Eind 2004 bracht het Europees Parlement beoogd eurocommissaris Buttiglione ten val en Commissievoorzitter Barroso in het nauw. GroenLinks-afgevaardigde Kathalijne Buitenweg speelde een hoofdrol.

‘Hoe gaat u het verbod op discriminatie van homoseksuelen, dat is vastgelegd in het Grondrechtenhandvest van de Europese Unie, ten uitvoer leggen?’ Met die vraag, gesteld tijdens de hoorzitting met de kandidaat-commissaris voor Justitie in het Europarlement, stak Buitenweg de lont in het kruit. De katholiek Buttiglione antwoordde dat homoseksuelen ‘zondig maar niet strafbaar’ zijn en veroorzaakte daarmee een storm van protest. Die werd nog aangewakkerd door zijn omschrijving van het huwelijk als een instituut dat vrouwen in staat stelt kinderen te krijgen onder de bescherming van een man. Een meerderheid van de parlementscommissie Burgerlijke Vrijheden oordeelde dat de Italiaan ongeschikt was voor de justitieportefeuille. De bescherming van grondrechten, een belangrijk onderdeel van deze portefeuille, vertrouwde men Buttiglione niet toe.

Conventie

De afkeuring van Buttiglione stuitte op kritiek. In Nederland scheef het protestantse dagblad Trouw bijvoorbeeld dat niet Buttiglione, maar het Europarlement zich bezondigde aan discriminatie. Discriminatie op grond van religie wel te verstaan. Buttiglione moest niet op zijn katholieke geloof, maar op zijn politieke daden worden afgerekend. Buitenweg zegt daarover: ‘Deze critici vinden dat we Buttiglione voetstoots moeten geloven als hij beweert religie en politiek gescheiden te houden. Maar juist uit zijn daden blijkt het tegendeel. Toen hij en ik in 2000 lid waren van de Conventie die het EU-Grondrechtenhandvest schreef, diende Buttiglione een amendement in om seksuele gerichtheid uit te zonderen van het discriminatieverbod. Toen hij in 2001 minister van Europese Zaken werd in Italië, had hij binnen een week een voorstel klaar om het recht op abortus te beperken. En bij de invoering van de Europese antidiscriminatiewet in Italië pleegde hij sabotage omdat hij homo’s en lesbiënnes vogelvrij wilde laten. De geloofsijver van Buttiglione heeft fundamentalistische trekjes.’

‘Veel commentatoren realiseren zich niet dat de Europese Commissie belangrijke privileges heeft,’ vervolgt Buitenweg. ‘Zij is belast met het toezicht op de naleving van Europese wetten en mag als enige nieuwe wetten voorstellen. Het Europarlement heeft zelf geen initiatiefrecht. Dat was een goede reden om de strijd tegen discriminatie niet aan Buttiglione toe te vertrouwen.’

Stemmen

Ook over vijf andere kandidaat-commissarissen, waaronder de door Nederland voorgedragen Neelie Kroes, had het Europarlement serieuze twijfels. Maar Commissievoorzitter José Barroso bleef doof voor de kritiek. Hij rekende erop dat de nationale regeringen genoeg druk op hun europarlementariërs zouden uitoefenen om zijn Commissarissenteam aan een meerderheid te helpen. Het afkeuren van de Commissie zou Europa in een crisis storten, zo waarschuwde hij in zijn toespraak tot het EP. Buitenweg: ‘Een kapitale blunder. Als volksvertegenwoordigers alleen maar vóór mogen stemmen, in wat voor soort democratie leven we dan? Na die toespraak werd duidelijk dat socialisten, groenen en communisten en bloc tegen Barroso’s ploeg zouden stemmen. Met de stemmen van tweederde van de liberalen erbij hadden we genoeg steun om de nieuwe Commissie te verwerpen.’

Vlak voor de stemming koos Barroso eieren voor zijn geld. Hij vroeg uitstel om zijn ploeg te herschikken. Een grote zege voor het Europarlement, aldus Buitenweg. ‘Toekomstige Commissievoorzitters zullen zich voortaan wel tweemaal bedenken voordat zij een kandidaat-commissaris proberen door te drukken in wie een meerderheid van het Europarlement geen vertrouwen heeft. Daarmee heeft het parlement de facto een recht afgedwongen dat het de jure nog niet heeft: het recht om individuele kandidaat-Commissarissen te vetoën. Dat is een flinke stap op weg naar een volwassen parlementair stelsel. De knieval van Barroso heeft de Unie dan ook niet in een crisis gestort, maar haar sterker gemaakt.’

Drama

Bemoedigend is ook, volgens Buitenweg, dat het Europarlement niet langs nationale, maar langs partijpolitieke scheidslijnen verdeeld was. ‘De gedeelde politieke visies wogen zwaarder dan de nationale belangen. Dat verhoogt de inzichtelijkheid van politieke conflicten. Het Europarlement heeft dit soort politiek drama nodig om de kloof met de burgers te overbruggen.’ Overigens draaiden de Europese christen-democraten, die Barroso door dik en dun gesteund hadden, na diens knieval om als een blad aan een boom. CDA-er Camiel Eurlings begroette de overwinning van het Europarlement en eiste zelfs de vervanging van Buttiglione.

Buttiglione trok eind oktober 2004 inderdaad zijn kandidatuur in. Daarmee schiep hij ruimte voor Barroso om een geloofwaardiger Commissarissenteam aan het Europarlement te presenteren. Buitenweg: ‘Buttiglione had geen keus meer. Ik heb lang volgehouden dat hij op een andere portefeuille, zoals visserij, best zou kunnen functioneren. Ik laat me dan ook niet wegzetten als Verlichtingsfundamentalist die traditionele gelovigen in de ban doet. Maar door wild om zich heen te slaan – hij repte van een ‘antikatholieke inquisitie’ - en vast te houden aan de justitieportefeuille heeft Buttiglione zichzelf buitenspel gezet.’