Gisteren stemde de buitenlandcommissie van het Europees Parlement voor het Turkije-rapport. "Het rapport is een redelijk compromis," vindt GroenLinks-Europarlementariër Joost Lagendijk. "Maar op sommige onderdelen, zoals de Cyprus-paragraaf, is de tekst onevenwichtig."
Lagendijk is blij dat zijn voorstel om de positie van seksuele minderheden in Turkije aan de kaak te stellen is aangenomen. "De gerechtelijke veroordeling van homobelangenorganisatie Lambdaistanbul wegens 'onzedelijke doelstellingen' is gelukkig van tafel," zegt Lagendijk, "maar discriminatie is nog altijd aan de orde van de dag."

"Het rapport doet ook recht aan de langzaam verbeterende rechten van de Koerden," meent Lagendijk, "Een groot probleem is dat bestuurders de Koerdische taal niet mogen gebruiken in officiële communicatie. Aan de andere kant is er nu een publieke tv-zender in het Koerdisch, een stap die het Europees Parlement toejuicht. Ik heb daarom goede hoop dat er schot in de zaak zit."

De buitenlandcommissie heeft ook een voorstel van Lagendijk aangenomen over vakbondsrechten. De vakbewegingen hebben in Turkije nog last van allerlei wettelijke beperkingen. Hoewel ook daar enige verbetering te zien is, roept het parlement Turkije op om de vakbondswetten aan te nemen die aan internationale standaarden voldoen. Op initiatief van GroenLinks verzoekt het rapport de Turkse autoriteiten om samen met de vakbonden naar een oplossing te zoeken voor de jaarlijkse 1 mei demonstraties, die altijd gepaard gaan met onnodig politiegeweld.

"Ik ben duidelijk minder tevreden over de Cyprus-paragraaf," zegt Lagendijk "Die is erg onevenwichtig en zal het vinden van een oplossing voor het langdurige conflict bemoeilijken. Waarschijnlijk heeft de rapporteur, Ria Oomen-Ruijten (CDA), zich in laten palmen door haar radicale Grieks-Cypriotische collega's, die zo punten willen scoren tegen de Turken."