‘Turkije is geen koploper op mensenrechtengebied, maar dat is niet de werkelijke reden van Europa om Turkije buiten de EU te houden.’ Dat was het oordeel van het publiek, veel Nederlanders van Turkse komaf, op het debat Hoort Turkije bij de Europese Unie? dat GroenLinks op 12 december in Utrecht organiseerde.

Diezelfde avond bespraken de regeringsleiders in Kopenhagen in het kader van de uitbreiding van de Europese Unie onder andere de toekomstige relatie met Turkije. De discussie over EU-lidmaatschap van Turkije gaat vaak gepaard met veel emotie en verwijten van onbegrip en machtsspelletjes vanuit zowel de Turkse als ook de Europese kant. GroenLinks nam het initiatief tot een debat over de toekomst van Turkije. Wat willen de Turken, zowel binnen als buiten Turkije, zelf? Welke richting moet Turkije op, onder welke voorwaarden? Na een paneldiscussie tussen GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk, wetenschapper Martin van Bruinessen, CDA Tweede Kamerlid Jan-Jacob van Dijk, Amsterdams GroenLinks-gemeenteraadslid Nevin Özütok en journalist Mehmet Ülger brak de storm los in de zaal.

Kopenhagen-criteria
Moet Turkije eerst aan de ‘Kopenhagen-criteria’ (mensenrechten, democratie, respect voor minderheden etc) voldoen? Of wacht het land al te lang en moet er sowieso een onderhandelingsdatum komen? Dat was de hamvraag waar tijdens het debat op werd ingegaan. Voorstanders van een directe datum, ongeacht de criteria, waren bang voor anti-Europese krachten bij langer uitstel. De meerderheid van de zaal vond echter dat ook Turkije aan die criteria moet voldoen vóór toetreding. Dit verwacht ook GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk van Turkije. Hij eiste echter ook helderheid van de Europese Unie over het ‘huiswerklijstje’ waarop staat wat de EU van Turkije verlangt.

Dubbele agenda
Bijna iedereen in de zaal had wel een vraag of opmerking. De grootte van Turkije, de islam, de vrees voor arbeidsmigratie en voor hoge kosten voor de EU werden daarbij herhaaldelijk naar voren gebracht als de ware struikelblokken voor Ankara´s toetreding. Veel Turken hebben het gevoel dat Europa hun land er eigenlijk liever niet bij wil hebben. De EU zou alsmaar met nieuwe eisen komen met de hoop dat Turkije op den duur zelf afhaakt. Lagendijk zei daarover in het Europees Parlement eerder al eens: “Weg met die dubbele agenda's, weg met de hypocrisie, weg met het "ja" zeggen en "nee" hopen als het om toetreding van Turkije gaat. Als wij "ja" zeggen tegen Turkije (en dat hebben wij met de erkenning van Turkije als kandidaat-lidstaat gedaan) dan betekent dat dat de EU alles in het werk moet stellen opdat Turkije lid kan worden, ooit in de toekomst.”

Datum
Van de huidige dertien kandidaat-lidstaten is Turkije het enige land dat niet aan de onderhandelingsfase is begonnen en bovendien nog geen datum heeft wanneer dit wel het geval zal zijn. Ankara heeft in haar pleidooi voor deze datum niet alleen gewezen op de vooruitgang die is geboekt in het vervullen van de toetredingscriteria, maar ook op de brugfunctie die Turkije zou kunnen hebben als democratisch islamitisch land tussen Europa en het Midden Oosten. Uiteindelijk is in Kopenhagen besloten om in december 2004 te beoordelen of en wanneer toetredingsonderhandelingen met Turkije en de Europese Unie beginnen, zo bleek de volgende dag.

Helaas kon door het groot aantal mensen dat tijdens het debat wilde spreken niet iedereen aan het woord komen. Bestookt met vragen hebben ook de panelleden niet de kans gehad optimaal op de opmerkingen uit de zaal in te gaan en misschien zelf eens een vraag aan het publiek te stellen. Reden genoeg om vaker in gesprek te gaan met deze Turkije-deskundigen.