Moet Brussel werknemers die in de zon werken, verplichten een hoed met een rand van minimaal 8 centimeter te dragen, inclusief een flap die de nek bedekt? Volgens GroenLinks is er in dit geval geen behoefte aan een nieuw Brussels regeltje en kan bescherming tegen zonnestralen het beste nationaal worden geregeld.

Een meerderheid van het Europees Parlement was het vandaag met GroenLinks eens. Besloten werd om zonnestraling uit een richtlijn te halen die werknemers tegen zogenaamde optische straling moet beschermen. Overeind bleef daarmee de bescherming van medewerkers tegen kunstmatige straling zoals die in vele sectoren voorkomt. Gedacht moet worden aan straling van bijvoorbeeld lasers.

“Bescherming tegen kunstmatige straling in onder andere fabrieken moet Europees worden geregeld, omdat lidstaten anders concurrentievoordelen kunnen behalen. Een lidstaat die op dit gebied minder bescherming van werknemers verlangt, zou daardoor meer bedrijvigheid aan kunnen trekken”, aldus GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk.

Subsidiariteit

Uitgangspunt voor GroenLinks is dat voorkomen moet worden dat lidstaten in een neerwaartse spiraal terecht komen wat betreft bescherming van werknemers. Als dit gevaar niet bestaat, moet het Europese principe van subsidiariteit worden geëerbiedigd. Dit betekent dat eventuele wetgeving zo dicht mogelijk bij huis wordt gemaakt. Anders wordt het gevaar van ondoorzichtige Brusselse wetgeving die niet overeenkomt met de praktijk ter plaatse vooral in dit geval erg groot.

“Bij zonnestraling verschillen de omstandigheden tussen bijvoorbeeld Finland en Griekenland sowieso enorm. Daar verandert ook een Europese richtlijn niets aan. Bovendien is de kans klein dat bedrijven zullen verkassen vanwege verschillende beschermingseisen tegen zonnestraling. Zal een stratenmakersbedrijf bijvoorbeeld eerder een project in Portugal starten dan in Spanje, omdat stratenmakers in Portugal geen hoed hoeven te dragen en in Spanje wel? Dat lijkt me onwaarschijnlijk”, aldus Lagendijk.