Vorige week betitelde Romano Prodi, de voorzitter van de Europese Commissie, het stabiliteitspact als ‘stupide’ in het Franse dagblad Le Monde. Daarmee laaide de discussie rond het pact weer op. Maandag 21 oktober debatteerde het Europees Parlement over het stabiliteitspact. GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk is voorstander van zo’n pact, maar pleit voor flexibiliteit in de uitvoering.

De EU-lidstaten die deelnemen aan de euro zijn gebonden aan het stabiliteit- en groeipact. Dat pact verplicht de overheden van de euro-landen om de begrotingstekorten niet boven de 3% van het bruto nationaal product te laten oplopen.

Trendmatig begroten

Ook GroenLinks vindt een stabiliteitspact noodzakelijk om een verantwoorde begroting van de verschillende euro-landen te garanderen, maar de interpretatie van het huidige stabiliteitspact maakt trendmatig of anticyclisch begroten, het aanpassen van de overheidsbestedingen aan de conjunctuur, onmogelijk. In plaats van de economie te stimuleren tijdens economische neergang, moet er - door de oplopende kosten van de sociale zekerheid - in een neergaande economie bezuinigd worden. Zo kan een te stringent toegepast stabiliteitspact zelfs procyclisch werken, met alle negatieve sociaal economische gevolgen van dien.

Duitsland en Frankrijk

Duitsland heeft, onder andere in verband met de recessie, gevraagd om uitstel van de datum waarop het begrotingsevenwicht gerealiseerd moet zijn van 2004 naar 2006. Lagendijk: “Ik vind het terecht dat landen die in een conjuncturele dip zitten, zoals bijvoorbeeld Duitsland, meer tijd krijgen om hun begrotingspositie op orde te krijgen.” Maar onverantwoorde lastenverlichting, een belofte die Chirac in Frankrijk heeft gedaan tijdens de verkiezingen, vind Lagendijk een slechte zaak. “Landen die aansturen op een structurele verslechtering van hun tekort door zoals Frankrijk ongedekte cheques uit te schrijven krijgen wat mij betreft ook in de toekomst terecht een gele kaart.”

Hier de integrale bijdrage van Joost Lagendijk aan het debat over het stabiliteitspact op maandag 21 oktober in het Europees Parlement

Lagendijk (Verts/ALE). - Voorzitter, mijnheer Prodi, ik zou uw uitspraak in Le Monde willen omschrijven als economisch begrijpelijk en terecht, maar politiek niet echt handig. Want kijk naar het debat vandaag hier. Het lijkt een debat te zijn tussen enerzijds de mensen die de indruk wekken het stabiliteitspact in zijn geheel over boord te willen zetten en anderzijds degenen die het huidige stabiliteitspact kennelijk voor heilig hebben verklaard.

Daar moet de discussie niet over gaan. Waarover zou die wel moeten gaan? Wat mij betreft over het vinden van een evenwicht tussen de ook door mijn fractie erkende noodzaak om op middellange termijn te komen tot een positief structureel saldo en de even grote noodzaak om rekening te houden met de economische realiteit en met cyclische ontwikkelingen.

Is dat nu zoals sommige collega's zeggen een vrijbrief voor ieder land om te doen wat het wil? Neen, dat is het niet. Het is wel een aanmoediging om de regels van het stabiliteitspact verder te verfijnen. Bijvoorbeeld door een onderscheid te maken tussen noodzakelijke investeringen, infrastructuur en zorg en aan de andere kant - om maar man en paard te noemen - onverantwoordelijke verkiezingsbeloften.

Ik vind het terecht dat landen die in een conjuncturele dip zitten, zoals bijvoorbeeld Duitsland, meer tijd krijgen om hun begrotingspositie op orde te krijgen. Maar landen die aansturen op een structurele verslechtering van hun tekort door bijvoorbeeld ongedekte cheques uit te schrijven, zoals Frankrijk, krijgen wat mij betreft ook in de toekomst terecht een gele kaart.

Mijnheer Prodi, als het uw doel was om een discussie aan te jagen over een hervorming van het stabiliteitspact dan heeft u mijn steun. Ik bewonder uw moed als u zegt dat u niet blind en doof wilt blijven voor de verandering in de economie. Dan wil ik uw slechte timing wel door de vingers zien. En ik kan u geruststellen: met intelligente provocateurs loopt het meestal goed af.