Den Haag, 3 maart 2010 - GroenLinks wil opheldering over de explosieve toename van het aantal internettaps door Justitie en de veiligheidsdiensten. In vergelijking met 2006 is het aantal taps met maar liefst 385 procent gestegen. GroenLinks-Kamerlid Mariko Peters wil weten of niet al te lichtvaardig naar de tapbevoegdheid wordt gegrepen.

Wat GroenLinks betreft komt er een onderzoek naar de redenen om over te gaan tot het leggen van een internettap en wanneer deze moeten worden voortgezet. Ook wil Peters weten of een internettap daadwerkelijk bijdraagt aan de opsporing en bestrijding van strafbare feiten en of betrokkenen achteraf geïnformeerd worden over de toepassing van de tap. Het gaat hier immers om een dwangmiddelenbevoegdheid die een diepe inbreuk maakt op de privacy van de internetgebruiker.

Schriftelijke vragen van het lid Peters (GroenLinks) aan de minister van Justitie over de explosieve toename van het aantal internet- en VOIPtaps

1. Kent u het bericht  dat het aantal internettaps explosief stijgt? Zo ja, klopt het dat dit aantal in vergelijking met 2006 met maar liefst 385 procent is toegenomen?
2. Welke oorzaken heeft deze explosieve toename? Duidt deze toename op een al te lichtvaardig gebruik van deze dwangmiddelenbevoegdheid? Hoe wordt voorkomen dat de internettap onnodig blijft doorlopen? En kunt u aangeven of de notificatieplicht wordt nageleefd?
3. Vindt u de vergoeding voor de uitvoerende instanties adequaat daar de kosten voor het voldoen aan de verplichting tot het aanleggen van een internettap aanmerkelijk hoger zijn dan de door u geboden vergoeding?
4. Kunt u onderzoeken onder welke omstandigheden internettaps worden toegepast, hoe het toezicht op het verloop van de taps functioneert en wat de daadwerkelijke bijdrage van deze dwangmiddelenbevoegdheid is aan de opsporing en bestrijding van strafbare feiten? Zo nee, waarom niet?