De toekomst van Turkije ligt in Europa, zo heeft de buitenlandcommissie van het Europees Parlement met aanname van het rapport van CDA-er Oostlander bevestigd. De start van toetredingsonderhandelingen is mogelijk wanneer het land blijft investeren in de praktische omzetting van de politieke hervormingen.

Principiële tegenstanders hebben nauwelijks meer aanhang in het Europees Parlement. Verschillende wijzigingsvoorstellen van de Duitse conservatieven over het degraderen van Turkije tot een ‘bijzonder buurland’ overleefden woensdag 17 maart de stemming niet. "Ik ben blij dat de discussie nu eindelijk met de juiste argumenten wordt gevoerd. Het is niet de vraag of Turkije bij de Europese Unie hoort, maar wanneer het aan de democratische vereisten voldoet om te kunnen toetreden", aldus GroenLinks europarlementariër Joost Lagendijk.

Hervormingswil
Het 'Oostlander-rapport' prijst de hervormingswil van de Turkse regering. Een meerderheid van de vereiste wetswijzigingen is doorgevoerd. De komende maanden moeten de Turkse autoriteiten alles op alles zetten om deze hervormingen om te zetten in de praktijk. Te vaak nog zoeken aanklagers en rechters de mazen in de wet, gaat de politie haar boekje te buiten of werpen ambtenaren bureaucratische horden op om de organisatie van Koerdische taallessen zo lang mogelijk tegen te werken.

Druk op de ketel
De buitenlandcommissie stemde in met een politiek monitoringprogramma over zaken als een nieuwe grondwet, de verdere beperking van de rol van het leger en verbetering van de situatie van minderheden. Hiermee kan de Europese Unie de druk op de ketel houden, ook nadat de regeringsleiders in december besluiten dat het land mag starten met onderhandelingen over de technische hoofdstukken zoals industrie, milieu en transport. De concrete invulling van een zogenaamd ‘hoofdstuk 0’ moet ervoor zorgen dat Turkije bij een positief besluit in december niet achterover gaat leunen.

Hoofdstuk 0
Of dit ‘hoofdstuk 0’ eerst helemaal afgewerkt moet zijn voordat Turkije mag beginnen met de technische hoofdstukken laat het rapport in het midden. “Wat mij betreft krijgt Turkije tijdens de onderhandelingen een strenger toezicht op de omzetting van de politieke criteria dan de huidige toetreders. Maar we moeten niet stiekem aan nieuwe eisen gaan werken omdat sommige collegae eigenlijk liever nu nog niet willen beginnen met echte onderhandelingen”, aldus Lagendijk.