Kamerlid Jolande Sap voerde dinsdagavond namens GroenLinks het woord bij de Financiële Beschouwingen. Lees hier de letterlijke weergave van haar bijdrage.

Voorzitter. Het zijn bijzondere tijden. We zitten nog steeds middenin een ongekend zware economische en financiële crisis. We zitten nog steeds met een demissionair kabinet, dat, als ik zo naar de minister kijk, toch echt eraan toe is om afgelost te worden. We staan aan de vooravond van een heel bijzondere constructie in de Nederlandse politiek, wellicht voor het eerst een gedoogkabinet. Maar het staat nog niet op het bordes, en zolang het daar nog niet staat, houd ik hoop.

Laat ik de behandeling van de Miljoenennota 2011 beginnen met een compliment aan het demissionaire kabinet en aan deze minister. Het is goed dat het kabinet tegemoet is gekomen aan de wens van de Kamer om die 3,2 mld. aan bezuinigingen te gaan realiseren.

En nog een klein complimentje: eens ook met de invulling van een bedrag in de orde van grootte van 1,9 mld., waar het kabinet voor kiest. Maatregelen in de sfeer van de loonmatiging, een efficiëntere overheid, bestrijden van bureaucratie en tabaksaccijns kunnen op de instemming van mijn fractie rekenen. Maar wij hebben grote moeite met de bezuinigingen op kinderopvang, op onderwijs, op politie en op inburgering. Dat zijn maatregelen die wij antimodern vinden. Terwijl wij met het oog op de vergrijzing juist iedereen nodig hebben op de arbeidsmarkt, maakt het kabinet met deze maatregelen werken juist minder lonend en minder aantrekkelijk.

Deze gezwaluwstaarte Miljoenennota, om in de woorden van de minister te spreken, is een voorbode van wat ons met een rechts kabinet te wachten staat. En wat staat ons te wachten? Een kabinet dat zich ingraaft in plaats van bruggen te bouwen, een kabinet dat niet hervormt maar dat vooral het eigen gelijk en rechtse taboes viert en een kabinet dat bezuinigt op gewone hardwerkende mensen. Deze drie punten zal ik in het vervolg van mijn betoog verder uitwerken.

Ik begin bij de loopgraven in plaats van de bruggen. Het is van meet af aan sinds de verkiezingen in deze formatie duidelijk dat er bij bepaalde partijen in deze Kamer een erg ferme wil is tot over rechts gaan. Uit deze Miljoenennota blijkt dat het demissionaire kabinet voorsorteert op dat rechtse kabinet en geen poging heeft gedaan om een brede meerderheid in de Kamer te zoeken. Dat neigt naar roekeloos bestuur, want stel -- niet geheel ondenkbeeldig -- dat rechts er toch niet komt. Wat dan, zo vraag ik de minister. Wordt 2011 misschien dan toch nog een verloren jaar?

Voorzitter. Wij hebben samen met drie andere progressieve partijen in dit parlement een uitnodigend alternatief opgesteld, een alternatief dat uitdrukkelijk ook andere partijen in deze Kamer uitnodigt om zich daarbij aan te sluiten. In dat alternatief schrappen wij de bezuinigingen op kinderopvang, op onderwijs, op politie en op inburgering. In plaats daarvan bezuinigen wij op ineffectieve subsidies, op belastingverlagingen voor het bedrijfsleven die niet effectief zijn, op de JSF, op overheidsbureaucratie en op overbodige belastingcadeautjes aan vaak goedbetaalde oudere werknemers.

Met name de bezuinigingen in de kinderopvang hebben al heel veel aandacht getrokken, aandacht in de media maar vooral ook aandacht en angst bij veel ouders die vrezen dat zij op termijn de kinderopvang niet meer kunnen betalen. GroenLinks heeft zich consistent verzet tegen alle bezuinigingen in de kinderopvang die vanaf 2009 al gepleegd zijn. Wij hebben ons consistent verzet. Wij hebben ook onze actie, vanuit 2009 al gevoerd met toen heel veel handtekeningen, vorige week hervat. Ik kan nu melden dat die handtekeningenactie van GroenLinks binnen een kleine week tijd al meer dan 35.000 handtekeningen heeft opgeleverd. Al meer dan 35.000 mensen die zich ernstig zorgen maken waar zij in de toekomst, als zij willen werken, hun kinderen van goede opvang kunnen verzekeren.

Voorzitter. Naast die handtekeningen hebben we daarover ook veel brieven gekregen. Brieven van mensen in het onderwijs en in de zorg die bang zijn dat zij straks die opvang niet meer kunnen betalen. Als verpleegsters de zorg de rug moeten toekeren, omdat zij de kinderopvang niet meer kunnen betalen, komen er nog grotere personeelstekorten in de zorg. Is dat nu het Nederland waarbij rechts zich de vingers aflikt? Het is in elk geval niet mijn Nederland. Als we de verkiezingsprogramma's mogen geloven van de partijen die hier zijn verenigd, kan het alternatief dat wij als progressieve partijen hebben neergelegd, op brede steun in deze Kamer rekenen, want alle partijen hier zijn bereid om fors te schrappen in subsidies en fors te snijden in de overheidsbureaucratie. Bezuinigen op defensie, om maar een dwarsstraat te noemen, kan rekenen op de steun van maar liefst 112 zetels in deze Kamer. Bij de steun voor bezuinigingen op kinderopvang of op onderwijs gaat het blijkens de verkiezingsprogramma's om 47 tot 59 zetels. Dat steekt er schril bij af. Mijn vraag aan de minister van Financiën is waarom het demissionaire kabinet er zo uitdrukkelijk voor heeft gekozen om voor te sorteren op rechts. Waarom stelt minister De Jager zich op als de waterdrager van een rechts kabinet? Waarom geen bezuinigingspakket dat op instemming van een veel ruimere meerderheid van deze Kamer kan rekenen?

Dat brengt mij op mijn tweede thema: de rechtse taboes die de bezuinigingsagenda domineren. Politiek bedrijven vanuit taboes, vanuit het eigen gelijk, dat is niet mijn stijl van politiek bedrijven, maar helaas is het wel de stijl die zich aftekent in de Miljoenennota en in de formatie. Dat zien we allereerst terug in de discussie over de omvang en het tempo van de bezuinigingen, die we vandaag ook al een paar keer langs hebben zien komen.

Economen van links tot rechts en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling -- die niet bepaald bekend staat als een linkse club -- beschouwen rustig bezuinigen op de korte termijn en stevig hervormen op de lange termijn als het beste recept voor herstel en economische groei in de toekomst. Een club als het Internationaal Monetair Fonds heeft in een recente studie laten zien dat de kapitaalmarkt zo'n groot vertrouwen heeft in de robuustheid van de Nederlandse overheid dat de staatsschuld nog gerust kan verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. Omdat ik nu een aantal vieze gezichten zie in de zaal, voeg ik daar meteen ter geruststelling aan toe: mijn fractie is daar geen voorstander van. Toch constateren wij dat het dan raar is dat de minister van Financiën bij de aanbieding van het koffertje zegt dat wij het tekort moeten wegwerken om te voorkomen dat wij het risico lopen om het vertrouwen van de kapitaalmarkt te verliezen. Bovendien constateren wij dat het CDA en de VVD al op korte termijn heel fors denken te moeten bezuinigen, omdat dit het beste zou zijn voor de economie. Men vergeet er dan bij te vermelden dat men wel heel fors moet bezuinigen op de korte termijn, omdat de bereidheid ontbreekt om echte hervormingen te treffen.

In de afgelopen campagne heeft rechts zich sterk ingegraven in taboes. De hardwerkende Nederlander mag best tot wel €300 extra per maand gaan betalen aan de kinderopvang, maar o wee degene die ook maar een tientje van de hypotheekrenteaftrek van deze hardwerkende Nederlander wil afhalen, want die krijgt de wind vol van voren!

Ook het "K-woord" mag in Den Haag alleen nog maar gefluisterd worden. Hoeveel deskundigen ook zeggen dat wij de kilometerheffing nodig hebben om files en milieuvervuiling te bestrijden, rechts blijft aan het asfalt vastkleven. Dan kom ik bij het andere K-woord, de klimaatverandering. De kolencentrales, de staalindustrie en de glastuinbouw hebben één ding gemeen: ze draaien met honderden miljoenen aan overheidssubsidies op fossiele energie. Jaarlijks geeft de overheid maar liefst 7,5 mld. uit aan belastingkortingen op vuile energie. Rechts trekt echter als een donquichot ten strijde tegen een paar miljoen subsidies op windmolens. Geen wonder dus dat het met onze klimaatdoelen niet wil opschieten.

Natuurlijk zijn er ook veel bezuinigingen die voor rechts niet taboe zijn, maar daarbij speelt helaas het eigen gelijk een grotere rol dan een nuchtere afweging van maatschappelijke effecten. De bezuinigingen die de revue gepasseerd zijn en waarop wij graag zouden willen amenderen, worden steevast verdedigd op basis van de mantra's van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid. Deskundigen waarschuwen er echter voor dat kwetsbare mensen door bezuinigingen op de kinderopvang, door bezuinigingen op de inburgering en door bezuinigingen op psychische zorg juist minder zullen deelnemen aan de arbeidsmarkt en minder zullen deelnemen aan de samenleving. Dat leidt dus niet tot zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid, maar juist tot persoonlijk leed. Uiteindelijk leidt dit ook tot hoge kosten voor de samenleving als geheel.

Tijdens de vorige financiële beschouwingen is een motie aangenomen over het meewegen van maatschappelijke effecten van bezuinigingsvoorstellen. De vorige minister van Financiën heeft deze motie omarmd, wat wij in de brede heroverwegingen ook terugzien, maar deze minister lijkt met de rug naar de samenleving te staan. Op welke wijze heeft de minister deze maatschappelijke effecten meegewogen in de voorstellen van de Miljoenennota? Ik krijg hierop graag een concreet antwoord.

Dan kom ik bij de gewone, hardwerkende mens, die de crisis gaat betalen. De bezuinigingen waarvoor wij vandaag een alternatief presenteren hebben één ding gemeen: de rekening wordt betaald door heel gewone mensen, die hard werken en ook nu al dikwijls financiële zorgen hebben. Kinderopvang kan namelijk tot wel €300 extra per maand kosten. Het gaat daarbij niet alleen om ouders met hoge inkomens. Nee, het gaat ook om de verpleegster, de politieagent en de onderwijzer, mensen met heel normale inkomens tussen modaal en twee keer modaal. Wij hebben die mensen straks hard nodig op de arbeidsmarkt.

Dit is nog maar een kleine voorbode van wat er gaat komen. Als de VVD en het CDA met gedoogsteun van de PVV hun verkiezingsprogramma's kunnen gaan uitvoeren, staat de gewone mens nog een hoop extra ellende te wachten. Alleenverdieners met een modaal inkomen leveren bij het CDA tot wel €140 per maand in. De VVD hakt er met ongeveer €200 per maand nog dieper in. Dat hebben wij in de zomer berekend, op grond van de verkiezingsprogramma's. En dat zijn dan de alleenverdieners; de tweeverdieners zijn er nog slechter aan toe door de bezuinigingen op de kinderopvang. Bij de hoogste inkomens kan juist de vlag uit. Zij behouden hun riante hypotheekrenteaftrek en zij profiteren van de lagere belastingen die in het vooruitzicht zijn gesteld.

Kortom, als dat rechtse gedoogkabinet er straks toch zal komen -- maar nogmaals: het staat nog niet op het bordes -- dan gedoogt de PVV dat de VVD en het CDA Henk en Ingrid volledig gaan uitkleden.

Ik nader het einde, het besluit. Laten wij weer wat luchtigheid brengen in deze toespraak. Het is een goede traditie om de financiële beschouwingen te besluiten met een fragment van een liedje. De vorige minister van Financiën deed dat altijd en ik ben heel benieuwd wat deze minister van Financiën morgen zal brengen. Ik heb gekozen voor een citaat uit een liedje van Frank Boeijen met de titel Aan de bezitters van een ziel: "Dit is niet mijn land. Dit land is van niemand. Dit land is niemandsland. Niemandsland." Iedereen kent intussen "niemand" van de tv. Die "niemand" houdt van tochtige huizen. Niemand wil dat kinderen in hun eentje thuiszitten omdat de opvang te duur is, niemand wil dat onderwijs verslechtert door gedemotiveerde leraren, niemand wil dat er te weinig politie op straat is omdat agenten te weinig verdienen, niemand wil dat migrantenvrouwen met jonge kinderen zich opsluiten in hun huizen omdat zij de inburgeringcursus niet kunnen betalen. Dit niemandsland is niet het land waar ik wil wonen. De formatie verkeert in een beslissende fase. Als de voortekenen uit de miljoenennota niet bedriegen, wordt er toegewerkt naar een kabinet waarbij niemand zich de vingers zal aflikken. Het alternatief dat wij vandaag met de progressieve partijen voorstellen, is een handreiking aan iedereen die zich niet door niemand de les wil laten lezen. Een minderheidskabinet dat met gedoogsteun regeert, is niet nodig. Een stabiel meerderheidskabinet dat gedragen wordt door velen hier in het parlement behoort nog steeds tot de mogelijkheden. Mijn fractie was, is en blijft bereid om hieraan een bijdrage te leveren in het belang van een Nederland waarin iedereen de kans krijgt om iemand te worden.