De europarlementariërs Bouwman (GroenLinks) en Van den Burg (PvdA) zijn zeer bezorgd over mogelijke herziening van de Nederlandse arbeidstijdenwet. Met vragen aan de Europese Commissie en een petitie aan Tweede Kamerleden vragen ze aandacht om te voorkomen dat die arbeidstijdenwet wordt uitgekleed.

De Nederlandse minister van sociale zaken De Geus wil de arbeidstijdenwet vereenvoudigen. Belangrijkste argument: de internationale arbeidsmarktpositie van Nederland verbeteren.

Petitie
Theo Bouwman, voorzitter van de werkgelegenheidscommissie in het Europees Parlement , en europarlementariër Ieke van den Burg bieden de Tweede Kamercommissie sociale zaken, die het voorstel deze week bespreekt, een petitie aan. Ze wijzen daarin op de Europese ontwikkelingen rond arbeidstijden die ook bepalend  zijn voor Nederlandse wetgeving.

Niet afzwakken
Bouwman: "Wij zijn gealarmeerd door het voornemen van de Nederlandse regering om de bescherming die de arbeidstijdenwet nu biedt, af te zwakken naar de Europese minimumnorm. Er is expliciet is afgesproken dat uitvoering van die Europese wet niet mag zorgen voor verzwakking van de eigen wetgeving. Oftewel: die Europese wet mag niet aangegrepen worden om die reeds in Nederland verworven rechten naar beneden bij te stellen.”  Bouwman en Van den Burg vroegen de Europese Commissie dinsdag 13 april om opheldering.

links / bijlagen
- vragen aan de Europese Commissie (zie onder)
- de aangeboden petitietekst (zie onder)
- de EP resolutie van 11 februari 2004

Schriftelijke vraag aan Europese Commissie
Van Theo Bouwman (GroenLinks, NL) en Ieke van den Burg (PvdA, NL)
Brussel, 13 april 2004

Het Nederlands kabinet heeft (18/12/03) aangegeven de Nederlandse Arbeidstijdenwet(1996) te willen vereenvoudigen. De belangrijkste argumentatie is, naast deregulering en veronderstelde verminderde behoefte van individuele werknemers aan bescherming, dat de internationale arbeidsmarktpositie van Nederland daarmee kan worden verbeterd. Daarbij wordt door het kabinet expliciet verwezen naar de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten, “die zich in hun regelgeving m.b.t. arbeids- en rusttijden in belangrijke mate hebben laten leiden door de Europese Richtlijn (93/104/EG). Daar waar Nederlandse regels restrictiever zijn dan volgens de Richtlijn en andere internationale verplichtingen noodzakelijk is, kan deze ongelijkheid worden opgeheven.”

  1. Hoe verhoudt zich volgens de Commissie een op deze wijze gemotiveerde herziening van de Nederlandse wetgeving met de non regressie clausule in art.18.3 van de Richtlijn, volgens welke “de tenuitvoerlegging van de richtlijn geen rechtvaardiging (mag) vormen voor een verlaging van het algemene beschermingsniveau van de werknemers.”?

  2. Is het oprekken van de arbeids- en rusttijd-normen om langere werktijden mogelijk te maken volgens de Commissie niet in strijd met de doelstelling van de Richtlijn en artikel 2 en (toenmalig) artikel 118A van het EG Verdrag waarop de richtlijn gebaseerd is, om een hogere graad van bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers te waarborgen?

  3.Is de Commissie het met ons eens dat een waarschuwing naar de Nederlandse regering gepast is om haar te manen van haar voornemens terug te keren en geen verkeerde precedenten te scheppen voor een omgekeerd effect van Europese richtlijnen, waarbij deze niet als minimumnorm, maar als maximumnorm geïnterpreteerd gaan worden.

Petitie Arbeidstijden

Zorgwekkende ontwikkelingen rond de Europese Arbeidstijdenrichtlijn en de consequenties voor de Nederlandse arbeidstijdenwet

Oproep van Theo Bouwman en Ieke van den Burg, leden van het Europees Parlement

Vandaag vergadert de vaste commissie voor Sociale zaken en Werkgelegenheid met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de voornemens van de regering tot wijziging van de Nederlandse Arbeidstijdenwet. Deze gelegenheid willen wij aangrijpen om de leden van de Tweede Kamer te wijzen op de ontwikkelingen rond de Europese Arbeidstijdenrichtlijn, die ook bepalend zullen zijn voor de Nederlandse wetgeving.

Dat de regering voornemens is om de bescherming die de Nederlandse arbeidstijdenwet nu biedt, terug te schroeven naar wat minimaal Europees verplicht is, is voor ons de directe aanleiding om vandaag deze oproep aan u te richten. Deze oproep is drieledig:

1Wij zijn gealarmeerd door het voornemen van de Nederlandse regering de bescherming die de arbeidstijdenwet nu biedt af te zwakken naar de Europese minimumnorm1;

2Wij roepen de leden van de Tweede Kamer op er bij de minister op aan te dringen dat hij zich inzet voor afschaffing van de zogenaamde Opt Out (de uitzonderingsclausule die ontwijking van de maximale 48 uur werk per week mogelijk maakt, en die vooral in Engeland op grote schaal wordt benut);

3Wij roepen op tot het zoeken naar een constructieve oplossing voor het vraagstuk van de aanwezigheidsdiensten dat is ontstaan door uitspraken van het Europese Hof van Justitie (zaken SIMAP – 2000, en Jaeger - 2003) en dringen daarbij in eerste instantie aan op het nader onderzoeken van en rapporteren over de exacte consequenties van de uitspraken van het Europese Hof in de diverse betrokken sectoren.

Theo Bouwman  en   Ieke van den Burg

Toelichting
Donderdag 15 april 2004 wordt in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid de voorgenomen wijziging van de Nederlandse Arbeidstijdenwet besproken. Europarlementariërs Theo Bouwman (GL) en Ieke van den Burg(PvdA) houden zich in de EP Commissie Werkgelenheid en Sociale Zaken (resp. als voorzitter en prominent lid) bezig met de Europese Arbeidstijdenrichtlijn. Zij maken zich ernstige zorgen over de manier waarop het kabinet de minimumnormen in deze Richtlijn als referentiepunt gebruikt om de normen in de Nederlandse wet op te rekken. Ze willen tevens reeds aandacht vragen voor het zojuist in het Europees Parlement aangenomen standpunt over de herziening van de Richtlijn, waarbij vooral het afschaffen van de individuele opt out wordt bepleit. Zij zijn het eens met het kabinet dat deze opt out clausule niet moet worden aangewend voor het oplossen van de door uitspraken van het Europees Hof veroorzaakte problemen rondom de zogenaamde aanwezigheidsdiensten, maar  waarschuwen voor de suggestie dat het wenselijk zou zijn dat lidstaten zelf de definitie van arbeidstijd kunnen aanpassen. Juist in zijn toekomstige rol van voorzitter zou Nederland samen met de Europese Commissie en de Europese sociale partners naar een structurele oplossing moeten zoeken die het beschermingsniveau van de Richtlijn niet onnodig aantast. 

Met de aan te bieden petitie willen Europarlementariërs Theo Bouwman en Ieke van den Burg de Kamerleden op de hoogte stellen van de Europese ontwikkelingen en hen oproepen de Minister van Sociale Zaken ferme uitspraken te laten doen over het behoud van de werknemersbescherming die de Nederlandse arbeidstijdenwet momenteel biedt. De petitie is tevens een oproep aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelenheid, zich in zijn toekomstige rol van voorzitter van de Social Raad van de EU, samen met de Europese Commissie en de Europese sociale partners in te zetten voor wijzigingen van de EU richtlijn die het huidige beschermingsniveau van de Richtlijn niet onnodig aantast.