Deze week staat in het teken van de uitbreiding. Hoewel veel aandacht naar de ´toetreders van 2004´ gaat, staat ook kandidaat-lidstaat Turkije - door negatieve uitlatingen van conventievoorzitter Giscard d´Estaing - in de schijnwerpers. GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk, pleit voor helderheid. "Weg met het ´ja´ zeggen en ´nee´ hopen."

In zijn bijdrage tijdens het uitbreidingsdebat in het Europees Parlement dinsdag 19 november 2002 benadrukt Lagendijk, tevens voorzitter van de Turkije-delegatie, dat het afgelopen moest zijn met de mistige uitspraken over eventuele toetreding van Turkije. "Als een kandidaat-lidstaat zich in de richting van de EU beweegt, kan de EU niet stil blijven staan. Dat betekent dat ook de toenadering tussen Turkije en de EU niet van één kant kan komen." Lagendijk pleit voor een review date, een datum, bijvoorbeeld over een jaar, waarop de Europese Unie kijkt of Turkije aan alle vooraf helder omschreven voorwaarden en politieke criteria voldoet. "Als dat oordeel positief is, moeten we de moed hebben om Turkije een datum voor onderhandelingen in het vooruitzicht te stellen."

Hier de integrale bijdrage van Joost Lagendijk aan het debat over het de uitbreiding van de Europese Unie, dinsdag 19 november in het Europees Parlement

Voorzitter, laten we hopen dat de heer Giscard d'Estaing net zo veel discussie losmaakt met zijn Conventievoorstel als met zijn opmerkingen over de onwenselijkheid van het lidmaatschap van Turkije. Opeens rolt iedereen over elkaar heen over de vraag of Turkije nou wel of niet terecht het lidmaatschap in het vooruitzicht is gesteld.

In die discussie zijn de twee uitersten eerlijk gezegd niet zo interessant. Aan de ene kant zijn er de mensen die zeggen: ja, mits aan alle voorwaarden wordt voldaan. Aan de andere kant zijn er de mensen die zeggen: nee, nooit. Daartussenin doen een hoop mensen hun best om allerlei nuanceringen aan te brengen.
De bijdrage van de heer Brok was daar een typisch voorbeeld van. Hij is helaas niet meer aanwezig, maar als ik hem goed begrepen heb, heeft hij vandaag gezegd dat hij vindt dat Turkije een kans moet krijgen. Maar als Turkije aan alle eisen van de Europese Unie voldoet dan is het geen Turkije meer.

Alstublieft, collega's, mijnheer Brok, laten we toch ophouden met dat woordenspel, met dat creëren van mist. Gisteren was er mist op het vliegveld, vandaag creëert u mist in de vergaderzaal. In de media heeft de heer Brok heel duidelijk gezegd dat hij de beslissing van '99 om Turkije kandidaat te maken een vergissing vond en dat die vergissing hersteld zou moeten worden. Ik juich de flexibiliteit van de heer Brok toe en ik juich ook zijn standpunt van vandaag toe, maar bij zo'n opstelling, bij dat standpunt van vandaag past dan niet de ondersteuning, door hemzelf als rapporteur, van een amendement van de heer Ferber waarin staat dat er een speciale relatie moet komen tussen de EU en Turkije. Dat is een alternatief voor lidmaatschap. Daar ben ik niet voor en ik hoop dat de heer Brok daar vandaag en ook morgen niet voor is.

Collega's, laten we toch ophouden met het creëren van mist en het gegoochel met woorden. Als wij een verschil van mening hebben onder elkaar, dan is het over de timing, dan is het over de verschillende fase in de toenadering tussen Turkije en de EU. Dan is het geen discussie meer over het doel van al die inspanningen, namelijk het lidmaatschap. Weg met die dubbele agenda's, weg met de hypocrisie, weg met het "ja" zeggen en "nee" hopen. Als wij "ja" zeggen tegen Turkije dan betekent dat dat de EU alles in het werk zal stellen opdat Turkije lid kan worden, ooit in de toekomst.

Wat betekent dat nu concreet? Als de nieuwe Turkse regering de kansen op de oplossing van het conflict op Cyprus aangrijpt, als deze regering de reeds genomen hervormingen eindelijk in de praktijk omzet, als die regering daarbovenop nieuwe hervormingen wil doorvoeren, zoals zij dit weekend heeft aangekondigd met een zero tolerance voor martelingen, als diezelfde regering eindelijk eens gevangenen, zoals Sacharov-prijswinnares Leyla Zana, vrij zou laten... Als dat allemaal gebeurt, collega's, dan kan de EU niet achterblijven.

Ik zeg het Commissaris Verheugen na: als de kandidaat-lidstaten zich in de richting van de EU bewegen, dan kan de EU niet stil blijven staan. Dat betekent dat ook de toenadering tussen Turkije en de EU niet van één kant kan komen. Wat mij betreft betekent dit dat er in Kopenhagen serieus wordt nagedacht over het geven van een zogenaamde review date, een datum, bijvoorbeeld over een jaar, waarop wij nogmaals kijken of Turkije aan alle voorwaarden en alle politieke criteria voldoet en dat we dan, als dat oordeel positief is, de moed moeten hebben om hun een datum voor onderhandelingen in het vooruitzicht te stellen.