Vorige week bleek uit onderzoek van de London School of Economics en de Vrije Universiteit Brussel dat van de 626 leden van het Europees Parlement de Nederlanders het meest hervormingsgezind zijn. Volgens de hervormingsindex, die werd samengesteld in opdracht van de Campaign for Parliament Reform, hebben de Nederlandse europarlementariërs gemiddeld 82 procent van alle hervormingsvoorstellen gesteund.

De veertig hoofdelijke stemmingen waarop de index gebaseerd is betreffen vooral de afschaffing van Straatsburg als tweede vergaderplek van het Europees Parlement en de invoering van een nieuwe salaris- en onkostenregeling voor alle EP-leden. Daardoor zou een einde moeten komen aan het geldverslindend reiscircus.

PvdA, GroenLinks en SP scoren in de hervormingsindex het best. Zij hebben  rond de 95 procent van de hervormingsvoorstellen gesteund. Het CDA is hekkensluiter van de Nederlandse partijen, maar scoort toch nog 57 procent.

Ondanks de hervormingsgezindheid van de Nederlandse afgevaardigden is dit jaar toch weer commotie ontstaan over het declaratiegedrag van europarlementariërs. In februari bleek uit een inventarisatie van het Radio 1 Journaal dat alleen PvdA, GroenLinks en SP zich aan de gedragscode houden die in 1999 tussen de lijsttrekkers van alle Nederlandse politieke partijen is overeengekomen. De code bepaalt onder meer dat Nederlandse EP-leden teveel ontvangen reiskosten terugstorten aan het Europarlement, dat zij verantwoording afleggen over de besteding van hun onkostenvergoeding en dat zij niet deelnemen aan het aanvullend pensioenfonds van het EP. Bovendien moeten de partijen ieder jaar verslag uitbrengen over de naleving van de code. Volgens het Radio 1 Journaal betaalden slechts dertien van de 31 EP-leden daadwerkelijk geld terug en publiceerden alleen PvdA, GroenLinks en SP het voorgeschreven jaarverslag.

Deze maand volgden de krantenberichten over minister en oud-europarlementariër Karla Peijs, die een vergoeding voor personeelskosten van het EP op een privé-rekening zou hebben laten storten. De europarlementariërs van ChristenUnie en SGP zouden tegen de regels in een deel van de onkostenvergoeding aan hun inkomen toevoegen. Het radioprogramma De Ochtenden meldde tenslotte dat ChristenUnie-parlementariër Rijk van Dam, in strijd met de gedragscode, lid is gebleven van het aanvullend pensioenfonds.

De bezoldiging en het declaratiegedrag van leden van het Europees Parlement zijn al jaren onderwerp van discussie. Sinds 1998 wordt in Brussel gewerkt aan een regeling die ervoor moet zorgen dat alle 626 afgevaardigden hetzelfde salaris krijgen en dat voortaan alleen werkelijk gemaakte onkosten worden vergoed. Nu is het nog zo dat EP-leden een salaris ontvangen dat gelijk is aan het salaris van de leden van het nationale parlement in het land waar ze gekozen zijn. Dat leidt tot enorme verschillen: een Italiaans EP-lid verdient bijna vijf keer zo veel als een lid uit Zweden. Met de toetreding van nieuwe lidstaten zijn de inkomensverschillen nog groter geworden. Veel afgevaardigden uit landen met een lage bezoldiging beschouwen de onkostenregeling van het EP, die wel voor iedereen gelijk is, als een aanvulling op hun salaris.

De gedragscode uit 1999 was bedoeld om het geschonden vertrouwen van burgers te herstellen. Door de interpretatieverschillen die de afgelopen vijf jaar zijn ontstaan en door de gebleken niet-naleving van de code door een aantal Nederlandse parlementsleden, zijn we daar nauwelijks in geslaagd. Dat de naleving van de code door PvdA en GroenLinks niet ter discussie staat is slechts een schrale troost.

Toch lijkt, bij het uitblijven van een wettelijke regeling op Europees niveau, de naleving van een gemeenschappelijke gedragscode de enige manier om aan de kiezer duidelijk te maken dat de Nederlandse EP-leden zich niet onttrekken aan de plicht om fatsoenlijk en zorgvuldig met belastinggeld om te gaan en daarover rekenschap af te leggen. Onlangs besloten de Duitse en Oostenrijkse europarlementariërs om een gedragscode naar Nederlands voorbeeld in te voeren. Onze aanpak slaat dus wel degelijk aan.

Dat over de naleving van de gedragscode vragen zijn gerezen is geen reden om er dan maar vanaf te zien. Integendeel. Het is voor ons juist aanleiding om de code aan te scherpen. Het is vooral van belang dat de jaarlijkse rapportage over de naleving van de code beter inzicht geeft in de besteding van de ontvangen vergoedingen en de teruggestorte bedragen.

Als alle partijen zich hierop vastleggen, kunnen we de laatste weken van de verkiezingscampagne benutten voor de discussie die centraal moet staan: waar we heen willen met ons land en met Europa.

 

Max van den Berg en Kathalijne Buitenweg zijn lijsttrekker bij de Europese verkiezingen voor resp. de PvdA en GroenLinks