GroenLinks kiest voor het stimuleren van kleinschalige zorg. Kleinschalige ouderenzorg is vaak goedkoper en persoonlijker dan zorg in grote verpleeghuizen. Nu blijkt de pot met subsidie voor instellingen die willen overschakelen al na negen weken leeg. GroenLinks-Kamerlid Jolande Sap stelt daarom schrifelijke vragen aan Ab Klink (CDA), de minister van Volksgezondheid.
“Kleinschalige zorg kan veel opleveren en moet gestimuleerd worden, daarom mag het ministerie het niet bij een eenmalige subsidie houden”, vindt Sap.
Niet alleen betekent kleinschalige zorg een beter georganiseerde zorg, ook de kwaliteit van de zorg verbetert. De komende jaren zal door de vergrijzing het beroep op langdurige zorg flink gaan toenemen. Om de kwaliteit van de langdurige zorg te verbeteren en vast te houden moet er flink geïnvesteerd worden. GroenLinks investeert daarom structureel 500 miljoen euro in de langdurige zorg.
Meer informatie
- Lees meer over marktwerking en kostenbeheersing in de zorg
- Artikel op Zorgvisie: Subsidie kleinschalig wonen veel te snel overtekend
Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen van het Kamerlid Sap van GroenLinks aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake de subsidieregeling voor kleinschalig wonen die na negen weken al op is:
- Wat is uw reactie op het bericht ‘Subsidie kleinschalig wonen veel te snel overtekend’?
- Wat is uw reactie op de stelling dat zorgorganisaties zonder deugdelijke plannen er snel met de subsidie vandoor zijn gegaan?
- Bent u van mening dat alle goedgekeurde plannen goed beoordeeld zijn op haalbaarheid? Welke criteria zijn gebruikt om de plannen te toetsen?
- Op welke wijze ondersteunt u de plannen voor kleinschalig wonen van instellingen die door uitputting van het subsidiebudget nu buiten deze stimuleringsregeling vallen? Bent u bereid extra middelen vrij te maken, bijvoorbeeld door de subsidieregeling uit te breiden?
- Wat is uw mening over het gehanteerde molenaarsprincipe, waarbij ‘de instelling die het eerst komt, het eerst maalt’? Bent u van mening dat met het hanteren van dat principe het subsidiebudget besteed wordt aan projecten waar deze subsidie het meest noodzakelijk is?