De Europese Commissie mag Oostenrijk en Hongarije niet dwingen om genetisch gemanipuleerde maïs toe te laten. Dat besloten de milieuministers van de Europese landen, die vandaag in Brussel vergaderen. GroenLinks juicht het besluit toe, maar is teleurgesteld dat het Nederlandse kabinet de toelating van deze maïssoort wel in alle lidstaten wilde verplichten.

GroenLinks-Europarlementariër Kathalijne Buitenweg: "Dit is weer een typisch voorbeeld van overtrokken marktdenken. De regeringen van Oostenrijk en Hongarije willen het milieu en hun burgers beschermen en dat moeten we respecteren. Er is nog veel te weinig bekend over de mogelijke gezondheidsrisico's bij mensen van deze maïsvariant."

"Wat we wel weten is dat het verbouwen van genetisch gemanipuleerde gewassen milieuschade kan veroorzaken. Zo kunnen deze kruisen met natuurlijke gewassen en een bedreiging vormen voor de biodiversiteit."

Nederland maakte deel uit van het kleine groepje landen dat wel voor het voorstel van de Europese Commissie stemde. Dat is op zichzelf niet verrassend, want Nederland is altijd heel liberaal geweest als het om de toelating van genetisch gemanipuleerde gewassen gaat. Dit in tegenstelling tot landen als Griekenland, Hongarije, Frankrijk en Oostenrijk die uiterst kritisch zijn over de techniek.

"Daar zou onze regering een voorbeeld aan kunnen nemen. Die landen kiezen onvoorwaardelijk voor de gezondheid van hun burgers. Zo lang niet is bewezen dat de genmaïs onschadelijk is, moeten we het met alle macht uit ons voedsel weren. Het kabinet neemt een grote gok, met onze gezondheid als inzet. Dat vind ik immoreel", aldus Buitenweg.  

Het zogenoemde MON 810-maïs is het enige genetisch gemanipuleerde gewas dat in de afgelopen tien jaar door Brussel werd goedgekeurd. Door die goedkeuring mochten boeren in Europa de maïssoort verbouwen. Hongarije, Oostenrijk, Frankrijk en Griekenland waren het daar niet mee eens en hebben een nationaal verbod ingesteld.