De afgelopen weken ontspon zich op de Optiekpagina een discussie tussen ons en collega-europarlementariërs over de zogenaamde havendienstenrichtlijn. Dit is een wetsvoorstel van de Europese Commissie om marktwerking binnen de Europese havens te bevorderen door lidstaten te dwingen alle havendiensten nieuw aan te besteden. CDA-europarlementariër Wortmann-Kool pleitte voor aanpassing van dit voorstel, wij riepen beide in afzonderlijke artikelen op tot verwerping ervan. Een verschil van inzicht zoals in de politiek gebruikelijk.

Afgelopen dinsdag betreurde Jeanine Hennis-Plasschaert van de VVD echter dat de havendienstenrichtlijn was weggestemd in de Transportcommissie van het Parlement, en dat de havendiensten nu onder de dienstenrichtlijn komen te vallen. Deze twee beweringen hebben niet met ideologische verschillen te maken, ze zijn onjuist.

Ten eerste hebben de transportspecialisten van het parlement alleen de voorgestelde aanpassingen van het voorstel verworpen. Dat betekent dat in januari het voltallige Parlement zich over het wetsvoorstel van de Europese Commissie moet buigen. Maar nog belangrijker: de havenwerkers zullen ook na uiteindelijke verwerping van de richtlijn niet met de zogenaamde Bolkesteinrichtlijn van doen krijgen.

Dezelfde progressieve krachten in het Europees Parlement die zich tegen de havendienstenrichtlijn keren, zullen er namelijk voor zorgen dat in de uiteindelijke tekst van de dienstenrichtlijn de havendiensten uitdrukkelijk worden uitgezonderd. Gezien de gedeelde angst van mevrouw Hennis-Plasschaert voor het blootstellen van de havenwerkers aan 'Bolkestein' rekenen we op haar steun.

Geschreven met Erik Meijer (SP)