GroenLinks wil dat het kabinet veel meer vaart gaat maken met het stimuleren van het rijden in elektrische autos. Kees Vendrik wil van de ministers Cramer en Eurlings snel een reactie op een nieuw rapport van Energie Centrum Nederland (ECN), waarin geconstateerd wordt dat de huidige technologieën onvoldoende zijn om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
Het ECN vindt dat de overheid een coördinerende rol moet spelen in het opzetten van de benodigde infrastructuur om elektrisch te kunnen rijden en denkt dat Nederland een voortrekkersrol zou moeten spelen. Nu hobbelt Nederland zon beetje achter de ontwikkelingen aan, terwijl landen als Denemarken, Spanje, Frankrijk en Engeland mijlenver op ons voorliggen.
GroenLinks vindt bovendien dat Nederland een inkoopconsortium zou moeten vormen, waarmee autofabrieken als Nedcar het perspectief kan worden geboden op een afzetmarkt voor elektrische autos. GroenLinks wil ook weten hoe het staat met de uitvoering van de motie Vendrik/De Krom van begin december, waarin het kabinet werd gevraagd om een plan van aanpak voor de snelle introductie van elektrische autos.
Kamervragen van het lid Vendrik aan de ministers van VROM en Verkeer en Waterstaat, ingezonden op 26 januari 2009 over ECN rapport Duurzame innovatie in het wegverkeer?.
1. Kent u het rapport Duurzame innovatie in het wegverkeer? dat het Energie Centrum Nederland (ECN) op 22 januari heeft gepubliceerd? 1)
2. Onderschrijft u de conclusie dat technologieën als hybride voertuigen, de eerste generatie biobrandstoffen, ICT en CNG op wat langere termijn onvoldoende vermindering van CO2-emissies bieden? Wat is uw reactie daarop?
3. Welke consequenties trekt u aan de door het ECN benadrukte behoefte aan duurzame productie van elektriciteit en waterstof om vanaf 2030 (vrijwel) nulemissie technologie mogelijk te maken? Acht u het waarschijnlijk dat er dan voldoende duurzame energie beschikbaar is voor het autoverkeer?
4. Wat is uw reactie op de aanbeveling van ECN om zowel het rijden op waterstof in brandstofcelautos als elektrisch rijden parallel te ontwikkelen? Welke stappen gaat u daartoe ondernemen?
5. Hoe gaat u invulling geven aan de aanbeveling van ECN dat de overheid een coördinerende rol moet spelen in het opzetten van een infrastructuur voor vervoer op waterstof en elektriciteit?
6. Hoe staat u tegenover de conclusie van het ECN dat Europees beleid cruciaal is en welke mogelijkheden ziet u voor Nederland dit beleid te beïnvloeden? Welke strategische keuzes maakt u daarbij?
7. Hoe staat het met de uitvoering van de motie Vendrik/ De Krom (31700-XII, nr. 37), waarin de regering wordt verzocht een plan van aanpak te maken voor het wegnemen van de belemmeringen die de versnelde introductie van elektrische autos in de weg staan?