Op 16 november besloot het Europees Parlement in eerste lezing over een verordening op de toegang van het publiek tot documenten van Europees Parlement, Europese Commissie en Raad. De voorstellen, in de wandeling Eurowob genoemd, geven de burgers meer rechten, maar gaan volgens GroenLinks nog lang niet ver genoeg.

Enige tijd geleden deed de Europese Commissie een voorstel tot de regeling van openbaarheid van documenten, dat van alle kanten grote kritiek ondervond. Volgens velen was het meer een wet tot geheimhouding dan een wet op de openbaarheid.

Het Europese Parlement dat medebeslissingsrecht heeft over deze wetgeving, heeft na een lang voorbereidingsproces, deze week de eerste lezing afgerond.

De rapporteurs die besluitvorming moesten voorbereiden waren de Britse Labour afgevaardigde Michael Cashman en de Nederlandse Christen-democraat Hanja Maij-Weggen.

Voor de Groene Fractie werd het voorstel behandeld door de Finse Heidi Hautala en Joost Lagendijk.

Hautala, die verwikkeld is in een opzienbarend proces over de openbaarmaking van documenten over de Europese wapenhandel, had met behulp van onder anderen Nederlandse deskundigen een alternatief op het Commissie voorstel geformuleerd, dat veel verder ging dan de door het Europees parlement aangenomen wijzigingen op het wetsvoorstel van de Europese Commissie.

In een eerste reactie uitte ze dan ook haar teleurstelling dat de wijzigingen van het Parlement niet ver genoeg gaan. De uitzonderingen op de regel van openbaarheid die het Parlement wil invoeren, zijn veel te ruim en de regeling in zijn geheel is veel te bureaucratisch. Joost Lagendijk, concentreerde zich op een wat vreemd onderdeel dat door de rapporteurs wordt geïntroduceerd, een Selecte Commissie die toegang krijgt tot documenten die voor de burger niet toegankelijk zijn.

Een regeling die helemaal niet thuis hoort in een wet die vooral de burgers van Europa toegang moet geven informatie.

"Door het voorstel voor zo´n Commissie nu op te nemen in het wetsvoorstel lopen we het risico dat de rechten van de burgers worden ingeruild voor privileges voor de parlementsleden. Als er al bijzondere regelingen voor Parlementsleden moeten komen dan moet dat ergens anders geregeld worden, bijvoorbeeld in een overeenkomst tussen Raad, Parlement en Commissie," aldus Lagendijk.

Na deze eerste lezing moet de Commissie haar voorstel aanpassen en begint er een lang onderhandelingsproces met de Raad van Ministers, over de definitieve regelgeving.