De jaarlijkse Sacharov-prijs is op 12 december in Straatsburg uitgereikt aan de Wit-Russische oppositieleider Alexander Milinkevich. Het Europees Parlement heeft deze prijs in het leven geroepen om personen of groepen te eren, die tegen onderdrukking en onrechtvaardigheid vechten en voor de vrijheid van meningsuiting.

Wit-Rusland wordt ook wel de laatste dictatuur van Europa genoemd. Sinds 1994 is Alexander Loekasjenko aan het bewind, die regeert met ijzeren vuist. Het land leunt economisch volledig op grote buur Rusland en heeft sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie geen afscheid genomen van de communistische planeconomie.

Om de democratische schijn op te houden waren er in maart 2006 presidentsverkiezingen. Milinkevich was namens de gezamenlijke oppositiepartijen tegenkandidaat van Loekasjenko. Loekasjenko won de verkiezingen met 83 procent van de stemmen, maar ze werden gekenmerkt door grootschalige verkiezingsfraude. Geïnspireerd door de succesvolle 'Oranje revolutie' in buurland Oekraïne een jaar eerder begon de oppositie protesten, maar die werden door de geheime politie uiteengeslagen. Milinkevich werd ook gearresteerd en zat verschillende weken vast.

Eerbetoon Alexander Kozulin
Milinkevich ontving de prijs waaraan ook een bedrag van 50.000 euro is verbonden onder ovationeel applaus. Hij droeg de prijs op aan mededissident Alexander Kozulin, die sinds de protesten tegen de verkiezingsuitslag gevangen zit en al meer dan 50 dagen in hongerstaking is.

Milinkevich deed ook een dringende oproep aan de EU om vooral niet de prijs voor visa voor mensen afkomstig uit niet EU-landen te verhogen naar 60 euro. In Wit-Rusland is dit gelijk aan een maandsalaris. Volgens Milinkevich betekent dat voor de meerderheid van de Wit-Russen, dat er opnieuw een ijzeren gordijn wordt neergelaten. Ook GroenLinks verzet zich tegen het verhogen van de visaprijzen.

Zie ook: