Dit initiatiefvoorstel vult de Algemene wet bestuursrecht aan met een regeling die de bestuursrechter de mogelijkheid geeft om bestuursorganen tijdens een beroepsprocedure de kans te geven een besluit met een gebrek te herstellen. De zogenaamde "bestuurlijke lus". Tot nu toe was het alleen mogelijk om deze besluiten te vernietigen en de procedure te herstarten.
Dit voorstel vereenvoudigt de uitvoering van grote en kleine besluiten om te bouwen, om de mobiliteit te vergroten of om de leefkwaliteit te verbeteren. Onnodige kosten en vertragingen van het opnieuw doorlopen van uitgebreide besluitvormingsprocedures worden voorkomen.

"Hoe pakt de lus uit bij een tussenuitspraak in hoger beroep? De indieners leggen de rechter op om een herstelbesluit op basis van een tussenuitspraak in hoger beroep meteen door te verwijzen naar de appelrechter. Dat betekent dat het nieuwe besluit slechts één beroepsgang kent, en wel meteen bij de appelrechter die vaak op een
wat beperktere wijze toetst. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de belangen van de burger en diens recht op hoor- en wederhoor. Of zien de indieners dit anders?", zo startte Tineke Strik haar bijdrage aan dit debat.

Ik zei het al, dit voorstel voor de algemene
wettelijke bepalingen voor de bestuurlijke lus lijkt
vooral een reactie op vertragingen in procedures
ten aanzien van grote ruimtelijke ordenings- of
infrastructurele projecten. De bestuurlijke lus wordt
nu echter geïntroduceerd voor alle
bestuursrechtelijke terreinen. Dat vraagt om een
bredere onderbouwing van de noodzaak. Hoewel
mijn fractie de voorkeur geeft aan een algemene
regeling in de Awb, zullen de indieners wel de
noodzaak, de effecten en ook de eventueel
onbedoelde effecten van de lus op al deze andere
terreinen in kaart moeten hebben gebracht. Is dat
het geval en kunnen zij beargumenteerd aangeven
dat een algemene invoering geen onwenselijke
implicaties bevat voor wellicht specifieke terreinen?
Als een en ander inderdaad voldoende is
geïnventariseerd en gewogen, heeft ook mijn fractie
een voorkeur voor een algemene regeling.
Een belangrijk criterium dat in de
rechtspraak ontwikkeld zou moeten worden, is het
begrip "reparabel". Om transparantie en
consistentie te verkrijgen, zal dit begrip zo veel
mogelijk coherent moeten worden toegepast. Zijn
de indieners het met mijn fractie eens dat de
rechter daarom de toepassing van de bestuurlijke
lus steeds goed zal moeten motiveren? Alleen zo
krijg je eenheid in de uitleg wanneer een besluit
herstelbaar is en wanneer niet. Dat komt de
rechtszekerheid van burgers ten goede.
Een ander punt van aandacht is de derdebelanghebbende.
De indieners hebben duidelijk
gemaakt dat een hersteld besluit zodanig bekend
moet worden gemaakt dat iedereen er kennis van
kan nemen, en wel op dezelfde manier als bij het
eerste besluit, zo begreep ik. Toch kan het heel
goed zijn dat niet alle derde-belanghebbenden er
nog alert op zijn. Er is immers al een procedure
geweest en men verkeert in de veronderstelling dat
die fase een gepasseerd station is.
Zien de indieners dit als een risico? Zou dat risico
niet enigszins te verkleinen zijn als het
bestuursorgaan iedereen die in de eerste fase heeft
gereageerd ten minste ook individueel attendeert
op het nieuwe besluit?
Het wetsvoorstel biedt de mogelijkheid om
een tussenuitspraak te doen buiten zitting en ook
om geen nieuwe zitting te organiseren nadat een
besluit is hersteld. Op welke wijze is het principe
van hoor en wederhoor in deze situaties
gegarandeerd? Vooral in de tweede situatie kunnen
er nieuwe informatie of nieuwe argumenten zijn
ingebracht. De andere partij kan dan geschaad
worden in haar positie als zij niet meer in staat is
daar tijdens een zitting voldoende op te reageren.
Kortom, wij onderkennen en waarderen de
meerwaarde van de bestuurlijke lus en de
wettelijke verankering daarvan. Er moeten echter
nog heel wat lussen ontward worden voordat men
onze fractie heeft gestrikt.