Nog altijd worden er aanzienlijke hoeveelheden afval, waaronder olie, in zee geloosd, waardoor de zee en de kustlijnen ernstig vervuild raken. "Het probleem is niet zozeer het gebrek aan voorschriften, maar de toepassing en de controle op de naleving van de regels." Aldus Theo Bouwman, Europarlementariër voor GroenLinks die deze week strengere Europese regels voorstelt.

GroenLinks in de Europese Unie

Voorlichter Hein Verkerk

PERSBERICHT

Europese Parlement wil betere regeling om illegale lozingen op zee tegen te gaan.

Brussel, 8 maart 2000,

Nog altijd worden er aanzienlijke hoeveelheden afval, waaronder olie, in zee geloosd, waardoor de zee en de kustlijnen ernstig vervuild raken. Toch hebben alle EU-lidstaten hun handtekening gezet onder het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen (MARPOL-Verdrag) en hebben de kuststaten van de Baltische Zee het Verdrag van Helsinki van gelijke strekking ondertekend,

" Het probleem is dus niet het gebrek aan voorschriften, maar de toepassing en de controle op de naleving van de regels." Aldus Theo Bouwman, Europarlementariër voor GroenLinks, die als rapporteur namens de Vaste Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme, de besluitvorming in het Europees Parlement voorbereidt.

De Europese Commissie stelt een richtlijn voor betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen. Daarmee wordt beoogd ter voorkoming van vervuiling en ter bescherming van het zeemilieu het probleem van de illegale lozingen op zee op te lossen door

1. havens te verplichten havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen in te richten en te beheren,

2. schepen te verplichten het afval af te geven.

In de eerste lezing in 1999, bij het rapport Lagendijk, verwelkomde het Europees Parlement dit voorstel en diende het 18 amendementen in met het oog op een striktere toepassing en een betere bescherming van de zee tegen vervuilende schepen.

De Commissie nam een aanzienlijk aantal van deze amendementen over en ook de Raad nam in zijn gemeenschappelijk standpunt 11 van de 18 amendementen op een of andere wijze over.

De hoofddoelstellingen lijken afdoende te zijn verwerkt in de voorgestelde richtlijn, zoals de verplichting voor havens om te zorgen voor afvalontvangstvoorzieningen en een afvalverwerkingsplan alsmede de verplichting voor schepen om hun behoefte om van afvalontvangstvoorzieningen gebruik te maken vooraf te melden en om al het scheepsafval af te geven. Toch zijn een aantal aspecten nog niet geregeld, waaronder de toerekening van de kosten, de precieze aard van inspecties ter plekke en tot op zekere hoogte de noodzaak om concurrentievervalsing tussen havens te vermijden.

Derhalve stelt rapporteur Bouwman een aantal - gemotiveerde - wijzigingen in de tekst van het gemeenschappelijk standpunt voor waarmee wordt voldaan aan de wensen die het Parlement in eerste lezing kenbaar heeft gemaakt, rekening houdend met de verbeteringen op het punt van de bescherming van het zeemilieu zoals voorgesteld in het gemeenschappelijk standpunt van de Raad. De belangrijkste van deze wijzigingen betreffen:

· Een verplichting voor de scheepseigenaren om tenminste 90 % bij te dragen in de kosten van de voorzieningen, ongeacht of zij wel of geen gebruik daarvan maken.

· Op de verplichting voor schepen hun behoefte vooraf aan te melden om een planning van afval beheer in de haven mogelijk te maken wordt een uitzondering voorgesteld voor visserschepen en vaartuigen die minder dan 12 passagiers kunnen vervoeren

· Milieuvriendelijke schepen krijgen een voorkeursbehandeling. Om te bepalen wat milieuvriendelijke schepen zijn dienen gemeenschappelijke criteria op EU niveau te worden vastgesteld.

· De lidstaten kunnen een lijst van traditionele zeilschepen opstellen die om cultuurhistorische en technische redenen kunnen worden vrijgesteld van de afgifte van afvalwater.

De voorstellen dienen volgende week met een meerderheid van 314 op 626 stemmen te worden aangenomen.