Noord-Nederland zou vanaf 2010 een proeftuin worden voor duurzaam bouwen. De Noordelijke provincies zouden in de loop van dit jaar toestemming krijgen van het Rijk om strengere eisen te stellen aan de energieprestatie van nieuwe gebouwen. Dat sprak het inmiddels demissionaire kabinet in 2007 af met de Noordelijke provincies en de betrokken marktpartijen. GroenLinks is teleurgesteld dat demissionair minister Van Middelkoop hier nu vanaf wil zien. Twee Kamerleden stellen daarom schriftelijke vragen.

Linda Voortman: “De Rijksoverheid zou de Noordelijke provincies juist keihard moeten steunen. Het is hartstikke mooi dat zij een koploperspositie in willen nemen op het gebied van duurzaam bouwen. Dat is prachtig nieuws voor het milieu, maar ook voor de portemonnee van mensen. Door in energiebesparing te investeren daalt de energierekening. De Noordelijke provincies zijn jarenlang bezig geweest met de voorbereidingen en nu wil het demissionaire kabinet de uitvoering van het koplopertraject op de valreep blokkeren. Ik zal alles doen om daar een stokje voor te steken.”

Het is een uitdaging om de Nederlandse economie te vergroenen. Duurzaam bouwen hoort daarbij. De Noordelijke provincies moeten alsnog de ruimte krijgen om strengere eisen te stellen aan bouwbedrijven en woningbouwcorporaties. “Daarmee stimuleren we groene innovatie in de bouwsector. Het is hard nodig om die sector toekomstbestendig te maken”, aldus Ineke van Gent.

Vragen van de Kamerleden Voortman en Van Gent (GroenLinks) aan de demissionaire minister van Wonen, Wijken en Integratie over het voornemen om de voorgenomen aanscherping van de EPC-eis voor Noord-Nederland los te laten:

  1. Is uw voorstel om het deel Noord-Nederland alsnog niet op te nemen in het Experimentenbesluit, in de Ministerraad aangenomen? *
  2. Waarop baseert u uw conclusie dat er te weinig draagvlak bij de deelnemende marktpartijen is om de EPC-norm van 0,8 naar 0,5 te verlagen?
  3. Hoe noodzakelijk acht u het draagvlak bij alle partijen in het licht van het feit dat de aanscherping van de EPC-norm technisch heel goed haalbaar is, past bij de doelstellingen op het gebied van energiebesparing en niet onredelijk is tegenover de betrokken marktpartijen, aangezien de aanscherping in gelijke mate geldt voor alle marktpartijen die in Noord-Nederland actief zijn?
  4. Klopt het dat de marktpartijen er moeite mee hadden dat er te weinig zicht was op de gehanteerde rekenmethodiek en op de kosten van energiezuinig bouwen?
  5. Is de rekenmethodiek en –software inmiddels wel beschikbaar voor de marktpartijen? Zo nee, komt de rekenmethodiek en –software binnen korte tijd alsnog beschikbaar voor de marktpartijen?
  6. Is er gewerkt aan het inzichtelijk maken van de kosten van energiezuinig bouwen voor bouwbedrijven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat heeft u precies gedaan om de kosten inzichtelijk te maken?
  7. Bent u van plan om de aanscherping van de EPC-norm voor Noord-Nederland op termijn alsnog door te laten gaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn denkt u alsnog over te kunnen gaan tot het aanscherpen van de EPC-norm voor Noord-Nederland?

* Brief van de minister aan de Tweede Kamer op 17 juni 2010, Kamerstuknummer 30196-107