Als in december 2004 blijkt dat Turkije aan de Kopenhagen-criteria voldoet, zullen onderhandelingen tot toetreding snel beginnen. Dat is op de Top van Kopenhagen afgesproken. GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk wilde een concreet ‘huiswerklijstje’ voor Turkije. “Als we dat niet doen, belanden we in een heilloze discussie over de interpretatie van de politieke criteria”, aldus Lagendijk. Verheugen beloofde vervolgens dat er zo'n lijst komt.

Tijdens de evaluatie van het resultaat van de Top van Kopenhagen deze week in het Europees Parlement werd, naast de toetreding van 10 nieuwe lidstaten in 2004 ook de relatie met Turkije besproken. Lagendijk, tevens , voorzitter van de Turkijedelegatie, vindt de beslissing over Turkije een goede balans tussen waardering voor de hervormingen in Turkije en anderzijds het benadrukken dat die nieuwe wetten ook in de praktijk zichtbaar moeten worden.

“Het is nu aan Turkije om te handelen. Maar”, zo benadrukt Lagendijk, “we moeten heel concreet maken wat de veranderingen zijn die wij van Turkije verwachten. Alleen zo kan worden voorkomen dat er eind 2004 een discussie komt waar vooroordelen domineren en krijgt Turkije een eerlijke kans."
Aan het einde van het debat zegde eurocommissaris Verheugen toe dat er een concreet werkprogramma voor Turkije wordt opgesteld om te komen tot onderhandelingen over EU-lidmaatschap.

Integrale bijdrage Joost Lagendijk, debat Europees Parlement woensdag 18 december 2002

Lagendijk (Verts/ALE). - Ook mijn felicitaties aan het Deens Voorzitterschap, met name wat betreft de beslissing over Turkije. Ik denk dat in die beslissing een goede balans is gevonden tussen de waardering voor de reeds aangenomen en de reeds aangekondigde hervormingen en de bereidheid van de nieuwe regering om desnoods nog verder te gaan aan de ene kant, en aan de andere kant de blijvende noodzaak te benadrukken dat voor de Europese Unie wetswijzigingen heel belangijk zijn maar dat hetgeen in de praktijk met die wetswijzigingen gebeurt nog belangrijker is. Om dat te bekijken is tijd nodig en ik denk dat het goed is om eind 2004 te bekijken wat er nu precies gebeurd is. Het is, laat daar geen misverstand over bestaan, nu aan Turkije om te handelen.

Maar de EU moet niet stil blijven zitten. Het is niet langer voldoende om alleen te refereren naar de nogal abstracte politieke criteria van Kopenhagen als het gaat om Turkije. Aan de andere kant heeft het ook geen zin om een berg details te produceren waarin geen prioriteiten worden aangegeven. Ik wil dan ook de oproep van mijn Voorzitter, de heer Cohn- Bendit, aan de Europese Commissie, aan de heer Verheugen onderstrepen om eindelijk nu eens heel concreet duidelijk te maken wat de veranderingen zijn die wij van Turkije verwachten.

Laat ik één voorbeeld noemen: de rol van het leger. Ja, die moet veranderen, er moet heel veel veranderen. Maar wat wil de Europese Unie nu precies dat er vóór het begin van de onderhandelingen gebeurt? Wat moet er dan tijdens de onderhandelingen gebeuren ? Moet bijvoorbeeld de grondwet veranderd worden? Moet de Nationale Veiligheidsraad worden afgeschaft? Dat zijn allemaal concrete voorbeelden waar de EU veel en veel helderder moet zijn. Als we dat niet doen, Voorzitter, dan ben ik ervan overtuigd dat we belanden in een heilloze discussie over de interpretatie van de politieke criteria waarbij vooroordelen en niet een objectieve beoordeling zullen domineren. Als we dat wel doen, dan krijgt Turkije een kans, niet door druk uit te oefenen maar door te bewijzen dat de Europese waarden en normen en standaarden richtinggevend zijn, ook in Turkije.