In totaal verloren 1.4 miljoen Europeanen in 2001 hun baan door het faillissement van hun werkgever. “De modernisering en flexibilisering van de Europese arbeidsmarkt brengt meer onzekerheden in de arbeidsverhoudingen met zich mee. Dit onderstreept het belang de werknemer op Europees niveau tegen faillissement te beschermen”, aldus GroenLinks-europarlementariër Theo Bouwman.
Dinsdag 14 mei stemde het Europees Parlement in met de richtlijn ter bescherming van werknemers bij insolventie van hun werkgever. Vorig jaar nog kampeerden werknemers van Syntel, een dochteronderneming van het Spaanse Telefonica, in de straten van Madrid. Zij hadden al maanden geen salaris meer ontvangen. Ook in Duitsland onderstrepen de financiële problemen bij de concerns Holzmann en Kirch de noodzaak van een goede insolventieregeling op Europees niveau.
Een beroep op de insolventieregeling wordt mogelijk zodra er sprake is van een situatie waarin het bedrijf niet langer de betalingsverplichtingen nakomt. Een werknemer kan aanspraak maken op het fonds bij niet uitgekeerd loon.
De lidstaten van de Europese Unie mogen bij de uitwerking van de richtlijn naar de nationale wetgeving zelf kiezen of ze een plafond aan de betalingsverplichtingen stellen. Bij de plafonds moet rekening gehouden worden met de sociale doelstelling van de richtlijn. Kortweg moeten de plafonds in redelijke verhouding staan tot de omvang van de claim.
Definitie werknemer
Bouwman, voorzitter van de commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken, pleit al maanden voor een Europese definitie van het begrip werknemer. “Dit schept duidelijkheid omtrent de vraag aan wie de sociale wetgeving bescherming biedt. Ik vind dat ook buitengewone categorieën werknemers als schijnzelfstandigen en thuiswerkers bescherming door deze richtlijn verdienen.” Toen dit standpunt echter onhaalbaar bleek, is Bouwman akkoord gegaan met een zogenaamde ‘versnelde procedure’, waardoor de insolventierichtlijn sneller tot stand is gekomen. “Ik ben echter pas akkoord gegaan nadat Eurocommissaris Diamantopoulou voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken, op mijn verzoek instemde met een studie naar nieuwe werkvormen en arbeidsrelaties in de lidstaten en kandidaat lidstaten. Hierbij moet gedacht worden aan deeltijdwerk, tijdelijk werk en ‘schijnzelfstandigen’ die afhankelijk zijn van één klant." Bij de uitkomst van dit onderzoek zal de commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken moeten kijken welke groepen ook op andere sociale wetgeving aanspraak zou moeten maken. "Dan kan een grote stap voorwaarts voor sociaal Europa gemaakt worden.”
Vervolg
Dankzij de snelle behandeling in het EP, kan de richtlijn op 3 juni op de bijeenkomst van de Sociale Raad worden goedgekeurd, nog net onder het Spaanse voorzitterschap. Dit najaar zullen op een gezamenlijke hoorzitting van het Europees Parlement en de Europese Commissie de resultaten van dit onderzoek bekend gemaakt worden. Bouwman: “In samenwerking met de commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken moet de Europese Commissie maatregelen voorstellen om de werknemers in nieuwe flexibelere arbeidsrelaties beter te beschermen."