3 mei is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Wereld Persvrijheiddag. Laten we zeggen dat er vandaag aandacht gevraagd wordt voor de bedreiging van de persvrijheid. Want eerlijk gezegd staat het er niet rooskleurig voor. In Italië wordt de media beheerst door Berlusconi, in Rusland worden critici door Katya in de val gelokt, in Azerbaidjan worden journalisten vastgezet en in Eritrea zitten ruim 130 journalisten vast in geheime gevangenissen.

In Europa verkwanselt de regering Berlusconi de persvrijheid. Hij bezit de grootste commerciële televisie stations, zijn familie bezit kranten en reclamebureaus en ondertussen is hij als premier de baas over de publieke zenders van de RAI. En wat hem niet bevalt wordt niet uitgezonden. Kritische geesten worden uit de raad van toezicht van de RAI gegooid, journalisten verliezen hun baan en zijn van arre moede overgestapt op stevige zelfcensuur.

En Europa kijkt toe. In het Europees parlement houden de christen-democraten, waar Berlusconi's partijgenoten deel van uitmaken, acties tegen voorstellen die monopolieposities in de media in een land moet voorkomen. Want er zijn toch nog een paar marginale zelfstandige kranten in Italië? En er is ook nog een andere commerciële TV-aanbieder? Maar als journalisten niet meer vrij kunnen publiceren en burgers slechts informatie uit een bron krijgen, is er sprake van de inperking van de persvrijheid.

De 26 premiers van de overige lidstaten houden hun collega Berlusconi de hand boven het hoofd omdat ze zelf geen zin hebben in pottenkijkers op andere dossiers. Maar Europa is een project van samenwerking en we horen elkaar scherp te houden. Kijk maar naar de financiële puinhopen in Griekenland. Hadden we niet graag eerder willen ingrijpen? Als je wegkijkt van een probleem ontloop je je verantwoordelijkheid.

Europa kent een standaard voor haar leden: de Kopenhagen-criteria waarin vrijheid meningsuiting geregeld is. Als een land daar niet aan voldoet, mag het niet lid worden van de club. Kroatië wordt ergens in de komende paar jaar lid, maar in 2009 werden er nog journalisten bedreigd en geslagen en het lijkt er op dat de staatstelevisie Berlusconi-achtige trekjes begint te vertonen. We moeten daar kritisch op zijn. Hoe kunnen we Kroatië op het rechte pad krijgen als we niet bereid zijn oude leden – Italië – te bestraffen?

Binnen Europa hebben we Berlusconi met dubieuze parktijken, zijn goede vriend Poetin heeft ook zijn tactieken. Afgelopen week hebben we kennis mogen maken met Katya. Dit model wordt op de criticasters van Poetin afgestuurd om vervolgens via compromitterende videobeelden hun carrière om zeep te helpen. Laatste slachtoffer is Viktor Shenderovich, die zich – dom, dom – heeft laten verleiden door de schone Katya. Voorlopig heeft Poetin geen last van Viktor: die is voorlopig zijn gezin aan het redden.

Maar het kan erger: de dag van de persvrijheid gaat vooral ook over journalisten die met hun leven bedreigd worden. In Nederland vragen Rik Konijnenbelt van RTL en Tijs van den Brink van de EO samen met FreeVoice aandacht voor het lot van Eynulla Fatullajev, een journalist uit Azerbaidjan die in 2007 gevangen is gezet omdat hij zijn regering zou hebben beledigd. Teken vooral ook de petitie van Amnesty voor Fatullajev en zijn collegae! Journalisten mogen de mond niet gesnoerd worden. Journalisten houden regeringen scherp en informeren de burger. Regeringen die dat recht ontnemen aan hun volk zijn ondemocratisch.

Ik denk vandaag speciaal aan Dawit Isaac, een journalist uit Eritrea die al sinds 2001 vast zit zonder gerechtelijk bevel en met hem zitten in Eritrea nog zeker 136 journalisten vast. Gevangenissen zijn barre plekken: vaak half ingegraven, op geheime locaties, martelen is aan de orde van de dag. De militaire dienstplicht in Eritrea kent geen einde en heeft de vorm aangenomen van slavenarbeid. Zij die niet in de gevangenis zitten, zijn in feite ook niet vrij.

Om journalisten, die in zulke omstandigheden hun werk doen, te beschermen moeten we ze aandacht geven. Als Fatullajev wat overkomt in de gevangenis ontstaat er een diplomatieke rel. Hoe met met Dawit Isaac gaat is onbekend. De Eritreese overheid is niet gevoelig voor diplomatie.

Alle reden dus om deze dag aan te grijpen om je te realiseren hoe belangrijk het is dat wij in een land wonen waar persvrijheid de normaalste zaak van de wereld is. Alle reden om deze dag aan te grijpen om journalisten die niet in zo´n situatie kunnen werken te steunen.

Dit artikel is op 3 mei 2010 verschenen op Joop.nl