"Gewaagde plannen die het verdienen gesteund te worden door de groene beweging.” Zo omschrijft Alexander de Roo, europarlementariër van GroenLinks, de nieuwste plannen voor de hervorming van het landbouwbeleid in de EU.

de voorstellen, in een notedop

"Wat de Europese landbouw nodig heeft is niet wat nieuwe

make-up, maar een grondige facelift", aldus Europees commissaris Franz Fischler tijdens de presentatie woensdag 10 juli van zijn plannen voor de middellange termijn van de Europese landbouw. Fischler wil een flinke herziening. Zo krijgen boeren een soort basisinkomen, gebaseerd op hun prestaties in het verleden. Daar bovenop ontvangen boeren extra subsidie als ze aantoonbaar milieu- en diervriendelijk produceren. Doen ze dat niet, dan kan zelfs hun basisinkomen worden gekort. Hier staat tegenover dat boeren meer mogelijkheden krijgen inkomsten te verwerven via de markt.

Kleinere schaal

Een ander gewaagd voorstel is dat boeren jaarlijks maximaal driehonderd duizend euro aan subsidies kunnen ontvangen. Dit benadeelt vooral de grootschalige boerenbedrijven. Nederland heeft echter weinig van die ‘grote jongens’. Met name in Frankrijk en het oosten van Duitsland is deze enorme grootschaligheid te vinden. Een goede zaak vindt ook Arie van den Brand, GroenLinks landbouw woordvoerder in de Tweede Kamer: "Dat de zeer grootschalige landbouw in de voorstellen minder krijgt vind ik vanuit sociaal oogpunt gezien, een goede zaak. Nu is het zo dat twintig procent van de boeren tachtig procent van de subsidies opstrijkt. Het geld wordt straks eerlijker verdeeld en groene diensten worden beloond. Dit is goed voor landbouw én de diversiteit van de Europese boerenlandschappen." Besparingen worden besteed aan groene diensten, zoals landschapsbeheer, natuurbeheer en ontwikkeling van het platteland. De Roo: “Kortweg, goed voor boeren, burgers en beesten.”

Vervroegen

Over het moment waarop de hervormingsplannen in werking treden, is Fischler minder helder. Officieel begint de hervorming pas in 2006, aan het eind van het huidig financiële raamwerk. De Roo: “Aangezien waarschijnlijk vanaf 2004 de eerste kandidaat-lidstaten tot de EU toetreden, hoopt de Eurocommissaris de plannen twee jaar eerder uit te kunnen voeren.” De Roo steunt Fischler van harte in zijn pogingen de invoering te vervroegen. “Anders zouden de nieuwe lidstaten de eerste jaren een verouderd landbouwbeleid moeten overnemen. Dat is niet erg effectief.”

Kritiek

Toch zijn er kritische kanttekeningen bij de hervormingsplannen te plaatsen. De Roo: “Geen van de voorstellen maakt een eind aan het dumpen van producten buiten de Europese Unie.” Met name de exportsubsidies maken het voor Europese boeren mogelijk onder de wereldmarktprijs te leveren aan andere landen, met grote nadelige gevolgen voor met name de ontwikkelingslanden.

Van den Brand: "Het is heel jammer dat er geen aandacht is voor het vergroenen van de boodschappentas. Het afschaffen van de BTW voor biologische producten had ook in de plannen moeten staan."

Het gesleep van dieren dwars door Europa wordt niet aangepakt, evenmin als het gebruik van pesticiden en kunstmest. Ook de positie van gen-voedsel blijft onbesproken. Maar zowel De Roo als Van den Brand zien ook wel in dat helaas niet alles in één keer kan worden veranderd. Van den Brand: "Hoe dan ook: als deze hervorming slaagt komt er politiek ook ruimte om die andere punten aan te pakken." De Roo: “Fischler’s plannen vormen een goede basis voor verdere vergroening in de Europese landbouw. Laten we het daarom met open armen verwelkomen!”

Voorstellen van eurocommissaris Fischler, 10 juli 2002

Hervorming Europees landbouwbeleid

De Europese Commissie heeft woensdag 10 juli voorstellen gepresenteerd in het kader van de mid-term review van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Hier een samenvatting van de voorstellen, de begroting en de eerder voorgestelde infasering van directe inkomenssteun.

- puntgewijs

- begroting

- infasering directe inkomensteun (eerder voorstel)

Puntgewijs

De belangrijkste maatregelen zijn:

- Afschaffen van de koppeling tussen landbouwsubsidies en productie

- Boeren ontvangen een vast bedrag, afhankelijk van hun productie in voorgaande jaren

- Subsidies moeten de komende zeven jaar met 20 procent afnemen

- Individuele subsidies krijgen een plafond: maximaal 300.000 euro per boerenbedrijf per jaar

- Deze besparingen worden besteed aan ontwikkelingsprojecten voor het platteland

- Subsidies worden gekoppeld aan voedselveiligheids- en milieueisen

- Bovenop het plafond wordt steun per arbeidsplaats gegeven

- Boeren krijgen meer vrijheid in het kiezen van gewas of dier

- Graanprijzen worden met 5 procent verlaagd, tarweprijzen ook omlaag

Begroting

Het document van de Commissie, dat officieel werd gepresenteerd op 10 juli 2002, wijdt een korte paragraaf aan de voorziene financiële gevolgen van de voorstellen.

1. Ondanks de nieuwe voorstellen zal de landbouwbegroting volgens de Commissie in de jaren 2002 tot en met 2006 ruim onder de financiële plafonds blijven die in Berlijn waren afgesproken in 1999:

Jaarlijks plafond minus geplande uitgaven:

2000 € 1,1 miljard

2001 € 2,3 miljard

2002 € 2,3 miljard

2003 € 2,3 miljard

2004 € 1 miljard

2005 € 1 miljard

2006 € 1 miljard

2. Eerste voorlopige en voorzichtige berekeningen van de Commissie tonen dat de voorgenomen verandering in de diverse sectoren en de ontkoppeling tussen subsidies en productie kan leiden tot een jaarlijkse besparing op de begroting van ongeveer 200.000 euro. Verdere financiële uitwerking van de afzonderlijke maatregelen kan de Commissie pas geven "zodra de formele wetgevende voorstellen zijn gepresenteerd."

3. De berekende besparingen ten gevolge van hervormd landbouwbeleid, alsmede de voorziene ruimte tussen jaarlijkse uitgaven en bestedingsplafonds, vormen een veiligheidsmarge in de totale begroting die kan worden aangesproken voor onvoorziene tegenvallers.

Infasering directe inkomensteun

De hervormingsvoorstellen van de Europese Commissie hebben voornamelijk hun weerslag in de jaren tot 2007. In dat jaar worden namelijk nieuwe afspraken gemaakt over de begroting. Naar alle waarschijnlijkheid zullen tegen die tijd de nieuwe lidstaten in Centraal- en Oost-Europa zijn toegetreden tot de Europese Unie.

Om Oost-Europese boeren uiteindelijk dezelfde mogelijkheden te bieden als hun collega's in het westen, heeft de Commissie begin 2002 een voorstel gepresenteerd. Hierin wordt gepleit de directe inkomenssteun aan boeren in de nieuwe lidstaten na toetreding (waarschijnlijk in 2004) gefaseerd in te voeren: van 25% in 2003 naar uiteindelijk 100% in 2013.

Waarom is hiervoor gekozen? Ten eerste om tegemoet te komen aan de snerende wensen van hun regeringen. Zij vinden het onverkropbaar dat er een tweedeling zou ontstaan in de EU, waarbij de nieuw toegetreden landen als tweederangslidstaten worden behandeld. Als tweede stabiliseert de gefaseerde introductie van inkomenssteun voor boeren hun inkomsten zonder het herstructureringsproces te dwarsbomen. Aldus de Commissie.

De Commissie verwacht enkele problemen bij de (gefaseerde) invoering van de steun. Deze hebben voornamelijk betrekking op de administratieve capaciteiten, gebrek aan ervaring en grote aantallen zeer kleine aanvragen. Om hieraan tegemoet te komen stelt ze voor maximaal drie jaar een alternatieve regeling voor. In plaats van de standaardregels zou de steun naar areaal kunnen worden vastgesteld (dus per hectare). Dit voorkomt veel administratieve rompslomp.