De Europese Commissie heeft voorstellen om giftige stoffen in Europa aan te pakken. Eindelijk. Maar het voorstel is veel te zwak vindt GroenLinks-europarlementariër Alexander de Roo. “In dit voorstel hangt een verbod op een gevaarlijke gifstof af van kwantiteit en economisch nut. Daarmee stel je de industrie boven mens en milieu.”

Giftige stoffen
Hoewel in de natuur ook giftige stoffen voorkomen, zijn die altijd afbreekbaar. Sinds een jaar of zestig produceert de chemische industrie nieuwe chemische stoffen, die in de natuur niet voorkomen en niet afbreekbaar zijn. Sommige van deze stoffen veroorzaken allerlei gezondheidsproblemen als aantasting van het immuunsysteem, kanker of onvruchtbaarheid. Ook is de schade aan natuur soms onomkeerbaar. Het Europees Parlement vroeg al jaren gelden om een voorstel om gevaarlijke gifstoffen te verbieden.

In het lichaam
Zo zijn er gifstoffen die zich in het menselijk lichaam en niet afbreekbaar zijn, zogenaamde bioaccumulerende stoffen. Sommige van die stoffen, zoals broomhoudende vlamvertragers, verdubbelen elke 5 jaar in het menselijk lichaam. Deze stof zit bijvoorbeeld in computers en televisies. Onder andere via de lucht komt dat in het menselijk lichaam terecht. Om aan te tonen welke stoffen er allemaal in een lichaam kunnen zitten, die er niet in horen, presenteerde eurocommissaris Wallström donderdag 6 november een ‘ludiek rapport’ waarin staat welke stoffen er allemaal in haar lichaam zitten, die er niet meer uit kunnen, maar er ook niet in horen.

Lijsten
De Roo wil dat de schadelijkheid van de 70.000 chemische stoffen die er sinds de vorige eeuw zijn ontwikkeld, wordt vastgesteld. Volgens hem is er al veel bekend, maar moet er geïnventariseerd en gecategoriseerd worden. De Roo: “Via fysische tests en computeranalyse kan het Europees Chemisch Bureau, een EU-agentschap, lijsten opstellen van de drie schadelijkste categorieën: bioaccumulerende stoffen, kankerverwekkende stoffen en hormoonontregelende stoffen.”

Slecht voorstel
De Europese Commissie wil slechts die stoffen inventariseren waarvan er meer dan tien ton per jaar wordt geproduceerd. “Een kilo zeer schadelijk onafbreekbaar gif is duizend keer erger dan een ton ‘gewoon’ gif. Met het voorstel van de Europese Commissie vallen zo’n 60.000 chemicaliën buiten de controle. Fijn voor de chemische industrie, maar slecht voor de bescherming van de Europeanen tegen gevaarlijke gifstoffen.”

Verbod
De Roo wil een verbod op alle stoffen die zich ophopen in het menselijk lichaam en alle stoffen die hormoonontregelend zijn. “Bij inventarisatie van al die 70.000 stoffen zullen dat zo’n 1000 stoffen zijn waar een verbod op moet komen.” Naast het feit dat in het huidige voorstel slecht 10.000 stoffen worden geïnventariseerd, hangt een verbod volgens het huidige voorstel echter ook af van economisch nut. De Roo: “Daarmee stel je de industrie boven mens en milieu. Dat is onverantwoord.”

Zonder dierproeven
De Roo heeft ook grote kritiek op de wijze waarop de giftigheid volgens het voorstel moet worden getoetst. “Er staat dat van die chemische stoffen alle chemische eigenschappen op tafel moet komen. Dat leidt tot veel onnodige extra kosten voor de industrie en heel veel extra dierproeven. Een erg domme aanpak.” Volgens De Roo is het heel goed mogelijk de gifstoffen te categoriseren zonder extra dierproeven te gebruiken. “Over de meeste stoffen is al veel bekend. Het Europees Chemisch Bureau moet middels computeranalyse vergelijkbare chemische structuren opsporen en bestaande informatie bij elkaar brengen.”

Industrie lobby
De chemische industrie heeft grote belangen en lobbyde dan ook hard en helaas succesvol om het Europees voorstel voor verbod op chemische stoffen eerst te vertragen en vervolgens af te zwakken. De Roo: “Met name de Duitse, Franse en Britse industriesector heeft er alles aan gedaan om het aantal verboden op gifstoffen terug te brengen.” Schröder, Chirac en Blair schreven zelfs een gezamenlijke brief waarin zij stelden dat de chemie-industrie het hoofd niet boven water zou kunnen houden in Europa als de wetgeving te streng zou worden. Het resultaat van die lobby is dat de voorwaarde voor het testen van een gifstof is aangescherpt. “In plaats van één ton moet de productie maarliefst tien ton per jaar zijn. Ik zal er in de milieucommissie alles aan doen om het voorstel weer aan te scherpen”, aldus De Roo die vice-voorzitter van de milieucommissie in het Europees Parlement is.