De Galicische kust is, drie maanden na het zinken van de olietanker Prestige, nog steeds besmeurd met olie. Wekelijks spoelt er nieuwe olie aan. GroenLinks-europarlementariër Alexander de Roo bezocht met een delegatie van het europarlementariërs het gebied en sprak met getroffen vissers, schoonmakende vrijwilligers, de organisatie Nunca Mais - die opheldering eist - en lokale politici over de oorzaak en de gevolgen van de ramp.

Dinsdag 4 februari vertrok een 12 koppige delegatie van de milieucommissie van het Europees Parlement voor een driedaags officieel bezoek aan Spanje.

Bevolking eist openheid
Nunca Mais en vele Spanjaarden zijn woedend op de centrumrechtse Spaanse regering. Die besloot de gehavende olietanker Prestige niet de haven in te slepen - zoals alle deskundigen adviseerden - maar het in de storm ver van de kust te slepen en daar af te zinken. Het platform Nunca Mais, Spaans voor Nooit Meer, kreeg in zeer korte tijd maar liefst tien procent van de Galiciërs op straat om te demonstreren tegen de slechte afhandeling van de ramp. Zij eisten meer openheid en duidelijk omtrent de oorzaak van de ramp. Tot nu toe heeft de Spaanse premier Aznar een onderzoekscommissie in Galicië en in het nationale Spaanse parlement kunnen tegengehouden en beschuldigt hij de oppositie van stemmingmakerij.

Kritiek
De delegatie had twee woordvoerders, aangezien de standpunten zeer verdeeld lagen. De Roo vice-voorzitter van de milieucommissie verwoorde het kritische geluid van de delegatie, de Spaanse christen-democrate Christina Garcia-Orcoyen, van dezelfde politieke partij als Aznar, verdedigde de Spaanse regering en de besluiten die zij met betrekking tot de Prestige tot dusver had genomen. De Roo: “Aznar misbruikt zijn macht bij het dwarsbomen van goed onderzoek. Hierdoor is het achterhalen van de oorzaak en afhandeling van de ramp onmogelijk. Dat is misdadig aangezien het de bestrijding van de ramp vertraagt en de schuldigen van deze milieuramp wellicht vrijuit laat gaan.”

Oproerkraaiers
De Spaanse autoriteiten willen een vrijwilligerspas invoeren om de ‘goede’ van de ‘slechte’ vrijwilligers te onderscheiden. Vrijwilligers die door de Spaanse autoriteiten als oproerkraaiers te boek komen te staan, zijn dan niet meer welkom. Volgens De Roo raken veel vrijwilligers gefrustreerd door de tegenwerking van de Spaanse regering. De Roo: “De Spaanse autoriteiten lijken te willen voorkomen dat er negatieve verhalen naar buiten komen over de aanpak van de milieuramp. Het monddood maken van burgers draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van de legitimiteit van de Spaanse regering, een hele kwalijke zaak.”

Ebro-delta
De delegatie bezocht ook de Ebro-delta die bedreigd wordt door een megalomaan Spaans waterplan die water uit het Noorden naar het Zuiden wil transporteren. Klik hier voor een verslag van dat bezoek.