Zullen onze achterkleinkinderen nog wilde vis eten en in zee zwemmen? Of laten we geplunderde zeeën aan hen na, waarin kwallen en krabben de plaats van vissen hebben ingenomen? Het is de hoogste tijd om zeereservaten in te stellen, vindt Kathalijne Buitenweg. In navolging van visserijbiologen en Greenpeace luidt nu ook Europese Commissie de noodklok: de Europese vissersvloot vangt twee tot driemaal teveel vis. 80 procent van de Europese visbestanden dreigt uitgeput te raken. De situatie is onhoudbaar en daar wil eurocommissaris Joe Borg de Europese visserijministers al op hun eerstvolgende vergadering, aanstaande maandag, van doordringen. Het zijn deze ministers die, onder druk van de visserslobby, jaar op jaar te hoge visquota vaststellen en nalaten om de vissersvloot te verkleinen.

Het roer moet om naar een duurzame visserij, met een gezonde visstand waarvan alleen de natuurlijke aanwas wordt weggevangen. Vissen moeten de tijd krijgen om groot te worden en nakomelingen te krijgen. De huidige vangst valt vaak tegen, omdat de vissen kleiner en schaarser worden. Vissers verdienen daardoor steeds minder aan hun zware werk. Het beëindigen van de overbevissing is niet alleen goed voor de vis en het zeemilieu, maar ook voor de toekomst van de visserij. Uit een kale zee valt niet te plukken.

Dat de vis echt op kan raken, leert het voorbeeld van de kabeljauw in het noordwesten van de Atlantische Oceaan. Hoewel al lang duidelijk was dat de kabeljauw in de gevarenzone zat, wierpen Canadese vissers keer op keer het net uit, met steeds grotere trawlers. Er moest immers brood op de plank komen. Maar aan het eind van de vorige eeuw was er vrijwel geen kabeljauw meer over en raakten de vissers werkloos. Het voorbeeld leert dat we de toekomst van de visserij niet aan de vissers kunnen overlaten. Er is een vooruitziende overheid nodig om de vis te behouden.

Inmiddels heeft Canada zeereservaten ingesteld. Wateren waar niet gevist mag worden en ook geen zand of grind mag worden gewonnen. Het ecosysteem krijgt daar de kans om te herstellen. Ook de vissers hebben zich neergelegd bij deze beperkingen. Want hoe meer vissen er bijkomen in de zeereservaten, hoe hoger het aantal dat buiten de beschermde gebieden op een duurzame manier kan worden gevangen. Of de kabeljauwstand ooit weer het oude peil zal bereiken is overigens nog onzeker.

Ook binnen de Europese Unie zijn afspraken gemaakt om zeegebieden te beschermen. Nederland moest die gebieden al in 1995 aanwijzen, maar de regering treuzelt nog steeds. Daarmee schendt de regering niet alleen het ecologische belang van de Noordzee, maar ook het economische belang van de visserijsector. Alleen overheidsingrijpen kan de visserij levensvatbaar houden.

De Deense regering heeft al wel actie ondernomen. Door het afzinken van grote natuurstenen reconstrueert zij een rif waarvan in het verleden de stenen zijn opgevist. De Europese Unie heeft 2,3 miljoen euro bijgedragen om deze vorm van natuurbescherming mogelijk te maken. Boten kunnen in het gebied nog steeds blijven varen.

Op het Sylt Buiten Rif, een deel van het Duitse continentale plat waar veel Nederlandse vissers de bodem omploegen met zware netten, heeft Greenpeace vergelijkbare stenen op de zeebodem neergelegd – zonder subsidie – om een symbolisch zeereservaat te scheppen. De coördinaten van dit gebied geeft de actiegroep braaf door aan de vissers. Die moeten sowieso bedacht zijn op obstakels: de stenen komen ook van nature in het gebied voor, al zijn de meeste inmiddels weggezogen door de grindwinning en andere verstorende activiteiten. Voor CDA-europarlementariër Cornelis Visser maakt dat niet uit. Hij eist sancties van de Europese Commissie om “dit soort levensgevaarlijke praktijken” te beëindigen. Hopelijk laat eurocommissaris Borg zich niet afleiden door deze ketelmuziek en concentreert hij zich op het werkelijke probleem: de overbevissing en de vertraging bij het instellen van zeereservaten.

Duitsland heeft het Sylt Buiten Rif tot beschermd gebied bestempeld, maar laat na om schadelijke activiteiten zoals de bodemvisserij te verbieden. Nederland is nog minder ver. CDA-minister Verburg heeft nog altijd geen zeereservaten ingesteld. Deze laksheid veroorzaakt de clash tussen de visserijsector en milieuclubs. Het zou het CDA sieren als het echt werk ging maken van haar slogan, Morgen begint vandaag. Als we vandaag niet doen wat nodig is, treffen we morgen een lege zee aan.