Het debat over de transatlantische relatie, de relatie tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten, in het Europees Parlement deze week, spitste zich toe op het staalconflict dat steeds meer de proporties van een handelsoorlog begint te krijgen. GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk trok het debat breder door in te gaan op het nieuwe evenwicht dat in de transatlantische relatie gevonden moet worden.

"Elf september zorgde voor een stroomversnelling in een al veel langer lopend proces, namelijk het vinden van een nieuwe relatie tussen de EU en de Verenigde Staten", aldus Lagendijk. De Europese Unie is steeds sterkere economische wereldspeler en niet langer 'het jongere broertje van de VS'. Lagendijk: "De EU moet, als economische supermacht, zelfverzekerd een eigen rol spelen en niet proberen de Verenigde Staten te kopiëren. Met een geloofwaardige mix van militaire middelen, maar vooral middels conflictpreventie, crisis management en nation building, zie Macedonië en Afghanistan, moeten conflicten beslecht worden. De EU moet doen waar het goed in is; praten, praten, nog eens praten en tenslotte compromissen sluiten en betalen."

Grote kritiek heeft Lagendijk op het uitgelekte plan van de VS om het taboe op het gebruik van nucleaire wapens op te heffen. "De grens tussen nucleaire en niet-nucleaire wapens mag niet vervagen. Dreiging met nucleaire wapens bemoeilijkt het vinden van oplossingen in bijvoorbeeld Irak of Iran." Lagendijk dringt aan op een duidelijk standpunt van de Europese Unie ten aanzien van nucleaire wapens, waarbij met name de Franse en Engelse regering helderheid dienen te verschaffen over de eigen kernwapens.

Lagendijk: "De Europese Unie is geen militaire supermacht die op eigen houtje haar zin kan doordrijven in de hele wereld en we moeten dat ook niet willen. De EU heeft de Verenigde Staten nodig als de zaken uit de hand lopen maar de Verenigde Staten heeft de EU nodig om ervoor te zorgen dat de zaken niet teveel uit de hand lopen."

Hier de integrale bijdrage van Lagendijk tijdens het debat op 13 maart 2002 in het Europees Parlement:

Lagendijk (Verts/ALE). - Voorzitter, natuurlijk heeft het feit dat wij hier vandaag debatteren over de transatlantische

relaties alles te maken met 11 september. Maar laat er geen misverstand over bestaan, 11 september heeft gezorgd voor een stroomversnelling in een al veel langer lopend proces, namelijk het vinden van een nieuwe relatie tussen de EU en de Verenigde Staten. Daarbij spelen veel structurele oorzaken een rol: de sterkere, toegenomen rol van de Europese Unie als economische supermacht en het einde van de Koude Oorlog en daarmee een andere rol voor de Verenigde Staten in Europa.

De EU is niet langer het jongere broertje van de Verenigde Staten, dat er trots op is om in de schaduw van de Verenigde Staten te lopen, maar de EU is, hoop ik, ook niet de jongvolwassene die precies wil doen wat het grote voorbeeld tot nu toe altijd gedaan heeft. De EU moet zelfverzekerd een eigen rol spelen. De EU moet niet bang zijn voor onenigheid, niet bang zijn om als ze het niet eens is met de Verenigde Staten dat te laten blijken. Maar vooral moet de EU niet proberen de Verenigde Staten te kopiëren. Laat ik daar twee voorbeelden van geven.

De verhoging van de defensiebudgetten met een enorm bedrag, veel groter dan het gezamenlijke budget van Frankrijk en Groot-Brittannië samen. Betekent dat nu dat ook de Europese Unie haar defensiebudgetten enorm zou moeten verhogen? Nee, wat mij betreft, omdat het geen enkele zin heeft te proberen de kloof die geslagen is te overbruggen met de gedachte dat we daarmee een geloofwaardige partner zouden zijn. De taak van de Europese Unie is om zelf na te denken over een geloofwaardige mix van militaire middelen, maar vooral over zaken waar de Europese Unie goed in is: conflictpreventie, crisis management en nation building, zie Macedonië en zie Afghanistan. Vrij naar de Amerikaanse president Roosevelt zou ik willen zeggen: "Let us speak softly, let them carry a big stick".

Maar ook aan het dragen van wapens zijn grenzen verbonden, Voorzitter, en die grenzen zijn overschreden in de plannen van de Verenigde Staten die nu zijn uitgelekt over het gebruik van nucleaire wapens. Het kan niet zo zijn dat de Verenigde Staten de rol van nucleaire wapens niet, zoals wij zouden willen, vermindert en terugdringt, maar ze een nieuwe rol geeft in een nieuwe strategie, de drempel voor gebruik verlaagt, de grens tussen nucleaire wapens en niet-nucleaire wapens laat vervagen. Dat is een ontwikkeling waarover de Europese Unie niet bang mag zijn te zeggen dat ze het daar niet mee eens is. Het vervagen van de grenzen tussen nucleaire en niet-nucleaire wapens is een gevaarlijke ontwikkeling en we weten allemaal dat de dreiging met nucleaire wapens het vinden van oplossingen bijvoorbeeld in Irak, bijvoorbeeld in Iran, alleen maar zou bemoeilijken. Het heeft geen enkele zin daarmee te dreigen, en we moeten niet bang zijn dit te zeggen. Sterker nog, ik vind dat het een oproep zou moeten zijn aan de Franse en de Britse regering om nu eindelijk eens duidelijk te maken wat zij willen met nucleaire wapens. Wat het mijn fractie betreft, is het antwoord duidelijk: voor nucleaire wapens is geen rol weggelegd in het toekomstige Europese veiligheidsbeleid.

Als laatste voorbeeld het Midden-Oosten. Natuurlijk is het beter om samen met de Amerikanen een diplomatieke offensief te houden. Dat moeten we ook doen, maar we moeten niet zitten wachten op de Verenigde Staten. De Europese Unie kan niet alleen diplomatiek maar vooral economisch haar eigen rol spelen. Daarbij hebben we een unieke kans om de druk op beide partners op te voeren en we zijn bovendien verplicht om ons eigen mensenrechtenbeleid geloofwaardig te houden. Voorzitter, de Europese Unie is een economische supermacht die haar weg probeert te zoeken in de wereld. Dat zal lukken als we met één stem spreken. Dat zal lukken als we er niet voor terugdeinzen om openlijk kritiek uit te oefenen op andere supermachten. Dat zal vooral lukken als we niet proberen de Verenigde Staten te kopiëren.

De Europese Unie is geen militaire supermacht die op eigen houtje haar zin kan doordrijven in de hele wereld en we moeten dat ook niet willen zijn. De EU is ook geen naïeve mecenas die wel betaalt als de Verenigde Staten het vuile werk hebben opgeknapt. Natuurlijk moet de Europese Unie, ook militair, in staat zijn om in de eigen achtertuin de vrede te bewaren. Daarbuiten moeten we vooral doen waar we goed in zijn: dat is praten, praten, nog eens praten, compromissen sluiten en uiteindelijk betalen. De EU heeft de Verenigde Staten nodig als de zaken uit de hand lopen maar de Verenigde Staten heeft de EU nodig om ervoor te zorgen dat de zaken niet teveel uit de hand lopen.