Elke keer als ik in Istanbul kom probeer ik een afspraak te regelen met Murat. Murat is Murat Belge, professor literatuurwetenschappen.

Vertaler van het werk van James Joyce en de beste gids die je je kunt voorstellen door de straten en de geschiedenis van Istanbul. Maar vooral ook Turkijes bekendste mensenrechtenactivist sinds hij begin jaren zeventig zelf twee jaar in de gevangenis zat. 

Murat ziet er altijd een beetje shabby uit en als je zijn stem een keer gehoord hebt vergeet je ‘m nooit meer. Vijftig procent sterke drank, vijftig procent zware sigaretten.

Tien jaar geleden ontmoette ik Murat voor het eerst op een conferentie over mensenrechten. Hij was een van de sprekers die duidelijk maakte dat het met de mensenrechten buitengewoon slecht gesteld was in Turkije. Kritische journalisten konden zich maar beter gedeisd houden, als je opgepakt werd was de kans op marteling door de politie heel groot en als je als Koerd opkwam voor je culturele rechten moest je voor je leven vrezen. Wat mij betreft allemaal redenen Turkije te mijden, zeker als vakantieland. Voor zo’n boycot heb ik me toen als internationaal secretaris van GroenLinks nog een tijdlang, tevergeefs overigens, ingezet.

Begin 2002 sprak ik Murat weer voor het eerst. Ik was net voorzitter geworden van de Turkije-delegatie in het Europees Parlement en benieuwd naar de voortgang van de hervormingen die Turkije aan het doorvoeren was om in aanmerking te komen voor de start van onderhandelingen met de EU. Heel optimistisch was hij niet.

Dat veranderde snel na de politieke aardverschuiving in november 2002 die de pas opgerichte AK-partij aan de macht bracht. Hoewel hij als linkse atheist nooit op de AKP, een soort Turkse christen democraten zou stemmen gaf Murat in de loop van 2003 toe dat de regering van premier Erdogan het beste was dat Turkije de laatste vijftig jaar was overkomen.

Onder druk van de EU maar vooral omdat de meerderheid van de Turken zelf daarop aandrong, was de AKP bezig met het doorvoeren van hervormingen die tot voor kort ondenkbaar waren. De doodstraf werd afgeschaft, Koerden mochten voortaan hun eigen taal gebruiken en speciale rechtbanken voor politieke gevangenen werden afgeschaft. Murat kon zijn ogen bijna niet geloven. Dit was pas echt de ironie van de geschiedenis. Conservatieve moslim-democraten waren in de praktijk aan het brengen waar seculiere mensenrecht-activisten en linkse Koerden jarenlang voor gevochten hadden.

Murat zou Murat niet zijn als hij niet blijft klagen over de haken en ogen van deze ‘stille revolutie’. Op papier mag er inmiddels veel maar in de praktijk komt daar soms nog weinig van terecht. Druk op de ketel blijft hard nodig. Waar hij echter vooral over valt zijn al die Europese politici die zich nu opeens zo druk maken om deze tekortkomingen en daarin een aanleiding zien om Nee te zeggen tegen het begin van onderhandelingen. Mensen die hij de afgelopen twintig jaar nooit hoorde toen hij en vele anderen lijf en leden waagden.

Een paar weken geleden drukte hij me nog op het hart: laat je geen schuldgevoel aanpraten door die lui. Juist het beginnen van onderhandelingen zal ervoor zorgen dat de hervormingen echt voor de volle honderd procent worden omgezet in de praktijk. Zodat Turkije eindelijk een democratie wordt. Een land waar gematigde moslims en overtuigde agnosten samenleven op basis van dezelfde normen en waarden die gelden in de rest van Europa. Een land ook waar de stem van Murat eindelijk gehoord wordt.

Joost Lagendijk