De Europese lidstaten moeten niet alleen bescherming bieden aan politieke vluchtelingen - zoals gedefinieerd in het Vluchtelingenverdrag - maar óók aan hen die gefolterd of gemarteld dreigen te worden of voor hun leven vrezen door de gewelddadigheden van een burgeroorlog. GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg is blij met het advies van het Europees Parlement om de vluchtelingenstatus in Europa te verruimen.

Buitenweg: “De duidelijke en heldere stellingname van het Europees Parlement vandaag over de bescherming van vluchtelingen is positief en wellicht richtinggevend voor het Europese asieldebat, dat nu vaak getraineerd wordt door de regeringen van de lidstaten.” De lidstaten zijn nog ver verwijderd van politieke overeenstemming en varen bovendien een veel restrictievere koers. Hopelijk trekt het vandaag aangenomen advies van het Europees Parlement de lidstaten in de juiste richting.

Bescherming

Mensen die in hun land van herkomst onmenselijk behandeld of gemarteld dreigen te worden, of wiens leven gevaar loopt door de gewelddadigheden van een algehele burgeroorlog hebben recht op subsidiaire bescherming in de Europese Unie, volgens een meerderheid van het Europees Parlement. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Anti-folterverdrag zouden daarmee, naast het Vluchtelingenverdrag, in de hele EU uitgangspunt worden voor het verlenen van asiel.

De eis aan een asielzoeker om aan te tonen dat hij of zij een specifiek gevaar loopt wordt flink versoepeld. Dat kan een aanzienlijke aanpassing van de Nederlandse situatie tot gevolg hebben. Momenteel kan de Nederlandse minister aan bepaalde groepen uitgeprocedeerde asielzoekers uitstel van vertrek verlenen op basis van de omstandigheden in het land van herkomst, omdat terugkeer van 'bijzondere hardheid zou zijn i.v.m. de algehele situatie daar'. Deze mensen hebben slechts het recht om Nederland te blijven in afwachting van terugkeer, zonder verdere rechten. De vandaag aangenomen tekst betekent waarschijnlijk dat er wettelijke gronden komen - het is dan dus niet meer aan de minister om te bepalen - om op basis van zulke omstandigheden een subsidiaire status te verlenen, met een verblijfsrecht van vijf jaar en het recht op bijvoorbeeld scholing en arbeid.

Asielzoekers die niet vervolgd worden door hun staat, maar aan wie die staat geen bescherming kan of wil bieden, moeten ook als vluchteling erkend worden door de lidstaten van de EU. In Frankrijk is dat nu niet het geval, en in Duitsland ook nog niet, maar dat verandert zodra de nieuwe vreemdelingenwet van kracht wordt (waarschijnlijk begin 2003). Een voorbeeld van zo’n situatie is het onvermogen van Colombia om zijn burgers tegen de acties van FARC en paramilitaire organisaties te beschermen.

Tevens moeten mensen die vervolgd worden vanwege hun seksuele oriëntatie of geslacht onder de vluchtelingendefinitie vallen. Dat laatste zou ook voor Nederland nieuw zijn.

Rechten

De vandaag aangenomen tekst van de groene europarlementariër Jean Lambert, waar het CDA overigens tegen stemde, steunt dus het goede voorstel van de Europese Commissie om tot een gezamenlijk asielbeleid te komen en gaat nog een stapje verder. Op initiatief van de Groenen/EVA-fractie krijgen mensen die subsidiaire bescherming genieten, net als politieke vluchtelingen, een verblijfsstatus van vijf jaar. Beide groepen krijgen dezelfde rechten op arbeid en onderwijs.