De landen en instellingen van de EU moeten een pact sluiten voor klimaat en energiezekerheid. Een pact met ambitieuze doelstellingen en nieuwe instrumenten voor het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. En met boetebepalingen voor landen die zich niet aan hun klimaatverplichtingen houden.

Dat bepleiten de Groenen in het Europees Parlement na een conferentie over energie en klimaatverandering.

Zeven van de vijfentwintig EU-landen dreigen in 2010 meer broeikasgassen uit te stoten dan is toegestaan op grond van het Kyoto Protocol en de uitstootplafonds die in EU-verband zijn overeengekomen. Ook in Nederland stijgt de kooldioxide-uitstoot; ons land kan alleen aan zijn reductiedoelstelling voldoen door op grote schaal emissierechten op te kopen van landen buiten de EU. De geloofwaardigheid van de EU als voortrekker van de mondiale strijd tegen klimaatverandering staat op het spel. En dat terwijl nieuwe wetenschappelijke inzichten, zoals het Britse Stern-rappport, de urgentie van een effectief klimaatbeleid alleen maar onderstrepen.

De binnen de EU afgesproken uitstootreducties zijn bindend, maar kunnen moeilijk worden afgedwongen. Daarom stellen de Europese Groenen voor om, analoog aan het Stabiliteitspact voor de euro, strenge boetebepalingen vast te leggen voor EU-landen die teveel broeikasgassen blijven uitstoten. Tevens dient het Europese systeem van emissiehandel tussen bedrijven te worden aangescherpt: het uitstootplafond moet omlaag en er moet een uniforme Europese aanpak komen voor de verdeling van emissierechten.

De uitstoot aan broeikasgassen van de geïndustrialiseerde landen moet in 2020 minstens 30 procent lager liggen dan in 1990 om te voorkomen dat de klimaatverandering uit de klauwen loopt. Het Öko-Institut in Berlijn heeft voor de Groene fractie een studie gemaakt die laat zien dat de EU een dergelijke uitstootreductie kan verwezenlijken, mits een heel scala aan maatregelen wordt getroffen op het gebied van energiebesparing en duurzame energie. Bijvoorbeeld door de invoering van strikte normen voor de energie-efficiëntie van apparaten, voertuigen en gebouwen en de ontwikkeling van nieuwe biobrandstoffen.

"Deze maatregelen zijn niet alleen beter voor het milieu, maar leiden ook tot vergroting van de energiezekerheid in Europa", zegt Buitenweg, "we hoeven dan nog maar de helft van onze energie te importeren. Als we niets ondernemen is de EU in 2030 voor driekwart van haar energie afhankelijk van het buitenland – vooral van instabiele regio’s zoals het Midden-Oosten en Rusland."

Een ambitieus klimaat- en energiepact is goed voor de werkgelegenheid in Europa. Het biedt Europese bedrijven de kans om een leidende rol te gaan spelen op de mondiale markt voor innovatieve energietechnologie.