Sommige deelnemers aan het debat over de geschiktheid van Rocco Buttiglione als eurocommissaris voor justitie proberen de zaken op hun kop te zetten.

Niet Buttiglione, die homo’s en vrouwen gelijke rechten wil onthouden, maar zijn critici zouden zich aan discriminatie bezondigen. Discriminatie op grond van religie, wel te verstaan. Volgens het Vaticaan is er sprake van ‘een nieuwe inquisitie’. Ook de commentaarschrijver van Trouw (22 oktober) is van mening dat de kandidaat-eurocommissaris gediscrimineerd wordt omdat hij katholiek is.

Die beschuldiging is onzinnig. Er bestaat geen seculiere inquisitie die erop uit is om gelovige katholieken te weren uit de Europese Commissie. De vrome Franse eurocommissaris Jacques Barrot, oud-seminarist, heeft van het Europees Parlement het groene licht gekregen, en hij is lang niet de enige kerkganger in de Commissie. De kritiek van de progressieve fracties op Buttiglione betreft niet zijn katholieke geloof, maar zijn politieke daden en voornemens. Dat het onderscheid tussen religie en politiek in het geval-Buttiglione niet glashelder is, ligt vooral aan hemzelf. Tijdens de hoorzittingen in het Europarlement verklaarde hij niet alleen dat homoseksualiteit een zonde is, maar ook dat hij zich tegen elk wetsvoorstel zal verzetten dat in strijd is met zijn morele principes. Een meerderheid in het Europarlement heeft daaruit de logische conclusie getrokken dat van deze justitiecommissaris geen voortvarend antidiscriminatiebeleid te verwachten valt. Dat is een politiek oordeel, geen anti-katholieke banvloek. Dit oordeel weegt des te zwaarder omdat de Commissie als enige Europese instelling recht van initiatief heeft. Als de Commissie niet bereid is nieuwe wetgeving tegen discriminatie voor te stellen, dan blijft het antidiscriminatie-artikel uit het Verdrag van Amsterdam een dode letter.

“De grens wordt pas overschreden als [Buttiglione] mensenrechten bedreigt, bijvoorbeeld door homo’s rechten te ontnemen,” aldus de Trouw-commentator. Welnu, als het aan Buttiglione lag was die grens al overschreden. In 2000 waren hij en ik samen lid van de Conventie die het EU-Grondrechtenhandvest schreef. Buttiglione diende toen een amendement in om ‘seksuele gerichtheid’ uit te zonderen van het discriminatieverbod in dit handvest. Gelukkig was Conventievoorzitter Roman Herzog - een belijdend lid van de Duitse evangelische kerk - verstandig genoeg om het amendement niet over te nemen. Want door homo’s en lesbiënnes opnieuw vogelvrij te verklaren zou de Europese Unie een stap terug hebben gezet ten opzichte van het Verdrag van Amsterdam. Maar het voorval illustreert wel dat Buttiglione niet schroomt om zijn religieuze opvattingen om te zetten in politieke daden. En op die daden mogen we hem afrekenen, nu hij voor het ambt van hoogste beschermer van de Europese grondrechten kandideert.

Kathalijne Buitenweg is lid van het Europees Parlement voor GroenLinks.