Kan je de ecologische voetafdruk toepassen op producten? Over die vraag debatteerden GroenLinks in de EU op 28 september jongstleden met deskundigen uit milieubeweging en industrie. Hoewel een ‘voetafdrukkeurmerk’ de consument snel inzicht geeft in het groene gehalte van producten en diensten, zitten hier nogal wat haken en ogen aan. De ecologische voetafdruk toepassen op levensstijl ligt misschien meer voor de hand.

De ecologische voetafdruk (EV) is een van oorsprong Canadees rekenmodel dat in hectares uitdrukt hoeveel mondiale ruimte een persoon, gemeente of land in beslag neemt. Je kunt met de EV ook producten met elkaar vergelijken: het model drukt in hectares onder meer uit hoeveel invloed de productie van een artikel heeft op het klimaat. Maar ook hoeveel energie het kost een product te maken en hoeveel grondstoffen er in zijn verwerkt Door middel van een EV-keurmerk kan de consument in één oogopslag zien hoe milieubelastend een product is en zo een bewuste keuze maken. Alexander de Roo, Europarlementariër voor GroenLinks en vice-voorzitter van de Europese milieucommissie: “De EV kan een belangrijke bijdrage leveren aan de oplossing van een aantal milieuproblemen en dus een schoner milieu. ”

Gebruik van land is eindig wat het omrekenen van milieuvervuiling naar hectares legitiem maakt. Jan Juffermans, medewerker van De Kleine Aarde in Boxtel, ziet ruimtegebrek als het dringendste milieuprobleem van de toekomst; er is immers geen alternatief voor ruimte. Jan Ros, medewerker van het RIVM in Bilthoven, vindt watergebrek, transport en de introductie van genetisch gemodificeerd organismen minstens zo ernstig. Hij acht het bezwaarlijk dat deze milieuproblemen geen onderdeel van de EV-berekening vormen.

Nadelen

De EV is tot nu toe weinig toegepast op producten. In Nederland bestaat voor verschillende soorten vlees en vleesvervangers een soort EV-systeem. Juffermans: “Dit systeem kan dienen als proefproject om te zien of een EV-keurmerk aanslaat bij de consument.”

Het Engelse Best Foot Forward (BBF) is sinds 1996 bezig met 'footprint' studies. Voor enkele bedrijven berekende BBF de voetafdruk van verschillende producten . Elke milieubelasting is om te rekenen in hectares, behalve gevaarlijk afval. En dat is een nadeel van de toepassing van de EV op producten.

Sommige deelnemers aan het deskundigendebat zagen nog meer nadelen. Zo vroeg Chris Dutilh, coördinator milieuzaken bij Unilever Nederland, zich af hoe je hectares van verschillende kwaliteit met elkaar kunt vergelijken. Craig Simmons, directeur van Best Foot Forward: , “BBF heeft een wereldstandaard bedacht. Zo is voor het verbouwen van een ton graan in Engeland een ander aantal hectares nodig dan in Mexico. Rekening houdend met het verschil in bodem is een soort gemiddelde berekend.”

De EV geeft geen gedetailleerd overzicht van milieubelasting, het is een ruwe meting. Juist het feit dat de EV zo'n grove meting is, pleit volgens sommige deelnemers niet voor de toepassing van de EV op producten. Chris Dutilh: "Je kunt wel een wereldstandaard bedenken om tot gelijksoortige hectares te komen, maar daarmee verlies je het onderscheid om producten met elkaar te vergelijken. Bovendien neem je andere elementen, zoals wisselende oogsten en seizoensverschillen, niet mee in de meting." Dutilh vindt de EV geschikter voor een vergelijking van productgroepen in plaats van afzonderlijke producten.

EV geschikt communicatiemiddel

De Levenscyclus Analyse (LCA) berekent vrijwel alle aspecten . Maar die methode is te gecompliceerd om aan een groot publiek uit te leggen. En daar is de EV juist uitermate geschikt voor. Gea Boessekool van Adviesbureau Aarde-Werk in Den Haag: "Het is te ingewikkeld om alle verschillen in milieubelasting op productniveau aan de consument uit te leggen. Voor de verschillen in milieubelasting voor wat betreft verpakking, transport en levensstijl is de EV een goed instrument."

Simmons beaamt dit: "De EV is inderdaad niet een indicator voor alle milieufacetten, maar het is een nuttig instrument voor bepaalde doeleinden. De EV is ontwikkeld voor mensen die zich niet erg verdiepen in afzonderlijke producten. Het is een goed instrument voor communicatie met het publiek Bij gebruik in de politiek ligt het wat problematischer. Voor beleidsvorming en productontwikkeling bestaan weer andere nuttige indicatoren." Ook Jan Juffermans is van mening dat de EV vooral bedoeld is om het publiek voor te lichten. Het is een goede manier om milieuvervuiling visueel te presenteren.

"De EV kan zowel de burgers als de politiek herinneren aan de global impact die ons consumptiepatroon in z'n totaliteit heeft. Zonder een dergelijk instrument raken de verschillende milieuproblemen erg versnipperd", aldus Maria Buitenkamp van adviesbureau Ecostrategy. Voor wat betreft de toepassing op producten voelt Buitenkamp meer voor een soort waardesysteem dan voor een feitelijke weergave van vervuiling op het etiket.

Nieuw keurmerk

Een argument van de sceptici van een EV-keurmerk is dat er al diverse keurmerken voor onder meer witgoed en voedsel bestaan. Voorstander Juffermans: “Het EKO-keurmerk geeft geen volledig beeld: de mogelijk milieubelastende factor transport zit niet in de berekening. Deze factor zou je bij een EV-keurmerk wel kunnen meenemen.”

Chris Dutilh mist het gedrag van de consument in het verhaal. “Als je het keurmerk baseert op milieuvervuiling tot aan de fabriekspoort, houd je geen rekening met het feit dat consumenten sommige producten bijvoorbeeld lang in de vriezer bewaren. Dat kost veel energie hetgeen de consument niet kan aflezen aan het EV-keurmerk. De EV zou moeten slaan op consumptief gedrag in z’n totaliteit.”

Het is in elk geval belangrijk dat, op welk niveau je de EV ook toepast, er eenduidige afspraken worden gemaakt. Leo Jansen van de Universiteit Twente: "Het is voor indicatoren essentieel dat het betrouwbare instrumenten zijn. De vraag is: hoe neem je bepaalde factoren mee en welke instituties bepalen dat? Er moet een standaard zijn. Of je EV nu als educatieve maatregel of als een soort keurmerk gaat gebruiken, je moet erover onderhandelen." Alexander de Roo weet dit als lid van het Europees Parlement als geen ander. Het doel moet uiteindelijk een overeenkomst zijn, zodat de EV een erkend en bruikbaar Europees meetinstrument wordt.

Maar de EV vervolgens introduceren als een verplichting, is niet handig, volgens Maria Buitenkamp. "Er zijn veel dingen die je met de EV kan doen. Maar je moet niet naar een verplichte maatregel gaan, want dan raak je verstrikt in juridische gevechten."

Over het nut van keurmerken lopen de meningen uiteen. Zo blijken de consumenten volgens Unilever niet geïnteresseerd te zijn in informatie over de ecologische voetafdruk. Jan Ros van het RIVM beaamt dat uit onderzoek heeft uitgewezen dat slechts 5 tot 10 procent van de consumenten bewust kiest voor milieuvriendelijke producten. Volgens Annemarth Idenburg (RIVM) zal niemand producten in de supermarkt op ecologische voetafdruk vergelijken. "Het is daarentegen wel interessant om te zien hoe scholen de EV als onderwijsmateriaal gebruiken." Ook Alexander de Roo is overtuigd van de grote educatieve waarde van de EV. En niet alleen voor kinderen.