Er kwam geen debat op de officële agenda van het Europees parlement afgelopen week. Wel hield de werkgroep bio-ethiek van de EVP fractie, waarvan de CDA delegatie deel uitmaakt, woensdagavond een paneldisussie over euthanasie.

Het panel was geheel eenzijdig samengesteld met vertegenwoordigers uit organisaties voor wie vrijwillige euthanasie volstrekt onbespreekbaar is. Verschillende dagbladen hebben hierover uitvoerig bericht.

De GroenLinks delegatie, sprak zich bij monde van delegatieleider Joost Lagendijk op een persconferentie uit tegen een debat in het Europees Parlement, waarin een duidelijke link wordt gelegd naar de stemming in de Eerste Kamer, die naar verwachting in april zal plaatsvinden.

Een poging om het de CDA delegatie ervan te overtuigen deze link naar het Nederlandse wetgevingsproces te laten vallen leverde nog geen bevredigend resultaat op. GroenLinks blijft bereid in het Europees Parlement mee te werken aan een goed voorbereide discussie. Maar dat kost tijd.

De CDA delegatie noemt de bijeenkomst van woensdag een 'hearing' maar die bijeenkomst had meer weg van een tribunaal.

De samenstelling van de deelnemers aan een hearing, moet een breed scala aan opinies over het onderwerp weerspiegelen.

"De manier waarop het CDA de zaak nu heeft aangepakt is weinig productief en is er alleen op gericht het debat in de Eerste Kamer te beinvloeden," aldus Joost Lagendijk.

De argumenten die door het CDA, worden aangevoerd om het op de agenda van het Europees Parlement te plaatsen zijn gekunsteld en zijn niet gebaseerd op een basis in de verdragen die ten grondslag liggen aan de Europese Unie. Dat neemt niet weg dat indien een onderwerp aanleiding geeft tot grote bezorgdheid het Europees Parlement een discussie platform kan zijn om dit te bespreken. Maar verwijzingen naar het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (het EVRM) of grensoverschrijdende effecten die de Nederlandse wet zou hebben, slaan nergens op als we dit bespreken in Europees Parlements verband. Voor toetsing aan het EVRM bestaan zeer duidelijk omschreven procedures en daarin is geen enkele rol weggelegd voor het Europees Parlement, de Europese Commissie of de Raad van Ministers. Grensoverschrijdende effecten doen zich ook op basis van de bestaande Nederlandse praktijk niet voor.