Turkije onderhandelt met de EU over toetreding, maar voor het zover is moet het land nog veel hervormingen doorvoeren. Het Europees Parlement sprak deze week over de situatie in Turkije. De dreigende inval in Noord-Irak domineerde het debat.

Volgens GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk (voorzitter Turkije-EU delegatie) moet Turkije afzien van een grootschalig militair optreden in Irak. "Een groot militair offensief maakt geen einde aan de Turkse strijd met de PKK. Dat brengt alleen maar meer militaire en diplomatieke problemen met zich mee. Bovendien brengen militaire operaties een oplossing voor de Koerdische kwestie in Turkije geen stap dichterbij."

Noord-Irak als uitvalsbasis voorkomen
Tegelijkertijd vindt Lagendijk dat de Europese Unie druk moet uitoefenen op de Koerdische Regionale Regering, die het noorden van Irak controleert. "Deze regering moet voorkomen dat Irak als

uitvalsbasis voor de PKK dient. Het is goed dat de Turkse regering nu samenwerking zoekt met de Amerikanen en de Iraakse Koerden om een einde te maken aan de terreur van de PKK."

Veroordeling PKK
Lagendijk veroordeelt de aanvallen van de PKK van de afgelopen weken in sterke bewoordingen. "Die aanvallen lijken erop gericht het Turkse leger Irak binnen te lokken en daarmee voor langere tijd een oplossing voor het Koerdische probleem onmogelijk te maken. Kennelijk wil de PKK met deze strategie doelbewust een effectief optreden van de Koerdische partij DTP in het Turkse parlement onmogelijk maken," aldus Lagendijk. De DTP heeft sinds de verkiezingen van juli 20 afgevaardigden in het Turkse parlement, die via de parlementaire weg opkomt voor de belangen van de Koerdische minderheid in Turkije.

Zie ook: