Alle Europese regels over sociaal en werkgelegenheidsbeleid zijn overgenomen. Sociaal zijn alle tien de toetredingslanden dan ook geslaagd voor hun 'toetredingsexamen'. "Het betekent niet dat de toetredingslanden er sociaal net zo voorstaan als de huidige EU-lidstaten. Het werken aan een sociaal stelsel naar Europees model is nog maar net begonnen", aldus Groenlinks-europarlementariër Theo Bouwman.

Vandaag, woensdag 9 oktober, presenteert de Europese Commissie de uitbreidingsrapporten. De onderhandelingen met de Europese Commissie over het 'sociale acquis' - het pakket Europese regels - is succesvol afgerond. De Europese sociale wetgeving is, op papier, overgenomen. Dat moet echter nog omgezet worden naar de praktijk.

Sociaal vangnet

“Het is belangrijk dat de kandidaat-lidstaten daadwerkelijk lid worden van de EU. Hoe eerder zij de voordelen van het EU-lidmaatschap genieten, hoe sneller ze aan de verdere opbouw van een 'sociale markt-economie' kunnen werken. Dat is ook bij de vorige toetreders Spanje, Griekenland en Portugal het geval geweest. Daarom moet de EU investeren in het sociale karakter van de uitbreiding”, aldus Bouwman, voorzitter van de commissie sociaal zaken en werkgelegenheid. Bouwman vindt dat de EU veel meer doen om de kandidaat-lidstaten te ondersteunen bij het opzetten van effectieve, degelijk gefinancierde instituties voor armoedebestrijding, sociale zekerheid en gezondheidszorg. “Een goed sociaal vangnet is niet alleen een kostenpost, maar vergemakkelijkt ook het doorvoeren van economische hervormingen.”

Werkgelegenheid

De werkloosheid is in sommige delen van de nieuwe lidstaten enorm. Reorganisatie van oude industrieën heeft tot verlies van vele banen geleid. Door het uitblijven van nieuwe investeringen bleef ook nieuwe werkgelegenheid in bepaalde gebieden achterwege. “De differentiatie tussen en binnen de nieuwe lidstaten is enorm. Zo is in het westen van Hongarije veel, ook door buitenlandse bedrijven, geïnvesteerd. In het oosten veel minder. Dat beeld is ook in Polen te zien.” De inwoners van alle kandidaat-lidstaten zien uit naar de kansen op werk, welvaart en sociale vooruitgang die met de toetreding tot de EU in het vooruitzicht is gesteld.

Uitbuiting

Velen zoeken hun geluk reeds nu op de arbeidsmarkten in het westen van Europa, waar ze worden uitgebuit. Dat leidt tot oneerlijke concurrentie en onrust bij de bevolking over de goedkope krachten die naar het Westen komen. Er is angst voor grote stromen gelukszoekers, maar Bouwman nuanceert dat beeld: “De arbeidsmobiliteit in de EU erg laag is en het aantal 'gastarbeiders' uit Spanje en Portugal nam na de toetreding af.”

Het is van groot belang een eind te maken aan de praktijk van uitbuiting van illegale tewerkstelling en koppelbazen om steun voor de uitbreiding bij de bevolking (van de huidige lidstaten als de toetredingslanden) te behouden. “Werknemers uit de toetredingslanden moeten bij ons kunnen werken, maar wel tegen eerlijke voorwaarden. Dat is beter voor hen, maar ook voor ons.” Dat dit kan, bewijzen oplossingen in de aspergeteelt. Jarenlang was er sprake van illegale aspergestekers uit Midden- en Oost-Europa. Nu worden er afspraken gemaakt, eerlijke lonen en premies betaald. Natuurlijk vergt dit naast het maken van duidelijke afspraken ook controle op naleving.

Werkgevers- en werknemersorganisaties

Na de val van de muur zijn de oude communistische sociale structuren volledig ingestort. Vakbonden werden met het oude communisme geassocieerd en waren daarom onwenselijk in de nieuwe kapitalistische samenleving. Het opnieuw opbouwen van een sociale structuur van werknemersorganisatie is daarom een moeizaam proces. Men moet ontdekken dat ook in een moderne markteconomie een goede vertegenwoordiging van de werknemersbelangen nodig is.

In het tot stand komen en uitvoeren van het Europees sociaal beleid spelen de sociale partners - werkgevers en werknemers - een grote rol. Ook werkgevers zijn nauwelijks georganiseerd. Er moet dan ook nog veel gebeuren voordat sociale partners in een 'sociale dialoog' een rol van betekenis kunnen spelen. Steun van de West-Europese partnerorganisaties is daarbij onontbeerlijk.

Armoede

Het reële inkomen van veel inwoners van Midden- en Oost-Europa is nog steeds nauwelijks hoger of zelfs lager dan vóór de val van de muur in 1989. Velen zagen met het IJzeren Gordijn ook hun pensioen ineenstorten. De ongelijkheid in het algemeen, maar ook tussen mannen en vrouwen, is toegenomen. Dagelijks verliezen mensen hun baan, mede vanwege de economische hervormingen. Ouderen moeten vaak doorwerken zolang hun gezondheid dat toelaat, daarna kunnen ze slechts hopen dat familie of buren een helpende hand toesteken. Bouwman: “Het is schokkend dat deze sociale ellende nauwelijks een thema is in de toetredingsbesprekingen met de kandidaat-lidstaten. Hier wreekt zich het gemis van een sociaal Europa, dat broodnodig is. De EU kan veel meer doen om de kandidaat-lidstaten te ondersteunen bij het opzetten van effectieve, degelijk gefinancierde instituties voor armoedebestrijding, sociale zekerheid en gezondheidszorg om zo de opzet van een sociaal vangnet tot stand te brengen.”