Discriminatie op grond van etnische afkomst is nog steeds wijdverbreid in Europa. GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg schrijft een rapport namens het Europees Parlement over de impact van het discriminatieverbod.

Vóór juli 2003 moesten de lidstaten van de Europese Unie discriminatie op grond van etnische afkomst bij wet verbieden op tal van cruciale maatschappelijke terreinen, zoals de arbeidsmarkt, het onderwijs, de gezondheidszorg, huisvesting en het aanbieden van diensten.

Revolutionair
De EU-richtlijn die deze verplichting oplegde, was een revolutionaire stap in de anti-discriminatiewetgeving, omdat er voor het eerst een discriminatieverbod werd ingesteld dat veel verder reikte dan alleen de arbeidsmarkt.

Kathalijne Buitenweg was destijds nauw betrokken bij het tot stand brengen van deze richtlijn: "Ik ben erg trots op deze wetgeving, omdat hierdoor slachtoffers van discriminatie op etnische origine concrete handvaten hebben gekregen om hun recht te halen. Werkgevers en huisbazen die mensen weigeren om hun huidskleur, kunnen dankzij deze wet worden aangepakt. Er zijn overal speciale organen opgericht, zoals de Nederlandse Commissie Gelijke Behandeling, die toezien op de naleving van het discriminatieverbod." Nu gaat Buitenweg bekijken of de lidstaten de richtlijn goed in nationaal recht hebben omgezet.

Veel discriminatie in de praktijk
Buitenweg ziet nog steeds veel problemen in de praktijk. "Wij zijn nog ver verwijderd van een discriminatievrij Europa. 64 procent van de Europeanen vindt dat discriminatie wijdverbreid is. In Nederland is zelfs 83 procent die mening toegedaan. Dit heeft verschillende oorzaken, die niet allemaal via wetgeving aangepakt kunnen worden."

Onvoldoende voorlichting
"Het belangrijkste probleem is dat mensen zich onvoldoende bewust zijn van hun rechten. Slechts één op de drie Europeanen weet zich raad als ze slachtoffer van discriminatie worden. De regeringen moeten veel meer voorlichting geven over anti-discriminatiewetgeving en mensen bewust maken van hun rechten," aldus Buitenweg.

Bewijslast
Zo weten maar weinig mensen dat sinds de invoering van de richtlijn de bewijslast voor de slachtoffers verlicht is. Discriminatie is doorgaans ontzettend moeilijk aan te tonen. Vaak weerhoudt dit mensen ervan om een klacht in te dienen, bijvoorbeeld als ze het gevoel hebben gediscrimineerd te zijn bij een sollicitatie. Als ze nu feiten kunnen overleggen die op discriminatie duiden, verschuift de bewijslast mede naar de werkgever. De werkgever moet dan aantonen dat er geen sprake is van oneigenlijk onderscheid. De gedeelde bewijslast is van belang omdat meestal alleen de werkgever over de relevante informatie beschikt, zoals statistieken over het personeelsbestand.

Geen hiërarchie in discriminatie
Kathalijne Buitenweg wil dat discriminatie op grond van seksuele geaardheid, leeftijd, geslacht of geloof buiten de arbeidsmarkt ook verboden wordt. "Nu mag een zwarte heteroseksuele man bij de bank een lening niet geweigerd worden vanwege zijn huidskleur, maar een homoseksuele blanke man wel vanwege zijn geaardheid. Ik wil geen hiërarchie in discriminatie."

Zie ook: