De Nederlandse regering start een internationaal offensief voor homorechten. Een goede zaak, maar begin bij het Nederlandse en Europese asielbeleid. Jamal Turkmani zou beter af zijn als hij in Iran was geboren, en niet in Libanon. Homoseksuele asielzoekers mogen immers niet naar Iran worden uitgezet. Sinds vorig jaar geldt in Nederland een moratorium. Zelfs al krijgen Iraanse homo’s geen asielstatus, hun terugkeer zou simpelweg een te groot risico inhouden voor hun veiligheid.

Jamal is een activist voor homorechten, en wil niet teruggestuurd worden naar Libanon. Volgens art. 534 van het Libanese Wetboek van Strafrecht is ‘tegennatuurlijke vleselijke gemeenschap’ strafbaar. Weliswaar niet met de doodstraf, maar toch. Niet alleen de overheid is een bedreiging voor Jamal, maar ook zijn vader die eerwraak heeft gezworen. In een Nederlands ambtsbericht over Libanon staat dat ‘niet bij voorbaat (kan) worden uitgesloten dat een traditionele familie de schande van de homoseksualiteit zo groot vindt dat men het eigen familielid doodt om de eer van de familie te redden’. Maar de Immigratie- en Naturalisatiedienst denkt dat er nog wel plekjes in Libanon zijn waar niemand Jamal (her)kent. Hij vecht nu al meer dan vijf jaar tegen uitzetting. Morgen krijgt hij de laatste kans om zijn zaak te bepleiten bij de rechter.

Ayaan Hirsi Ali moet in vrijheid en veiligheid haar stem kunnen laten horen. Het zou onaanvaardbaar zijn van haar te vragen voortaan te zwijgen over haar ervaringen en opvattingen. Maar dat is wel wat we van Jamal Turkmani lijken te verlangen. Hij zal niet veilig zijn in Libanon als hij voor zijn seksuele gerichtheid uitkomt. Nederland is in rep en roer over de houding van de ChristenUnie tegenover homoseksualiteit. Maar het is net zo belangrijk wat de regering doet voor homoseksuele asielzoekers die bij ons aankloppen omdat zij vervolgd worden.

Juist deze maand hebben de twee ministers op Buitenlandse Zaken mooie sier gemaakt met hun voorstellen om discriminatie van homoseksuelen tegen te gaan. Volgens Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) moet er meer druk komen op 18 van de 36 ontwikkelingslanden waar Nederland actief mee samenwerkt, opdat zij de strafbaarstelling van homoseksualiteit afschaffen. Verhagen (Buitenlandse Zaken) presenteerde zijn mensenrechtennota. Overeenkomstig de daarin aangehaalde Yogyakarta Principles mogen landen geen personen uitzetten als deze een gegronde vrees hebben voor marteling, vervolging en enige andere vorm van wrede, onmenselijke of vernederende behandeling op basis van hun seksuele gerichtheid of gender-identiteit. Eenheid van beleid betekent dat deze beginselen natuurlijk ook voor Nederland zelf moeten gelden. De regering kan dus meteen aan de slag.

Daarbij moet ook naar de gevolgen van de Europese samenwerking worden gekeken. De regels van de Europese Unie hebben in veel landen de bescherming van asielzoekers aanmerkelijk verbeterd. EU-landen waar eerst nauwelijks beleid bestond, kennen nu asielprocedures en opvangfaciliteiten. Maar de Europese afspraken hebben ook gaten geslagen in de nationale vluchtelingenbescherming. Volgens de Overeenkomst van Dublin moeten asielverzoeken behandeld worden in het land waar een asielzoeker als eerste voet aan Europese wal zet. Dit om ‘asielshoppen’ tegen te gaan. Maar omdat er nog zoveel verschil bestaat in de nationale asielregels, mag het terugsturen naar een ander EU-land geen automatisme zijn. In Nederland geldt een moratorium op het terugsturen van homoseksuelen naar Iran, in Griekenland niet. Als een homoseksuele Iraanse asielzoeker via Griekenland naar Nederland is doorgereisd, wordt hij teruggestuurd naar Griekenland. En de autoriteiten daar zien er geen been in om hem een enkele reis Teheran te geven.

Dat blijkt uit de zaak van de 40-jarige Alex. Na te zijn opgesloten en gemarteld in een Iraanse gevangenis vanwege zijn homoseksualiteit, heeft hij het land zeven jaar geleden kunnen ontvluchten. Hij kwam in Griekenland terecht, waar hij tot nu toe alle asielprocedures heeft verloren. Als in maart ook de hoogste Griekse rechter hem in het ongelijk stelt, wordt hij teruggestuurd naar Iran, zijn folteraars tegemoet. Zoals Koenders hulp ontvangende ontwikkelingslanden gaat aanspreken, zo kan Verhagen de telefoon grijpen en naar Athene bellen om dit te helpen voorkomen.

Volgens de Europese asielregels hebben mannen en vrouwen die vervolgd worden vanwege hun seksuele gerichtheid recht op bescherming. Het is hoog tijd dat de EU-landen elkaar aan die afspraak herinneren. Het Nederlandse diplomatieke offensief voor homorechten mag aan Brussel niet voorbijgaan.