Op verzoek van Philips en andere Europese lampenfabrikanten heeft de Europese Commissie een anti-dumpingheffing gelegd op spaarlampen uit China. Deze protectionistische maatregel is slecht gefundeerd en staat haaks op de milieudoelstellingen van de EU. De Raad van Ministers moet de heffing van tafel vegen.

Spaarlampen zijn een zegen voor het milieu en voor de portemonnee. Als alle huishoudens in de EU op deze energie-efficiënte vorm van verlichting zouden overschakelen, zouden we tien forse elektriciteitscentrales kunnen sluiten. Dat zou een betekenisvolle bijdrage leveren aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen, waartoe de EU zich verplicht heeft op grond van het Kyoto Protocol. Nog onlangs, op de Top van Gothenburg in juni, bevestigden de regeringsleiders van de EU-landen dat zij de toegezegde broeikasgasreducties zullen verwezenlijken, ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen over de invulling van Kyoto Protocol die dezer dagen in Bonn plaatsvinden.
Er is ook een financieel argument voor spaarlampen: alle Europese huishoudens samen zouden bij overschakeling op spaarlampen zo'n 17 miljard gulden besparen, dat is maar liefst 170 gulden per huishouden.

Hoewel spaarlampen de elektriciteitsrekening verlagen en veel langer meegaan dan gloeilampen, hangt er in het gemiddelde Europese huis nog slechts 1,3 spaarlamp, tegen 23,7 gloeilampen. De esthetische tekortkomingen en de hogere aanschafprijs van de spaarlamp drukken de vraag. Het eerste bezwaar vervalt allengs: er komen steeds fraaiere, elegantere spaarlampen op de markt. Het tweede bezwaar, de hoge aanschafprijs, zou door consumenten moeten worden weggestreept tegen veel grotere besparing op hun energienota, maar blijkt in de praktijk voor velen een psychologische barrière. Het Europese handelsbeleid helpt niet om deze barrière te slechten, integendeel.

Veel van onze spaarlampen komen uit China. Tot februari 2001 bereikten ze de Europese markt zonder importheffing. Sinds die datum geldt er een importheffing op spaarlampen, die kan oplopen tot 74,4 procent. Hierdoor is de prijs voor de consument met 30 tot 40 procent gestegen.
De aanstichters van deze bizarre importheffing zijn de bedrijven Philips, Osram en SLI Lighting. Philips heeft kort geleden zijn laatste spaarlampenfabriek in de EU gesloten. De productie is uit het Zeeuws-Vlaamse Terneuzen naar Oost-Europa overgeheveld. Het Duitse Osram en het Brits-Scandinavische SLI Lighting produceren nog wel in de EU.

In april 2000 dienden de drie Europese lampenreuzen een klacht in bij de Europese Commissie. China zou spaarlampen op de Europese markt dumpen tegen abnormaal lage prijzen. Een spaarlamp die in de EU geproduceerd wordt kost ongeveer 23 gulden, in China bedraagt de prijs voor een identieke spaarlamp 6 à 7 gulden.
Omdat China geen markteconomie is, kan de Commissie moeilijk vaststellen of de Chinese fabrikanten hun spaarlampen beneden de kostprijs verkopen. Of er sprake is van dumping, moet in dergelijke gevallen worden vastgesteld door een vergelijking te maken met een niet-EU-land dat wél een markteconomie heeft. Juist op dit punt hebben de Europese lampenfabrikanten een doeltreffende lobby gevoerd. Zij zijn erin geslaagd de Europese Commissie ervan te overtuigen dat er een prijsvergelijking met Mexico gemaakt moest worden.
In Mexico staat precies één fabriek die spaarlampen maakt. Deze producent heeft een monopoliepositie op de Mexicaanse markt en kan daardoor hoge prijzen vragen. De prijs van Mexicaanse spaarlampen is dan ook veel hoger dan die van Chinese spaarlampen.

Uit het prijsverschil heeft de Commissie de conclusie getrokken dat de Chinese fabrikanten hun spaarlampen dumpen op de Europese markt. Daarom voerde zij op in februari 2001 een voorlopige importheffing op Chinese spaarlampen in. Begin deze maand presenteerde de Commissie een ontwerp-verordening die aan deze heffing een definitief karakter geeft.
Als de Europese Commissie de prijs van Oost-Europese spaarlampen als maatstaf had genomen, dan was het prijsverschil met China helemaal niet zo groot geweest. Er was dan geen sprake geweest van dumping door de Chinese lampenfabrikanten. De vergelijking met één Mexicaanse fabriek is slecht gekozen en bovendien verdacht. Want twee keer raden wie de eigenaar is van die Mexicaanse fabriek. Inderdaad, een volle dochter van Philips.

Kan dit allemaal zomaar? Handelspolitiek is helaas één van de Europese beleidsterreinen waarop de Commissie met gekozen volksvertegenwoordigers minder rekening hoeft te houden dan met de lobby's van het bedrijfsleven. Anti-dumpingverordeningen hoeven niet aan het Europees Parlement te worden voorgelegd. Het EP kan hoogstens proberen de Commissie ter verantwoording te roepen, en daartoe zal ik ook een poging doen. De werkelijke beslismacht ligt echter bij de Raad van Ministers. De Nederlandse staatssecretaris van Buitenlandse Handel, Gerrit Ybema, en zijn collega's van de andere veertien lidstaten moeten binnenkort besluiten of de heffing op Chinese spaarlampen gehandhaafd blijft. De Deense en Zweedse regering hebben al laten weten dat ze van deze kortzichtige, protectionistische importheffing af willen. Of deze landen voldoende steun krijgen, hangt onder andere af van Ybema. Kiest hij voor de vrije markt en een beter milieu, of zwicht hij voor de bedrijfsbelangen van Philips en consorten?

Alexander de Roo, GroenLinks Europarlementarier en vice-voorzitter van de milieucommissie van het Europees Parlement