Europa twijfelt welke houding het moet aannemen tegenover haar islamitische buurlanden. Uit angst voor de populariteit van islamitische bewegingen en partijen neigen veel Europeanen naar het steunen van dictatoriale regimes. De democratie wordt steeds minder aan moslims toevertrouwd. Terwijl Turkije voor moslims kan dienen als voorbeeld van het succesvol samengaan van democratie en islam, staat de bevolking van de EU steeds sceptischer tegenover de Turkse toetredingswens. Een afhoudende, angstige strategie zal de situatie in de zuidelijke buurlanden echter verslechteren. De EU moet inzetten op democratisering, waarbij op de islam geïnspireerde bewegingen niet buiten spel blijven staan. Niet alleen de stabiliteit in de regio is hierbij gebaat, ook de vervreemding van moslims binnen de EU kan zo worden tegengegaan.

Na de grote uitbreidingsronde van 2004, zette de Europese Unie met vernieuwd elan in op democratisering van de buren. Dit Europese Nabuurschapsbeleid is gericht op die buurlanden, van Marokko tot Oekraïne, die (nog) geen uitzicht hebben op het lidmaatschap. Het uitgangspunt is goed: de bevordering van democratie en mensenrechten leidt tot stabiliteit en ontwikkeling. In ruil voor de gewenste hervormingen biedt de EU haar buurlanden zoveel integratie in de Europese structuren als mogelijk is, zonder het lidmaatschap zelf aan te bieden.

Helaas schiet de uitwerking tekort. De Europese inzet is te beperkt: het budget voor de zestien partnerlanden bedraagt minder dan twee miljard euro per jaar. De Europese markt blijft op cruciale punten, zoals landbouwproducten of tijdelijke arbeid, gesloten. Ernstiger is nog dat de voorwaarde van democratische hervormingen niet hard wordt toegepast. De EU biedt Marokko, het meest vrije land in de regio, verhoudingsgewijs minder financiële steun dan het dictatoriaal geregeerde Tunesië. De bescheiden middelen die zijn geoormerkt voor democratie en mensenrechten komen terecht bij organisaties die dicht bij het regime staan. Geschrokken van het succes van islamistische bewegingen als Hamas in de Palestijnse gebieden, Hezbollah in Libanon en de Moslimbroederschap in Egypte, lijken veel Europese politici zelfs helemaal terug te komen van het streven naar democratisering van de mediterrane regio. De traditionele benadering wint weer terrein: het ondersteunen van autoritaire regimes omwille van de stabiliteit op korte termijn en de energievoorziening.

De politieke en economische stagnatie in veel islamitische landen voedt ondertussen de wrok van moslims tegen het Westen – en ook die van moslims in het Westen. De geloofwaardigheid van de EU staat op het spel. De kloof tussen haar democratische retoriek en feitelijke politiek is maar al te goed zichtbaar voor de ontevreden meerderheid in deze landen, die de zittende regimes – terecht – verantwoordelijk houdt voor het gebrek aan werk, welvaart, rechtszekerheid en politieke zeggenschap. Als de EU zich opstelt als kritiekloze bondgenoot van deze regimes, voedt zij de radicalisering die zij zegt te willen tegengaan. Ook bij moslims binnen de eigen grenzen. Als het dan alsnog tot regime change komt in een of meer van de islamitische buurlanden, zal dat waarschijnlijk de vorm aannemen van een revolutie die nieuwe onderdrukkers aan de macht brengt.

Wij pleiten er daarom voor de kortzichtige realpolitik te verlaten en het democratiseringsideaal achter het Europese Nabuurschapsbeleid in ere te herstellen. Om haar invloed te vergroten, moet de EU een aantrekkelijker aanbod doen aan de mediterrane buren: meer hulpfondsen en betere toegang tot de Europese markt, maar ook meer visa voor studenten en wetenschappers en meer mogelijkheden voor tijdelijke arbeidsmigratie. Daarbij zijn dan wel striktere voorwaarden noodzakelijk. Wanneer een regering weigert om de democratiseringsclausules om te zetten in de praktijk, of om toegezegde hervormingen uit te voeren, dient de EU daaraan consequenties te verbinden. Zij moet de steun dan drastisch terugdraaien of zelfs stopzetten. Dat klinkt bevoogdend, en dat is het ook. Het gaat hier niet louter om ontwikkelingssamenwerking – daarvoor komen armere landen verderop in Afrika en Azië eerder in aanmerking – maar net zo zeer om veiligheidsbeleid.

De positie van de EU tegenover islamistische bewegingen, organisaties die hun politieke opvattingen op de islam baseren, is cruciaal voor het welslagen van het beleid. Veel moslims beschuldigen de EU van het hanteren van dubbele standaarden. Net als de VS bezondigt de EU zich aan selectieve verontwaardiging. Zowel Washington als Brussel tekende protest aan bij de Egyptische regering toen de seculiere oppositieleider Ayman Nour gevangen werd gezet, maar zweeg toen talrijke aanhangers van de Moslimbroederschap werden opgepakt. Het meest in het oog springende voorbeeld betreft de handelwijze ten opzichte van Hamas en de Palestijnse verkiezingen. Eerst aandringen op meer democratie in de moslimwereld, maar vervolgens een Hamas-regering niet erkennen die uit vrije verkiezingen is voortgekomen, het is deze Europese handelwijze die in de ogen van veel moslims het toonbeeld van hypocrisie vormt.

Islamistische bewegingen en partijen zijn politieke factoren die we niet kunnen negeren. Zij vormen de voornaamste oppositionele bewegingen in de landen aan de Middellandse Zee die onder het Europese Nabuurschapsbeleid vallen. Als daar de democratie van de ene op de andere dag zou uitbreken, dan zouden de islamisten in veel landen de grootste parlementsfractie of de regering vormen. Ook uit de meer realistische scenario’s van politieke transformatie is hun rol niet weg te denken. Het is een illusie om te hopen dat de islamisten verzwakt worden door hen te isoleren. Zo’n strategie werkt radicalisering in de hand. Zij vergroot de kans dat politieke transformaties in de buurlanden op gewelddadige wijze zullen verlopen. Zij maakt de weg vrij voor jihadi’s die geen nationale doelen nastreven, maar internationale onderwerping aan de islam. Met hen valt geen enkel compromis te sluiten.

De Europese Unie moet de dialoog aangaan met islamisten van diverse pluimage. Van Europese zijde moeten daarbij steeds een aantal kritische vragen gesteld worden. Zijn de islamistische bewegingen bereid de democratische spelregels boven de islamitische wetgeving te stellen? Zijn de islamisten bereid een onderscheid aan te brengen tussen hun politieke en hun religieuze vleugel? En hoe is de houding tegenover etnische en religieuze minderheden? En tegenover vrouwen? Van de andere zijde zal zeker de vraag komen om een meer pragmatische Europese opstelling tegenover Hamas. Daarnaast zal de Europese steun aan de autocratische regimes in de regio op scherpe kritiek van de islamisten kunnen rekenen.

Turkije is een voorbeeld van hoe islamisten een democratische ontwikkeling kunnen doormaken. De AKP, de partij die zowel de regering als de president levert, is opgericht door voormalig islamisten. Hoewel er, zeker bij de seculiere elite van Turkije, nog wantrouwen bestaat over het uiteindelijke doel van de partij, blijkt zij in de praktijk hervormingsgezinder dan de seculiere Turkse oppositiepartijen. De AKP belijdt in woord en daad het streven om toe te treden tot de EU en toont respect voor de democratische spelregels. In tegenstelling tot wat Frits Bolkestein beweert (Forum, 8 oktober), wordt vanuit islamitische buurlanden met buitengewoon veel interesse naar de AKP gekeken. In Marokko draagt een succesvolle partij dezelfde naam als de AKP, Ontwikkeling- en Rechtvaardigheidspartij, in het Frans afgekort PJD. De PJD ziet de AKP ook inhoudelijk als voorbeeld. Als de weg van de democratie succesvol blijkt, kan de ontwikkeling van de AKP en PJD ook als inspiratiebron dienen voor andere islamistische bewegingen, zoals de Moslimbroederschap in Egypte, die nu nog ver af staan van de hervormingsgezinde koers van de AKP. Zij zien Turkije als een toetssteen voor de strategie om het politieke bestel van binnenuit te hervormen.

Ook de toetredingsonderhandelingen tussen Turkije en de EU worden in de andere islamitische landen als testcase gezien. De uiteindelijke toetreding van Turkije zou bewijzen dat moslims door de EU als gelijkwaardige partners worden gezien. Dit zou bovendien een nederlaag zijn voor de jihadi's, die vinden dat het Westen per definitie moslimvijandig is en het deelnemen aan het democratisch spel tot niets leidt.

In West-Europa wonen miljoenen moslims, die afkomstig zijn uit de islamitische buurlanden. Hun sociaal-economische positie is veelal zwak, hun geloof ligt onder vuur. Fundamentalistische predikers en jihad-activisten spelen in op de frustraties over sociale uitsluiting en islamofobie. Tegenover de kleine groep die uiteindelijk bij de fundamentalisten uitkomt, staat een groeiend aantal moslims dat zich in de politiek mengt en doordringt tot parlementen en regeringen. Zij maken gebruik van de democratische vrijheden die ontbreken in de landen waar hun wortels liggen.

Democratische vooruitgang in de moslimwereld kan ook bevorderlijk zijn voor de integratie van moslims in Europa. Zeker wanneer de EU daarbij een zichtbare rol speelt en het verwijt van ‘dubbele standaarden’ haar niet langer kan treffen. De moslims binnen de EU volgen de ontwikkelingen in de zuidelijke buurlanden op de voet. Als zij zien dat de moslimlanden stappen zetten in de richting van democratie, kan dit het vertrouwen in de samenleving en het politiek bestel in Europa bevorderen. Democratisering van islamitische landen levert immers het bewijs dat islam en democratie wel samen kunnen gaan. Door democratie te bevorderen kan de Europese politiek steun geven aan de hervormers van de islam in hun strijd met de radicalen om de ziel van de Europese moslim. Bijkomend voordeel is dat democratisering van islamitische landen een welkom tegengif biedt tegen de agressieve retoriek van politici als Geert Wilders, die islam graag met tirannie vereenzelvigen. Daarmee is een eerlijk en open democratiseringsbeleid niet alleen essentieel voor stabiliteit aan de Europese zuidgrenzen, maar ook een stimulans voor het vertrouwen van moslims binnen en buiten de EU in de waarden van de Europese samenleving.

Deze week verschijnt bij uitgeverij Bert Bakker hun boek Sturen bij de moslimburen – Hoe Europa de democratie kan bevorderen.