bijvoorbeeld de sociale rechten van immigranten en het recht op kosteloos onderwijs.
Ondanks de tegenstand van Nederlandse parlementariers mag verwacht worden dat de Europese Raad het grondrechtenhandvest komend weekend aanvaardt. Dat is een belangrijke eerste stap naar een grondwettelijke basis onder de Europese Unie. In aanvulling daarop moeten - zoals ook de tegenstanders van het Handvest bepleiten - maatregelen worden genomen om te zorgen dat de EU kan toetreden tot het EVRM. Er mag daarbij ook geen onduidelijkheid zijn over de ondergeschiktheid van al het EU-recht aan het Europese Hof voor de Mensenrechten.

De huidige tekst van het Handvest zal vervolgens uitgangspunt zijn voor verder overleg in en tussen de verschillende lidstaten. Daarbij moet ook ruimte blijven voor verbeteringen en aanvullingen. Idealiter zouden de regeringsleiders door voorlichtingscampagnes en media-aandacht een brede maatschappelijke discussie moeten uitlokken over de grondrechten die de burgers van de Unie zichzelf wensen. Als het Handvest dan ook nog in alle lidstaten de meerderheidssteun kan verwerven in een referendum, dan kan het definitief rechtskracht krijgen in Europa.

Ben Crum is lid van de Adviesraad Europa van GroenLinks. Hij promoveerde in 1997 aan het Europees Universitair Instituut te Florence op een proefschrift over grondrechten in Europa.