Dat staat in de visie die de partijen samen hebben opgesteld. Daarin formuleren ze hun gezamenlijke uitgangspunten en doen ze concrete voorstellen die een streep zetten door het economisch verdienmodel van uitbuiting waarmee het kabinet meteen aan de slag kan.

De PvdA en GroenLinks zien dat als gevolg van politieke keuzes structureel de deur wordt opengehouden voor uitwassen en uitbuiting van arbeidsmigranten in Nederland.

Niet de bedrijfswinsten, maar de werkenden staan voorop
Kati Piri: "We moeten stoppen het uitknijpen van arbeidsmigranten en het belonen van werkgevers die mensen als handelswaar zien. Het individueel recht om binnen de EU in een ander land te werken is een groot goed, maar was nooit bedoeld als winstmodel voor bedrijven ten koste van de werknemers."

Suzanne Kröger: “Niet de bedrijfswinsten, maar de werkenden staan voorop. Elke werkende in Nederland verdient goed werk, met een eerlijke beloning en een veilige werkomgeving."

Werkgevers die alleen kunnen bestaan dankzij zeer goedkope arbeid, moeten hun werkwijze aanpassen of hebben anders geen bestaansrecht in de Nederlandse economie, zeggen PvdA en GroenLinks.

De partijen zien dat het op veel plekken misgaat, en noemen als voorbeelden de vleessector, glastuinbouw en transportsector. Juist in deze sectoren zijn bedrijven actief die werknemers vies en gevaarlijk werk laten doen, onderbetalen, niet fatsoenlijk huisvesten en er zelf met de winst vandoor gaan.

Overschot aan slecht betaald, gevaarlijk en vies werk verminderen
De plannen vergen stevig ingrijpen in de arbeidsmarkt, waarin de markt te bepalend is ten koste van de werknemer. De partijen willen werkgevers fatsoensnormen opleggen om daarmee als overheid te kunnen sturen op wat voor werkgelegenheid Nederland wil.

Zo willen PvdA en GroenLinks het overschot aan slecht betaald, gevaarlijk en vies werk verminderen. De bestaanszekerheid moet worden vergroot, door bijvoorbeeld arbeidsmigranten vaker in vaste dienst te nemen en de kosten voor huisvesting niet meer van hun loon af te trekken. Daardoor zal deze vorm van arbeidsmigratie - die mensen nauwelijks bestaanszekerheid biedt - afnemen.

Daarnaast krijgen gemeenten meer mogelijkheden om zich te richten op hun rol om de sociale cohesie in buurten te versterken in wijken waar nu arbeidsmigranten onder erbarmelijke omstandigheden wonen.