Het Europees Parlement wil een aantal belangrijke minimumrechten voor verdachten, zoals het recht op een gratis tolk en rechtsbijstand. Een grote overwinning voor europarlementariër Kathalijne Buitenweg van GroenLinks.

Sinds 2003 is het Europees arrestatiebevel een feit. EU-lidstaten zijn daarmee verplicht elkaars uitleveringsverzoeken te honoreren, zonder garanties te kunnen afdwingen over de behandeling van hun burgers. De rechten waar verdachten aanspraak op kunnen maken verschillen aanzienlijk tussen de lidstaten. Dit was reden genoeg voor de Europese Groene fractie om zich te verzetten tegen het arrestatiebevel. "Als strafvervolging op EU-niveau wordt georganiseerd, moeten parallel daaraan afspraken worden gemaakt over de rechten van verdachten," aldus Buitenweg reeds in 2001.

De Groenen organiseerden vervolgens een reeks hoorzittingen met deskundigen zoals strafpleiter Cees Korvinus en professor Cyriel Fijnaut over de noodzaak van gemeenschappelijke procedurele minimumnormen. De Europese Commissie toonde zich overtuigd en kwam met een voorstel waarin, onder andere, het recht op gratis tolk en vertaling, rechtsbijstand, contact met familieleden en ambassade, in alle EU lidstaten gegarandeerd worden. Grote verandering voor Nederland is dat er een advocaat aanwezig mag zijn tijdens verhoor.

Het voorstel biedt de lidstaten de mogelijkheid om deze minimumrechten te onthouden aan mensen die verdacht worden van ernstige en complexe vormen van misdaad, zoals terrorisme. Buitenweg, die de reactie van het Parlement op het Commissievoorstel voorbereidde, vond dat dergelijke basisrechten in principe voor iedereen moeten gelden. Een meerderheid van de Europese volksvertegenwoordigers was echter van mening dat lidstaten in sommige gevallen wel uitzonderingen mogen maken. Uiteindelijk wist Buitenweg te bedingen dat lidstaten zich in ieder geval dienen te houden aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en aan het EU-Grondrechtenhandvest, ook wanneer het om terrorismeverdachten gaat.

Het is nu aan de justitieministers om het advies van het Europees Parlement over te nemen. Op het gebied van misdaadbestrijding is de stem van het Parlement namelijk niet doorslaggevend. Als de Europese Grondwet door de burgers goedgekeurd wordt, zal de Europese volksvertegenwoordiging wel kunnen meebeslissen over essentiële kwesties zoals grensoverschrijdende misdaadbestrijding en grondrechtenbescherming. Ook komt er dan een einde aan de merkwaardige gewoonte van de ministerraad om te vergaderen achter gesloten deuren. Dit zal nationale parlementen in staat stellen de houding van hun minister in Europa beter te controleren.