De Europese Grondwet is dood. Hoe verder met de Europese Unie? Tweede-Kamerfractie en Eurodelegatie schreven daarover een notitie: ‘Vrij Europees’. Een vraaggesprek met één van de opstellers, Joost Lagendijk.

Het referendum over de Grondwet is nu één jaar geleden. Wat is er sindsdien gebeurd?

“De verwerping van de Grondwet had moeten leiden tot een maatschappelijk debat over wat Nederland wél wil met Europa, maar daarvan is weinig terechtgekomen. In de Tweede Kamer zijn velen bang hun vingers te branden aan Europa. Burgers vragen zich af of hun mening doorwerkt in de besluitvorming. Bij het referendum was dat duidelijk, in de huidige ‘bezinningsperiode’ niet. Deze heeft immers geen einddoel. Noch in Den Haag, noch in de andere Europese hoofdsteden ziet men een uitweg uit de impasse die is ontstaan na het Franse en Nederlandse nee. Iedereen zit op iedereen te wachten. Dus gaan de regeringsleiders de bezinningsperiode nu maar met een jaar verlengen. Op zich niet slecht, als er echt gedebatteerd wordt over zaken waar mensen zich druk over maken, zoals de grenzen van Europa. Maar dan moet duidelijk zijn waar het debat toe leidt. Komt er een nieuwe verdragsherziening? Worden de burgers daar van meet af aan bij betrokken? GroenLinks wil die garantie graag geven, maar vooralsnog staan we daarin alleen.

“Verder stel ik vast dat het Nederlandse nee een zeer conservatieve interpretatie heeft gekregen. Alsof de tegenstemmers allemaal voor ‘minder Europa’ kozen en niet voor een ‘beter Europa’. De progressieve tegenstemmers, die hoopten dat hun nee-stem tot een meer federale of sociale Grondwet zou leiden, komen bedrogen uit. Ze hebben dan ook weinig van zich laten horen na het referendum. Wij komen in onze notitie wel tegemoet aan een aantal progressieve bezwaren tegen de Grondwet. Met voorstellen voor een betere verankering van dierenwelzijn, bijvoorbeeld, en voor verdere democratisering.”

Maar de notitie keert zich ook tegen Europese bemoeizucht. Een knieval voor de tijdgeest?

“Ten dele. Wij Nederlanders zijn een bangig volkje geworden. De angst voor het vreemde strekt zich uit tot Europa. Velen vrezen voor de teloorgang van typisch Nederlandse vrijheden als vrijwillige euthanasie en coffeeshops, of voor Europese ingrepen in de sociale zekerheid. De Grondwet bevatte wel bepalingen tegen zulke ongewenste Europese bemoeienis, maar die zaten verstopt in het onleesbare derde deel van het verdrag. Ons voorstel is nu om deze waarborgen meer zichtbaarheid én status te geven door ze op te nemen in een ‘handvest van nationale bevoegdheden’. Een lijst van gevoelige kwesties waar Europa van af moet blijven.

“Het handvest moet ook vastleggen dat lidstaten zelf beslissen of zij al dan niet marktwerking invoeren in sectoren als openbaar vervoer, gezondheidszorg en volkshuisvesting. Dat is geen knieval. We hebben al lang kritiek op het marktfundamentalisme van neoliberalen als Bolkestein en Kroes. Een groot deel van de Europese regelzucht komt voort uit hun streven om de interne markt te vervolmaken. Als we daar paal en perk aan stellen, gaan ‘minder Europa’ en een ‘beter Europa’ hand in hand.”

Zal Spanje zo’n handvest van nationale bevoegdheden niet aangrijpen om het stierenvechten veilig te stellen?

“Ja, waarschijnlijk wel. Het zal geen puur Nederlands wensenlijstje worden. Het zal ook ‘verworvenheden’ bevatten die wij juist niét willen beschermen. Daarmee wordt erkend dat Europa geen superstaat is. En dus niet alle misstanden kan oplossen. Hoe dan ook moeten we meer rekening houden met nationale gevoeligheden als we vooruitgang willen boeken op terreinen die echt om een Europese aanpak vragen: milieu, asiel en buitenlands beleid bijvoorbeeld. Hiervoor doet onze notitie voorstellen die verder gaan dan de Grondwet. En afgaand op de opiniepeilingen kunnen we de Nederlandse burgers ook wel meekrijgen in deze ambities.”

Krijgen de burgers het laatste woord over een nieuw Europees verdrag?

“Dat laten ze zich niet meer afpakken, denk ik. Nu er eenmaal een referendum is gehouden over de Grondwet, is het haast ondenkbaar dat een volgende verdragswijziging niét aan de burgers wordt voorgelegd. GroenLinks had en heeft wel een sterke voorkeur voor Europawijde referenda. Die verkleinen het risico van impasses zoals de huidige, met vijftien lidstaten die ja zeggen tegen de Grondwet en twee die tegen zijn.”

Moeten er ook referenda komen over de toetreding van nieuwe lidstaten, gezien de weerstand tegen uitbreiding?

“Ja. Maar het eerstvolgende toetredingsverdrag wordt vermoedelijk gesloten met Kroatië. Een klein landje. Krijg je de mensen daarvoor naar de stembus? Tegenstanders moeten in elk geval het recht krijgen om over nieuwe toetredingsverdragen een Europees correctief referendum af te dwingen.

“Je moet meer dan één referendum houden om het wantrouwen van burgers, het gevoel dat Europa over hun hoofden heen regeert, terug te dringen. Maar burgers moeten ook vooraf betrokken worden bij ingrijpende besluiten. Vandaar onze suggestie om aan het eind van de bezinningsperiode een nieuwe Conventie te organiseren over de Europese spelregels, met deelname van vertegenwoordigers die rechtstreeks gekozen zijn door de bevolking van de lidstaten. Zo’n verkiezing staat garant voor maatschappelijk debat. En je maakt burgers ‘medeplichtig’ aan de compromissen die hun vertegenwoordigers in de Conventie noodzakelijkerwijs zullen moeten sluiten.”

Vrij Europees - volledige notitie