Wie besluit straks over de Europese begroting? Zijn dat gekozen volksvertegenwoordigers in open debat? Of doen de ministers dat achter gesloten deuren? De Europese regeringsleiders, verwikkeld in onderhandelingen over de EU-Grondwet, dreigen voor het laatste te kiezen. Het Europees Parlement ontstak in razernij, zo ook GroenLinks-europarlementariër Kathalijne Buitenweg.

bijdrage Buitenweg aan debatIn juni 2003 schaarde een overgrote meerderheid van de Europese Conventie onder leiding van Giscard d’Estaing zich achter de ontwerptekst voor een Europese Grondwet. Sinds oktober onderhandelen de regeringen van de huidige en toekomstige EU-landen, achter gesloten deuren, in de zogenaamde Intergouvernementele Conferentie (IGC) over de definitieve tekst.

Sinds 1975
Sinds 1975 heeft het Europees Parlement het laatste woord op de jaarlijkse begroting (met als belangrijkste uitzondering de landbouwuitgaven) en het recht tot verwerpen van de hele begroting. Daarnaast is er nog de meerjarenbegroting ofwel de 'financiële perspectieven'. Door middel van de financiële perspectieven wordt de jaarlijke begrotingsonderhandelingen tussen de Raad van Ministers en Europees Parlement voorspelbaarder en blijven de uitgaven beheerst. Bij de onderhandelingen over de financiële perspectieven staan de Raad en Parlement nu op gelijke voet.

Uithollen
De ministers van financiën hebben nu in de IGC geopperd om de macht van het Europees Parlement in de begroting uit te hollen. Op de financiële perspectieven zou het Europees Parlement nog slechts adviesrecht krijgen en ook de macht op de jaarlijkse begroting wordt drastisch beperkt. Zo is er het idee om bij begrotingsposten waarover geen overeenstemming tussen Raad van Ministers en Europees Parlement is bereikt, automatisch het laagste bedrag te laten tellen. In de praktijk betekent dat: het voorstel van de ministers. Donderdag 20 november stemde het Europees Parlement over een resolutie die benadrukt dat er niet getornd dient te worden aan de bevoegdheden van het Europees Parlement ten aanzien van het begrotingsrecht.

Onbegrijpelijk
Buitenweg vindt het onbegrijpelijk dat de regeringen in een discussie die gaat over meer democratie en transparantie (het doel van de EU-Grondwet) het lef hebben om een reeds dertig jaar geleden verworven fundamenteel democratisch recht ongedaan te maken. "De regeringsleiders dreigen 30 jaar begrotingsrecht te vervangen door de almacht van ministers van financiën achter gesloten deuren. Daar is weinig democratisch en transparant aan", aldus Buitenweg in haar bijdrage aan het debat woensdag 19 november in het Europees Parlement.

Nederlandse regering
Ook de Nederlandse regering speelt met het idee van 'het laagste bedrag geldt'. In antwoord op Tweede-Kamervragen schreef Staatssecretaris Nicolaï van Europese Zaken onlangs dat er "meer gelijkwaardigheid tussen europarlement en Raad (van EU-ministers) ingebouwd moet worden in het geval er geen akkoord over de begroting tot stand komt". Buitenweg is boos over die cryptische zin. "Hij creeert veel mist, maar bedoelt te zeggen dat hij het Europees Parlement het laatste woord wil ontnemen. Wees een vent en zeg dan dat je dertig jaar begrotingsrecht aantast."

Couppoging
Van de couppoging van de ministers van financiën dreigt niet alleen het Europees Parlement slachtoffer te worden. Ook de invloed van de vakministers, als transport-, justitie- of cultuurministers, kunnen door hun collegae van financiën ingeperkt worden. Een voorbeeld. Als het Europees Parlement en de cultuurministers van de lidstaten een akkoord over een Europees meerjarencultuurprogramma hebben, kunnen de ministers van financiën dat zo van tafel vegen. Ze stellen simpelweg een lager bedrag voor. Buitenweg: "Op die manier wordt de wetgeving aangepast aan de begroting in plaats van andersom."

Achter gesloten deuren
Buitenweg, lid van de begrotingscommissie, ging ook in op de geringe mate van openbaarheid. "De nationale regeringen namen deel aan de openbare discussies in de Conventie en tekenden voor het eindresultaat. Maar nu, achter de gesloten deuren van de IGC, voelen zij zich weer vrij het resultaat af te breken." Ze stellen, in de woorden van het Britse liberale Conventielid Andrew Duff, ‘de autocratie van de ministers van Financiën boven de parlementaire democratie’.

Veto is contraproductief
Buitenweg is ook bezorgd over het voorstel om het vetorecht van lidstaten op de begroting handhaven. Dit terwijl de Conventie tot overeenstemming was gekomen daar een einde aan te maken. "Behoud van het veto werkt contraproductief. Het geeft niet alleen netto-betalers, als Nederland, de mogelijkheid financiële hervormingen te blokkeren, maar ook netto-ontvangers, als Spanje. Tel uit je winst. Zo komen we nooit af van de Europese subsidies voor de teelt van tabak of voor het leegvissen van Afrikaanse kustwateren", aldus Buitenweg.

Bijdrage Kathalijne Buitenweg (GroenLinks) op 19 november 2003 in het Europees Parlement bij het debat over de toegang tot de markt van havendiensten

Voorzitter, de Conventie is ingesteld omdat de regeringsleiders er zelf niet in geslaagd zijn de Unie democratischer, transparanter en efficiënter te maken. De nationale regeringen hebben deelgenomen aan de openbare discussies in de Conventie en getekend voor het eindresultaat. Maar nu, veilig achter de gesloten deuren van de IGC, voelen ze zich weer vrij om het resultaat open te breken.

Zo ligt er een amendement voor de jaarlijkse begrotingsprocedure op tafel en dat willen ze zodanig veranderen dat bij begrotingsposten waarover geen overeenstemming tussen Raad en Parlement is bereikt, automatisch het laagste bedrag telt. De Nederlandse regering verdedigt dit door te stellen dat daarmee de Raad en het Parlement gelijk worden, want immers wie het laagste bedrag ook voorstelt, dat bedrag wordt het.

Tegelijkertijd beweert de Nederlandse regering met een stalen gezicht dat zij strijdt voor het volledige begrotingsrecht van het Parlement. Nu zijn er twee mogelijkheden. Of de ministers begrijpen de consequenties niet van hetgeen ze voorstellen en dan zijn ze niet zo slim. Of ze proberen zo veel mist te creëren dat ze geen publieke verantwoording hoeven af te leggen voor het vernietigen van het al bijna dertig jaar oude democratische recht van het Parlement om de begroting te verwerpen. Dan zijn de boel aan het bedonderen.

Een ander pijnpunt vormen de financiële vooruitzichten voor de meerjarenbegroting. Ze bestaan al sinds 1988, maar in de vorm van interinstitutionele akkoorden. Het Parlement kan zo'n akkoord altijd verbreken en daarmee heeft het een belangrijk machtsmiddel in handen. Nu worden de financiële vooruitzichten in het Verdrag vervat. Weg machtsmiddel! Erger is dat sommige regeringen in navolging van de Raad Economische en Financiële Zaken wensen dat het Europees Parlement voortaan bij het vaststellen van de meerjarenbegroting alleen nog adviesrecht heeft, terwijl we nu gelijke partners zijn.

Van de onvervalste coup-poging van de Ministers van Financiën dreigt niet alleen het Parlement het slachtoffer te worden, maar ook de eigen vakministers. Ik vind het bizar dat die nationale ministers dat nog steeds niet doorhebben. Ik zal een voorbeeld geven. Als het Europees Parlement en de Ministers van Cultuur een akkoord over een Europees meerjarencultuurprogramma hebben, dan kunnen de Ministers van Financiën dat uiteindelijk zo van tafel vegen door in de jaarlijkse begrotingsprocedure simpelweg een lager bedrag voor te stellen en te eisen dat de wetgeving wordt aangepast aan de begroting in plaats van andersom. Wie heeft het nu voor het zeggen in Europa?

De verkregen wetgevende bevoegdheid van het Europees Parlement kan een lege huls worden wanneer het weinig macht heeft om ervoor te zorgen dat er voldoende geld beschikbaar is voor de uitvoering van de wetten. De regeringsleiders dreigen dertig jaar begrotingsrecht te vervangen door de almacht van de Ministers van Financiën achter gesloten deuren en daar is weinig democratisch of transparants aan.