De arbeidstijd in het wegvervoer moet genormaliseerd worden vindt GroenLinks Europarlementariër Theo Bouwman. “We hebben te maken met de verzelfstandiging van chauffeurs, met veel eenmansbedrijfjes, die in de concurrentiestrijd allerlei regelingen ontduiken en absurde werkweken maken. Dat is onwenselijk en gevaarlijk.”

Bouwman: “De wegvervoersector is ziek. De gigantische prijsconcurrentie leidt tot cowboyprijzen en tot een sociale rat race, tot ontduiking van sociale verplichtingen, tot aantasting van werktijden, arbeidsomstandigheden en druk op lonen. Deze ontwikkeling is slecht voor de sector. Om die reden denken wij dat dit gat gedicht moet worden. Deze richtlijn over de organisatie van werktijden van chauffeurs doet dat en moet ook in een breder licht van bestrijding van neveneffecten van liberalisering gezien worden.”

De richtlijn op de arbeidstijd voor wegvervoerders moet zowel voor werknemers die in dienst zijn van grotere transportbedrijven als voor eigenrijders gaan gelden. Dat is nu de mening van het Europese Parlement.
De Europese Commissie en de Raad wilden alleen een 48 urige werkweek invoeren voor chauffeurs die werknemer zijn. Het Parlement wil de richtlijn uitbreiden tot de eigen rijders, waaronder een groeiende groep ‘zelfstandigen zonder personeel’. Van die 48 uur mag wel worden afgeweken, met een maximum van 60 uur per week, mits over een periode van vier maanden het gemiddelde toch niet hoger is dan 48 uur per week. Nachtarbeid mag niet langer duren dan 8 uur per periode van 24 uur en zonder onderbreken mag er nooit langer dan zes uur worden gewerkt.

Onder arbeidstijd valt het besturen van de(vracht)wagen evenals schoonmaken, technisch onderhoud, (toezicht houden op) laden en lossen, administratieve formaliteiten en wachttijd. Bouwman: “Vooral de uitbreiding van deze richtlijn naar de eigen rijders is van groot belang. Er moet een dam opgeworpen worden tegen werkgevers die via uitbesteding van personeel sociale regelgeving ontwijken.”

Controle
De lidstaten moeten controleren of de werktijden niet overschreden worden. De grote van deze controle, is afhankelijk van de omvang van de sector in het betreffende land. Afgesproken is dat twee procent van de arbeidstijd in de sector aan controle besteed wordt. Het belangrijkste controle-instrumenten zijn daarvoor de digitale tachograaf alsook de registratie van werktijden.
“ Er zijn twijfels geuit aan de handhaafbaarheid van deze richtlijn, met name bij eigen rijders, maar die deel ik niet”, aldus Bouwman. “Via de fiscus en controle van contracten met klanten kan een gevoelige check plaatsvinden”.

Het zal nog een stevig gevecht worden tussen het Europese Parlement en de Raad, want de voorstellen staan diametraal tegenover elkaar. Een bemiddelingscommissie zal daarover in het najaar uitsluitsel moeten geven.