In de Hollywood-film The Day after Tomorrow, die deze week in roulatie is gegaan, wordt de warme Golfstroom gestopt door smeltend poolijs. Europa en de Verenigde Staten komen daardoor in een nieuwe ijstijd terecht. De rampenfilm vormt een illustratie van de risico’s die de mensheid neemt door de atmosfeer vol te pompen met verbrandingsgassen.

Maar ook buiten de bioscoop worden de gevolgen van klimaatverandering zichtbaar. In april van dit jaar woedden er al bosbranden in Californië, bij een temperatuur die vijftien graden hoger was dan normaal. Een Nederlandse poolreiziger berichtte begin mei dat het op de Noordpool slechts min vijf graden was, terwijl het daar normaal min twintig is. Ongewoon weer is gewoon geworden. Europa vraagt zich af wat de komende zomer zal brengen: overvloedige regenval met overstromende rivieren, zoals in 2002, of een hittegolf met langdurige droogte, zoals in 2003? De toename van extreme weertypes bewijst hoe nodig het is om de menselijke uitstoot van broeikasgassen te beperken.

De eerste stap daartoe is de inwerkingtreding van het Kyoto Protocol, het internationale verdrag tegen klimaatverandering. In ruil voor Europese steun aan de Russische toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie, heeft de Europese Unie president Poetin onlangs zover gekregen dat hij het protocol aan de Doema voorlegt. Als het Russische parlement het protocol ratificeert zijn er voldoende deelnemers om van start te gaan.

De huidige Kyoto-afspraken gaan alleen over uitstootvermindering door industrielanden. Ze kunnen nog niet voorkomen dat de uitstoot van broeikasgassen verder blijft stijgen, alleen al door de economische groei in ontwikkelingslanden. Een grotere uitstoot door ontwikkelingslanden is onvermijdelijk als we de natuurlijke hulpbronnen in de wereld eerlijker willen verdelen. Grote ontwikkelingslanden als China, India en Brazilië hebben Kyoto wel geratificeerd. Daarmee hebben zij zich vastgelegd op onderhandelingen over de begrenzing van hun uitstoot in de tweede fase van Kyoto, na 2010. Deze ontwikkelingslanden zullen echter alleen verplichtingen willen aangaan als de geïndustrialiseerde wereld de eerste stappen zet.

De Russische ratificatie van Kyoto zal de druk op de VS verhogen om terug te keren naar de internationale onderhandelingstafel. De Democratische presidentskandidaat John Kerry is daartoe bereid. President Bush komt steeds meer te kijk te staan als internationale milieuparia.

Tegen 2050 zal de mondiale welvaart verdrievoudigd zijn. Tegelijkertijd houden de klimaatwetenschappers ons voor dat de uitstoot in dat jaar met zestig procent zal moeten zijn teruggebracht om de aarde leefbaar te houden. Het lijkt een onmogelijke opgave, maar de kosten vallen te overzien. Per jaar gaat het om 0,01 tot 0,02 procent van het Bruto Nationaal Product van alle landen samen. De aanpak van klimaatverandering vergt geen grote offers, maar politieke wil.

De volgende zeven maatregelen zijn noodzakelijk om een wereldwijde uitstootbeperking van zestig procent te bereiken en het mondiale klimaat te stabiliseren:

1. Windenergie. Er is over veertig jaar zeventig maal zoveel capaciteit nodig als nu staat opgesteld. Dat betekent een jaarlijkse groei van twaalf procent. De jaarlijkse groei in Europa bedraagt nu vijfendertig procent. Die groeicijfers zijn ook haalbaar in Turkije of India.

2. Zonne-energie. De huidige capaciteit aan zonnecellen dient minstens 1500 maal groter te worden. Dat vergt een jaarlijkse groei van twintig procent die ruim veertig jaar wordt volgehouden. Daarvoor zijn extra subsidies nodig.

3. Biobrandstoffen. Om van onze verslaving van (Arabische) olie af te komen hebben we een groot areaal voor de teelt van efficiënte biobrandstoffen nodig. Een enorme uitdaging, maar tevens een nieuw perspectief voor Europese boeren.

4. Zuinige auto's. De twee miljard auto's die tegen 2050 op onze aarde rondrijden moeten tweemaal zo zuinig zijn als vandaag. Dus 24 kilometer op een liter benzine. Een andere mogelijkheid is dat een miljard auto’s worden uitgerust met brandstofcellen, werkend op waterstof die is opgewekt door zon en wind.

5. Efficiënte apparaten. Onze elektrische apparaten zullen tienmaal zo efficiënt moeten worden. De spaarlamp is vijfmaal zuiniger dan de gloeilamp. Dat concept is voor herhaling vatbaar bij alle apparatuur die ons omringt.

6. Kolenstook beëindigen. Alle kolencentrales op de wereld zullen moeten overschakelen op het minder milieubelastende aardgas. Een nieuwe EU-wet maakt het mogelijk dat Europese bedrijven de hun opgelegde uitstootvermindering buiten Europa realiseren door te investeren in dit soort omschakelingsprojecten.

7. Ondergrondse opslag van kooldioxide, het belangrijkste broeikasgas. Geen goede oplossing, wel een noodzakelijke. Kooldioxide uit de schoorstenen van grote fabrieken en gascentrales kan worden opgevangen en opgeslagen in lege gasvelden.

Poetins steun voor Kyoto vormt een succes voor de Europese klimaatdiplomatie. Maar de EU kan niet op haar lauweren rusten. Zij moet het goede voorbeeld geven door zichzelf ambitieuze doelen voor uitstootvermindering op te leggen en ontwikkelingslanden te helpen met investeringen in een efficiënte en duurzame energievoorziening. De tijd dringt want het klimaat wringt.

Alexander de Roo (GroenLinks) is vice-voorzitter van de milieucommissie van het Europees Parlement