Drie maanden na het afwijzen van de Europese Grondwet is aller aandacht weer op de toekomst gericht, het redden van het Europese project en, voor GroenLinks, het realiseren van een nationaal referendum. Maar is een Europese grondwet voor zo'n referendum wel geschikt?

De Spanjaarden stemden voor, maar dat was tijdens de wittebroodsweken van de nieuwe regering. Fransen en Nederlanders neigden steeds sterker tot 'nee'. Ruim 500 artikelen en protocollen in ingewikkelde juridische taal: veel kiezers haakten alleen daarom al af. Of lieten zich verleiden tot een afrekening met de vraagsteller: de eigen regering. Wie wel de moed had om het verdrag te lezen, nam vaak de tekst letterlijk in plaats van hem in zijn context te plaatsen zoals de beroepspolitiek deed. En stuitte niet zelden op passages die niet met zijn opvattingen strookte. Omdat de gevolgen pas over jaren voelbaar zijn en de politiek Brussel altijd heeft behandeld als kop van Jut, vielen voor de meesten de tegenargumenten niet tegen elkaar weg maar stapelden ze zich op.

Was, achteraf gezien, dit referendum wel te winnen geweest? GroenLinksverantwoordelijken vinden van wel. Richard Wouters, beleidsmedewerker van de Europarlementsfractie en motor achter het referenduminitiatief, geeft de 'blunders van de regering - 'ook nogeens de minst populaire in jaren' - de schuld. De voorstanders, die 'later en minder stimulerend' campagne zijn gaan voeren als de tegenpartij. En GroenLinks, dat de eigen achterban onvoldoende had gemobiliseerd. 'Dat we niet eerst een intern referendum hebben gehouden, was fout.' 'Bovendien was tijdens de campagne niemand bereid om voor Europese idealen te gaan', stelt GroenLinkskamerlid Farah Karimi, mede-indiener van het referendumvoorstel. 'Onze partij vormt daar geen uitzondering op: wij kozen voor een vergelijking met de status quo, wat ik wel zo zuiver vind. Maar daardoor was er een buitenlander voor nodig, Joschka Fischer (de Duitse groene minister van Buitenlandse Zaken tijdens een uitzending van Buitenhof, L.T.), om het geloof in de Europese idealen overtuigend uit te dragen.'

Dat het verdrag ingewikkeld is, is voor hen geen factor. 'Eerdere Europese verdragen zoals Maastricht en Nice', zegt Karimi, 'zijn in sommige lidstaten ook per referendum aanvaard.' 'En dit verdrag', zegt Wouters, 'is niet moeilijker dan het programma voor de gemeenteraad of het parlement.' Hebben ze, gezien de uitslag - zelfs van de GroenLinksachterban stemde bijna de helft tegen - niet stiekum een beetje spijt? Integendeel. 'We hebben het voorgesteld vóór GroenLinks haar standpunt had bepaald', zegt Wouters. 'Om bij de kiezers meer draagvlak voor Europa te creëren, niet om het resultaat. En als deze campagne één ding heeft bewezen, is de noodzaak daarvan: zowel in Nederland als Frankrijk blijkt het wantrouwen jegens Europa enorm. Zonder referendum was het alleen maar gegroeid.'
Ook voor Philip van Praag, politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam, blijft de EU-grondwet als referendumvraag geschikt. 'Zoals vrijwel elk onderwerp waarover een parlement beslist - met uitzondering hooguit van belastingen en de benoeming van personen.' Ingewikkeldheid is ook voor hem geen criterium - 'aan politici de uitdaging om uit te leggen. Sommigen vinden dat je in een representatieve democratie volksvertegenwoordigers kiest om te beslissen. Ik vind dat paternalistisch. Het werkt ook niet meer. Het Europese beleidsproces is inderdaad geblokkeerd, maar dat is tijdelijk. En als het was blijven doordenderen, had je op een later moment een nog grotere clash gehad.'

Tom Eijsbouts, specialist Europees recht aan dezelfde universiteit, is wel teruggekomen op zijn steun aan het referenduminitiatief. Aanvankelijk was hij overigens óók tegen. 'Nationale referenda geven te makkelijk een blokkade: 25 lidstaten betekent 25 kansen op een nee. Maar ik heb me laten overtuigen door het argument dat een referendum de regering dwingt om de kiezers duidelijk te maken swaarom zo'n grondwet nodig is. Daarin hebben we ons vergist: aan alles kon je voelen dat deze regering helemaal geen zin had in dit referendum. Bovendien wist destijds niemand, dat het de regering op het moment van stemming over de hele breedte aan overtuigingskracht zou ontbreken.'
Ook de kloof tussen kiezer en politiek speelde voor hem bij het afwijzen mee. 'Die kloof heeft niets te maken met de EU, die is er in het algemeen. En ditmaal is hij benut om Europa door af te voeren. Niet alleen door de gewone burger, zelfs collega's op de juridische faculteit grepen het referendum gretig aan om ook eens te jennen. Gratis, het ging over Europa dus er stond niets direct op het spel.'

Dat een nationaal referendum niet de ideale manier is om over de toekomst van Europa te beslissen,  erkent iedereen. 'Een referendum in alle Europese landen op dezelfde dag', zegt Van Praag, 'was beter geweest. Dan krijg je ook iets van Europese opinievorming - die er nu niet is.' 'Maar voor een Europees referendum', zegt Richard Wouters met impliciet optimisme, 'was destijds veel minder draagvlak dan nu.'