Begin december werd de directeur van Europol gemachtigd om, in uitzonderlijke gevallen, over te gaan tot de uitwisseling van persoonsgegevens met derde landen en instanties. Vlak daarna werd een akkoord over vergaande strategische en technische samenwerking tussen Europol en de Verenigde Staten gesloten. GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg vreest dat er niet zorgvuldig met persoonsgegevens omgesprongen kan worden. Zij stelde vragen aan de Europese Commissie.

Het akkoord met de VS en de machtiging van de directeur van Europol moeten in het licht van de aanslagen op de Verenigde Staten van 11 september 2001 gezien worden. De politiële samenwerking tussen de Europese Unie en de VS op het gebied van misdaadbestrijding kwam door het akkoord in een stroomversnelling. Buitenweg is bezorgd over de gevolgen van het akkoord, daar er grote verschillen tussen Amerikaanse en Europese rechtssysteem zijn. Ook de grote verscheidenheid van gerechtelijke instanties in de VS die voor samenwerking in aanmerking komen is zorgelijk.

De Europese Commissie is als waarnemend lid in de Raad van Bestuur van Europol in staat helderheid te scheppen in de positie van Europol. Ook wil Buitenweg duidelijkheid over de voorwaarden rond het akkoord met de VS. Onduidelijk is bijvoorbeeld wat de basis voor uitwisseling van persoonsgegevens is in het akkoord, welke Amerikaanse instanties aanspraak kunnen maken op deze gegevens, hoe lang deze gegevens mogen opslaan, of zij deze door mogen spelen aan derden en waar de data voor gebruikt mogen worden. Buitenweg: “In het Europees Parlement zijn we uiterst begaan met de bescherming van persoonsgegevens. Sinds het opstarten van Europol hebben we gehamerd op het gebrek aan parlementaire en rechterlijke controle. Nu komt de onduidelijkheid over het akkoord met de VS daarbij. Dit brengt de bescherming van persoonsgegevens van EU-burgers, die in het Europol verdrag vast gelegd is, in gevaar."

Hier de integrale tekst van de schriftelijke vraag van Kathalijne Buitenweg aan de Europese Commissie

Datum: 15 januari 2002

Onderwerp: In vraagstelling van de waarborgen bij verstrekking van persoonsgegevens aan derde staten en instanties

Tekst:

Het recente akkoord voor vergaande strategische en technische samenwerking tussen Europol en de Verenigde Staten (VS), alsook de machtiging aan de directeur van Europol om, uitzonderlijk, over te gaan tot de uitwisseling van persoonsgegevens met derde landen en instanties, hebben de samenwerking tussen de Europese Unie en de VS in een stroomversnelling gebracht.

De grote verscheidenheid van gerechtelijke instanties in de VS die hiervoor in aanmerking komen alsook de potentiële verschillen tussen het Amerikaanse en Europese rechtssysteem baart zorgen. Het Europees Parlement is uiterst begaan met de bescherming van persoonsgegevens en heeft sinds het opstarten van Europol het gebrek aan parlementaire alsook judiciaire controle aangeklaagd. Deze tekortkomingen gecombineerd met een gebrek aan informatie wat de samenwerkingsakkoorden met de VS betreft, ontneemt de essentie van de bescherming van persoonsgegevens zoals uitgestippeld in o.a. artikel 18 van het Europol verdrag.

Wil de Commissie, als waarnemend lid van de raad van bestuur van Europol, onderzoeken en rapporteren aan de vraagsteller:

1. welke instanties in de VS aanvraag doen op het gebruik van persoonsgegevens komende uit de EU, en welke de aard is van die gegevens, (namelijk of deze ook gegevens betreft van individuen die door lidstaten "on file" staan);

2. welke operationele afspraken zijn gemaakt met de verscheidene VS instanties omtrent het beheer van persoonsgegevens, met name wat betreft de doelomschrijving, het eventueel overdragen aan derden, en de duur van de beoogde verwerking, inclusief het opslaan van gevoelige data afkomstig uit het telecommunicatie verkeer;

3. welke geldende algemene of bijzondere voorschriften voorzien zijn opdat de overheid van de VS of elk van de instanties in kwestie de gegevens alleen gebruiken voor het doel waarvoor ze zijn verstrekt, en welke garanties of middelen tot controle en bescherming voorzien zijn.