De afgelopen tijd is er via de media veel kritiek geuit op de Commissaris van de Koningin in Noord-Holland, Harry Borghouts. Het beeld dat Noord-Holland miljoenen heeft zoekgemaakt omdat de Commissaris van de Koningin het te druk had met bijverdienen is absoluut onjuist. Hoewel Harry Borghouts zijn functie in Noord-Holland niet 'namens GroenLinks' vervult, komen er bij ons natuurlijk veel vragen binnen. Een toelichting:

  • Het ging om nevenfuncties die gezamenlijk niet buitensporig veel tijd kostten. Dat onderschreven de fractievoorzitters uit de Staten bij overleg op 29 juni.
  • Enkele fracties hebben Borghouts toen gesuggereerd om het bestuurslidmaatschap van het ABP op te geven; dit is later aangescherpt, Borghouts legde vervolgens ook deze functie neer.
  • Borghouts verdiende bij het ABP in 2008 € 38.165. Het voltallige ABP-bestuur € 712.105. Het belegde ABP-vermogen bedroeg eind 2008 € 173 miljard. Borghouts bleef onder de “Balkenende-norm” voor inkomens in de publieke sector.
  • De Commissaris van de Koningin in Noord-Holland is geen toezichthouder op de provinciale financiën.

 

Kunt u nog functioneren als Commissaris van de Koningin?

Ja, ik denk van wel. Soms zie ik wel even een bepaalde blik in de ogen van gesprekspartners of anderen. Tijdens mijn gesprekken verdwijnen die en kan ik zaken doen als voorheen.
Een (groot) aantal mensen hebben me rechtstreeks een e-mail of brief gestuurd. Velen in afkeurende zin. Uit de reacties kan ik opmaken dat deze schrijvers niet altijd de juiste feiten op een rij hebben. Hoe zou dat ook kunnen? Ik heb zoveel mogelijk gereageerd met feitelijke informatie. Soms kreeg ik daarna een bericht terug dat men mijn handelwijze nu beter begreep. Overigens kan ik zeggen dat ik ook positief gestelde brieven en e-mails heb ontvangen, ook van mensen die ik niet ken. Mijn motto is nu: “Niet vergeten en doorgaan”.

Wat is/was uw motivatie voor het aangaan van zoveel nevenfuncties?

Mijn motivatie is en was altijd tweeërlei. Enerzijds ben ik nieuwsgierig naar andere ervaringen dan in mijn reguliere werk, daarnaast kies ik altijd functies die maatschappelijk relevant zijn. Ik merk wel op dat ik altijd ben gevraagd voor tijdelijke of meer permanente nevenfuncties, ik heb er nooit actief naar gezocht. Overigens, het lijken veel nevenfuncties in aantal, in tijdbesteding valt dat zeer mee. Dat was ook de conclusie van de fractievoorzitters uit de Staten op maandag 29 juni.

GroenLinks is tegen topsalarissen en bonussen; als Commissaris krijgt u al een hoog salaris, hoe verhoudt zich dat tot de soms hoge bijverdiensten uit uw nevenfuncties?

Het is logisch dat kritisch gekeken wordt naar wat iemand binnen de overheid en collectieve sector verdient. De politiek op landelijk niveau hanteert nu de “Balkenende-norm”, ongeveer 180.000 euro per jaar. Inclusief de inkomsten uit nevenfuncties blijf ik daaronder.

Wat vindt u van de wijze van besturen namens de provincie waardoor mogelijk euro 78 miljoen verloren gaat?

Ik vind dat zeer spijtig. In de Statenvergadering van maandag 15 juni en ook tijdens het openbaar verhoor heb ik gezegd dat het niet goed is geweest dat wij –als College van Gedeputeerde Staten- geen enkele maal hebben gesproken over onze uitgezette gelden. “Ik ben een beetje dom geweest”, zei ik toen. Ik heb daar spijt van en neem dat mezelf ook kwalijk.

Waarom heeft u pas onder druk besloten tot het neerleggen van uw functie bij het ABP?

Ik heb me tijdens de vergadering van Provinciale Staten van 15 juni bereid verklaard met de fractievoorzitters te spreken over mijn nevenfuncties. Na een signaal van mijn kant dat het te lang duurde voordat die vergadering bijeen kwam, hebben we elkaar op 29 juni gesproken.
De aanwezigen hebben daar gemeld dat mijn functioneren als commissaris niet leed of lijdt onder mijn nevenfuncties. Ik heb toen zes functies ter beschikking gesteld, vier zo spoedig mogelijk, twee op iets langere termijn. Daarmee eindigde de vergadering. Drie fracties gaven me in overweging om ook het bestuurslidmaatschap van het ABP op te geven. Gelet op de uitspraak dat de nevenfuncties niet ten nadele van het commissariaat gingen, vond ik dat ook niet nodig, ook gezien het belang van continuïteit in het ABP-bestuur.
De ochtendkranten van vrijdag 3 juli meldden vervolgens dat er een motie van wantrouwen tegen mij zou worden ingediend als ik het ABP-bestuurslidmaatschap niet zou neerleggen. Ik heb toen een hernieuwd overleg gevraagd. In dat overleg werd duidelijk dat mijn eerdere toezeggingen door enkele fracties niet voldoende werden geacht. Ik heb toen gezegd mijn ABP-bestuurslidmaatschap neer te leggen.

Hebt u spijt van de manier waarop u gereageerd heeft op de kritiek op uw functioneren?

Nee. Het rapport Triple R (.pdf) zegt dat ik te weinig heb gedaan om een nieuwe concerncontroller in dienst te krijgen. Dat is het enige dat in het rapport over mij staat. In de media is vervolgens het beeld ontstaan dat ik mijn taak als toezichthouder op de financiën van de provincie heb verwaarloosd.

Mijn antwoord in de vergadering van Provinciale Staten van 15 juni is geweest:
(1)    Ik heb me wel degelijk ingespannen voor het aantrekken van een nieuwe concerncontroller en ik heb daarover voor de rekeningencommissie in mei 2008 uitputtend verantwoording afgelegd en
(2)    Ik ben niet de toezichthouder op de provinciale financiën.
In de Statenvergadering is over die antwoorden verder geen discussie geweest. Ten overvloede: de kritiek is verder niet gericht geweest op mijn functioneren als commissaris.